Ontwikkelingsclubs kunnen beter communiceren en rapporteren en veel sneller inspelen op actuele ontwikkelingen dan ze nu doen met hun lijvige rapporten. En dat zonder enorme investeringen. Hoe? Door slimmer gebruik te maken van 'open data': die betrekken zowel gevers als ontvangers van hulpgeld veel directer bij ontwikkelingssamenwerking. Het verhaal over de transformerende kracht van open data vertelt Caroline Kroon, oprichter van het consultancy netwerk DataOpeners. Een verhaal dat gehoord moet worden door alle organisaties die duurzaam draagvlak in de samenleving zoeken.
In 2011 stond communicatie-expert Caroline Kroon voor de uitdaging om ontwikkelingsorganisatie Cordaid internationaal te positioneren. Ze liep aan tegen een paradox: hoewel ontwikkelingsorganisaties veel tijd en geld besteden aan het vergaren van informatie had Kroon onvoldoende beschikking over relevante informatie om een goede positioneringsstrategie uit te rollen. De reden was dat organisaties de vergaarde informatie met name gebruiken om achteraf te rapporteren en te verantwoorden tegenover donoren.
Open data
Eveneens in 2011 werd mondiaal een open data-standaard voor ontwikkelingssamenwerking vastgesteld. De IATI (International Aid Transparency Initiative) standaard is een uniform format waarin data met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking worden gepubliceerd. Door informatie te standaardiseren is het veel makkelijker die uit te wisselen. Daarnaast is IATI open, dat betekent dat de data voor iedereen toegankelijk en vrij te gebruiken zijn. IATI is in eerste instantie bedoeld om geldstromen in kaart te brengen: voor gevende partijen maakt het inzichtelijk wat er met geld gebeurt. Voor ontvangende partijen biedt de transparantie de mogelijkheid om middelen beter te alloceren.
Storytelling
Open data en de IATI Standaard bracht de uitkomst voor de paradox waar Kroon met het positioneren van Cordaid tegen aan was gelopen. 'In de wereld van ontwikkelingssamenwerking zijn duizenden verhalen te vertellen, maar er is weinig verbinding tussen de verhalen en weinig contextuele informatie. Als ik een foto zie van een blije jongen omdat hij voor het eerst naar school kan, denk ik, tsja, maar hoe zit het met zijn buurmeisje? Deze vragen worden ook steeds meer gesteld door particuliere donoren. Mensen zoeken meer context en diepgang en schromen niet kritische vragen te stellen. Zonder context zijn verhalen slechts anecdotes. Maar als ik weet dat in Sub-Sahara Afrika zo'n 40 procent van de bevolking jonger dan vijftien is, dan begrijp ik dat onderwijs heel belangrijk is want dat is de toekomst. Als ik daarnaast in cijfers kan zien dat niet alleen die jongen maar duizenden andere kinderen in zijn regio door het project naar school kunnen, dan zegt die foto van die jongen mij veel meer.' Door gebruik te maken van open data is het nu volgens Kroon veel makkelijker om die contextverhalen beschikbaar te maken. Door het toegankelijk maken van de projecten op de website van Cordaid kun bezoekers zoals donateurs snel begrijpen hoe projecten werken, wie er bij gebaat zijn en welke resultaten worden behaald.
Interactief
Door het open systeem waarmee gewerkt wordt kunnen organisaties nu makkelijker en directer verslag leggen over de voortgang van projecten, aldus Kroon. 'Je hoeft verhalen niet meer vanuit hier lokaal te gaan halen, zegt Kroon. 'Geen dikke rapportages die in lades verdwijnen, maar actuele informatie over het reilen en zeilen van projecten. Ze hebben in Afrika ook mobiele telefoons en kunnen zelf foto's maken en uploaden op de projectpagina. In plaats van westerse mensen uit te zenden om het project in beeld te brengen, vertellen de mensen daar zelf hun verhaal. En die kennis kunnen ze lokaal weer doorgeven. Dat is pas duurzame ontwikkelingssamenwerking.' Ook bleek dat lokale organisaties baat hadden bij online publicatie. 'Zij kunnen aan hun partners laten zien dat ze samenwerken met een grote Nederlandse organisatie. Dat versterkt ook hun positie.'
Ontwikkelings samenwerking
De spectaculaire kracht van open data
Dynamische problemen, statische informatie
Kroon zag echter veel meer mogelijkheden. Open data kunnen organisaties namelijk in staat stellen sneller in te springen op actuele ontwikkelingen. 'Als we de problemen in de wereld aan willen pakken, moet je goed kunnen analyseren wat het probleem veroorzaakt of waar de problematiek het meest urgent is om vervolgens te bepalen hoe je dat gaat oplossen', zegt Kroon. 'Maatschappelijke problemen zijn niet alleen ongelooflijk complex maar vooral ook erg dynamisch. Wat vandaag gebeurt, is morgen veranderd. Het vreemde is echter dat de informatievoorziening, maar ook de interventies zoals ze gepland worden, erg statisch zijn.'
'Bij een lineaire werkwijze werk je met processen waarbij informatie meestal pas na een jaar beschikbaar is. Dat geeft echter geen inzicht om interventies beter op de actualiteit af te stemmen. Door data-gedreven te werken en de informatie direct beschikbaar te hebben kan je sneller op ontwikkelingen inspringen.'
Lijvige rapporten achteraf
Kroon doelt op de werkwijze die veel ontwikkelingsorganisaties hanteren. Een organisatie wil bijvoorbeeld de leefomstandigheden van LGBT (Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender) personen verbeteren in Uganda waar homoseksualiteit bij wet verboden is. Het project begint met een uitgebreide contextanalyse: om hoeveel mensen gaat het? Wat is de politieke situatie? Welke organisaties zijn al op het onderwerp actief?
Vervolgens worden er doelen geformuleerd die het project dient te bereiken en interventies om daar te komen. Ook wordt bepaald hoeveel geld er beschikbaar is, uit welke potjes het komt en waar het naartoe gaat. Dit zijn allemaal logische stappen die nodig zijn om een goed project of programma op te zetten, beaamt Kroon. Het probleem is echter dat al die informatie – contextanalyse, geldstromen, doelen, resultaten en acties – niet alleen nauwelijks publiek beschikbaar is maar ook vaak tijdens de duur van een project verandert. Daarbij wordt die informatie beperkt gebruikt tijdens het project voor betere besluitvorming. Na een jaar – of twee – wordt de informatie verwerkt in een lijvig evaluatie rapport. Dat dus vooral wordt gebruikt om achteraf te rapporteren en te verantwoorden aan de geldgever.
Twee dozen met rapporten
Eind november 2015 sleepte minister Lilianne Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking twee dozen met onderzoeksrapporten mee naar de Tweede Kamer. Met die ludieke actie hoopt ze de kritiek van de Kamer te pareren dat onduidelijk is wat er met het budget van 4,1 miljard euro voor ontwikkelingshulp gebeurt. Volgens een rapport van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven 'ligt sterk de nadruk op de omvang en verdeling van geldstromen, niet op te leveren prestatie en te bereiken effecten'. Voor de Kamer is het daarom moeilijk te controleren of 'doelen zijn gerealiseerd en veronderstelde effecten zijn bereikt'. Met haar papierhandel aan rapporten wil de minister aangeven dat de Kamer wel degelijk over de resultaten wordt geïnformeerd.
Dynamisch rapporteren
Caroline Kroon begrijpt de positie van beide partijen erg goed. Open data kunnen het leven van beide partijen een stuk makkelijker maken. 'Die rapporten leest geen mens', zegt Kroon, 'dat kan ook niemand bevatten, dus dat daar Kamervragen over komen is heel terecht. Maar het probleem is niet dat de informatie er niet is maar dat je het niet effectief beschikbaar kan krijgen. Een Tweede Kamerlid stelt een vraag die je net niet in je rapport had behandeld. Dan moet er navraag gedaan worden bij een medewerker en daar kan zo een week overheen gaan. Als je daarentegen meer actueel en data-gedreven gaat werken, kan je het antwoord met één druk op de knop uit het systeem halen. Sterker nog, de vraag wordt misschien niet eens meer gesteld omdat mensen zelf het antwoord kunnen opzoeken. Ik denk als we dit goed doen zestig procent van de vragen niet meer gesteld wordt en die overige veertig procent? Die moet altijd gesteld blijven worden.'
Kroon zag echter veel meer mogelijkheden. Open data kunnen organisaties namelijk in staat stellen sneller in te springen op actuele ontwikkelingen. 'Als we de problemen in de wereld aan willen pakken, moet je goed kunnen analyseren wat het probleem veroorzaakt of waar de problematiek het meest urgent is om vervolgens te bepalen hoe je dat gaat oplossen', zegt Kroon. 'Maatschappelijke problemen zijn niet alleen ongelooflijk complex maar vooral ook erg dynamisch. Wat vandaag gebeurt, is morgen veranderd. Het vreemde is echter dat de informatievoorziening, maar ook de interventies zoals ze gepland worden, erg statisch zijn.'
'Bij een lineaire werkwijze werk je met processen waarbij informatie meestal pas na een jaar beschikbaar is. Dat geeft echter geen inzicht om interventies beter op de actualiteit af te stemmen. Door data-gedreven te werken en de informatie direct beschikbaar te hebben kan je sneller op ontwikkelingen inspringen.'
Lijvige rapporten achteraf
Kroon doelt op de werkwijze die veel ontwikkelingsorganisaties hanteren. Een organisatie wil bijvoorbeeld de leefomstandigheden van LGBT (Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender) personen verbeteren in Uganda waar homoseksualiteit bij wet verboden is. Het project begint met een uitgebreide contextanalyse: om hoeveel mensen gaat het? Wat is de politieke situatie? Welke organisaties zijn al op het onderwerp actief?
Vervolgens worden er doelen geformuleerd die het project dient te bereiken en interventies om daar te komen. Ook wordt bepaald hoeveel geld er beschikbaar is, uit welke potjes het komt en waar het naartoe gaat. Dit zijn allemaal logische stappen die nodig zijn om een goed project of programma op te zetten, beaamt Kroon. Het probleem is echter dat al die informatie – contextanalyse, geldstromen, doelen, resultaten en acties – niet alleen nauwelijks publiek beschikbaar is maar ook vaak tijdens de duur van een project verandert. Daarbij wordt die informatie beperkt gebruikt tijdens het project voor betere besluitvorming. Na een jaar – of twee – wordt de informatie verwerkt in een lijvig evaluatie rapport. Dat dus vooral wordt gebruikt om achteraf te rapporteren en te verantwoorden aan de geldgever.
Twee dozen met rapporten
Eind november 2015 sleepte minister Lilianne Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking twee dozen met onderzoeksrapporten mee naar de Tweede Kamer. Met die ludieke actie hoopt ze de kritiek van de Kamer te pareren dat onduidelijk is wat er met het budget van 4,1 miljard euro voor ontwikkelingshulp gebeurt. Volgens een rapport van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven 'ligt sterk de nadruk op de omvang en verdeling van geldstromen, niet op te leveren prestatie en te bereiken effecten'. Voor de Kamer is het daarom moeilijk te controleren of 'doelen zijn gerealiseerd en veronderstelde effecten zijn bereikt'. Met haar papierhandel aan rapporten wil de minister aangeven dat de Kamer wel degelijk over de resultaten wordt geïnformeerd.
Dynamisch rapporteren
Caroline Kroon begrijpt de positie van beide partijen erg goed. Open data kunnen het leven van beide partijen een stuk makkelijker maken. 'Die rapporten leest geen mens', zegt Kroon, 'dat kan ook niemand bevatten, dus dat daar Kamervragen over komen is heel terecht. Maar het probleem is niet dat de informatie er niet is maar dat je het niet effectief beschikbaar kan krijgen. Een Tweede Kamerlid stelt een vraag die je net niet in je rapport had behandeld. Dan moet er navraag gedaan worden bij een medewerker en daar kan zo een week overheen gaan. Als je daarentegen meer actueel en data-gedreven gaat werken, kan je het antwoord met één druk op de knop uit het systeem halen. Sterker nog, de vraag wordt misschien niet eens meer gesteld omdat mensen zelf het antwoord kunnen opzoeken. Ik denk als we dit goed doen zestig procent van de vragen niet meer gesteld wordt en die overige veertig procent? Die moet altijd gesteld blijven worden.'
Digitaliseren en openstellen
De vernieuwing die Kroon en DataOpeners doorvoeren is deze informatie allereerst te digitaliseren. Nu wordt veelal gewerkt met statische PDF-documenten als één blok informatie, door het op te delen in zijn constituerende elementen krijg je: data. 'Data zijn losse componenten van informatie die je steeds weer anders kan rangschikken zoals je wilt en dat kunnen computers dan voor je doen. Je kan dezelfde data op verschillende manieren gaan (her)gebruiken. Dat biedt de benodigde flexibiliteit en zo creëert data-gedreven werken waarde.'
Een tweede belangrijke stap is de data open te stellen zodat die voor iedereen beschikbaar zijn op een centrale plek. De data die gebruikt zijn om de contextanalyse in een land op te stellen, kunnen worden uitgewisseld tussen verschillende ontwikkelingsorganisaties. Daardoor hoeft een organisatie die in Uganda een project wil starten niet meer al het uitzoekwerk te doen dat al door anderen gedaan is. Daardoor kunnen successen gedeeld worden maar vooral ook herhaling van fouten worden voorkomen. Dat scheelt een hoop dubbel werk en dus geld.
Nieuwe gebruikstoepassingen
De introductie van IATI in 2011 gaf open data een enorme impuls. Steeds meer organisaties zijn hun data gaan publiceren op de IATI Registry. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft per 1 januari 2016 IATI compliance voor alle partijen met wie het samenwerkt IATI als rapportage-eis ingevoerd waardoor de papieren rapportage is komen te vervallen. Dat was een mooi effect van Kroons werk bij Cordaid. Vervolgens begonnen mensen op het Ministerie en andere bedrijven open source-gebruikstoepassingen te ontwikkelen. 'Al snel ontstonden er allerlei nieuwe gebruiksapplicaties', zegt Kroon enthousiast. ‘Zonder dat dat de organisatie zelf extra geld kost!’
Bereik vergroten zonder extra kosten
Kroon: 'Er vulde zich een hele ruif met mogelijkheden, maar we hadden niets meer gedaan dan onze data ordenen en openstellen. Als je dan bedenkt dat NGOs als Cordaid eigenlijk zo min mogelijk geld moeten besteden aan additionele activiteiten buiten de kernactiviteiten waarvoor ze het geld gekregen hebben, dan is dat een fantastisch model. Want in een keer kan je het bereik van je werk vergroten zonder dat je daar extra geld in hoeft te steken. Als je je dan ook nog realiseert dat die lineaire informatieprocessen heel veel geld kosten om te onderhouden en beheren, dan heb je ook een economisch argument om met open data aan de slag te gaan.'
DataOpeners
'Er is binnen de ontwikkelingssector een informatiecollaboratie ontstaan, ook wel een ecosysteem genaamd, waar verdienmodellen helemaal geen rol spelen', zegt Kroon. 'Je deelt alleen je eigen informatie en we worden er allemaal slimmer van. Misschien kunnen we dan die complexe problemen toch ietsje makkelijker te lijf gaan. Toen ik en een paar mensen die hier ook mee bezig waren deze energie voelden, beseften we dat we moesten professionaliseren. Op een gegeven moment is de speeltuinverkenning voorbij en moet je bedenken welke rol je hierin wilt spelen.‘
'Samen met anderen ben ik eind 2014 DataOpeners gestart, wij wilden als consultancy netwerk organisaties helpen een open data op strategisch niveau in te voeren. We hebben structuur aangebracht in de aanpak en het geprofessionaliseerd, zodat er een helder consultancymodel beschikbaar is. Dit noemen we het IATI Plus-programma en dat voeren we nu uit voor meerdere organisaties, zowel bij de Nederlandse overheid als NGO’s als Plan Nederland en Aidsfonds/StopAidsNow! bijvoorbeeld. We vertrekken vanuit het simpelweg openstellen van de projectinformatie in de IATI Standaard, maar wel geautomatiseerd en op basis van informatiewaarde. Dat is de Plus in IATI Plus. Dat is een transformerend proces in een organisatie'
Kroon: 'We vinden het vervolgens belangrijk dat zij zelf hun eigen open data gaan inzetten om hun doelen te behalen en zo meerwaarde creëren. Dus we gaan verder dan alleen voldoen aan de rapportage-eisen van donoren.'
Meer informatie: klik hier.
Neem contact op met de geinterviewde: klik hier.
De vernieuwing die Kroon en DataOpeners doorvoeren is deze informatie allereerst te digitaliseren. Nu wordt veelal gewerkt met statische PDF-documenten als één blok informatie, door het op te delen in zijn constituerende elementen krijg je: data. 'Data zijn losse componenten van informatie die je steeds weer anders kan rangschikken zoals je wilt en dat kunnen computers dan voor je doen. Je kan dezelfde data op verschillende manieren gaan (her)gebruiken. Dat biedt de benodigde flexibiliteit en zo creëert data-gedreven werken waarde.'
Een tweede belangrijke stap is de data open te stellen zodat die voor iedereen beschikbaar zijn op een centrale plek. De data die gebruikt zijn om de contextanalyse in een land op te stellen, kunnen worden uitgewisseld tussen verschillende ontwikkelingsorganisaties. Daardoor hoeft een organisatie die in Uganda een project wil starten niet meer al het uitzoekwerk te doen dat al door anderen gedaan is. Daardoor kunnen successen gedeeld worden maar vooral ook herhaling van fouten worden voorkomen. Dat scheelt een hoop dubbel werk en dus geld.
Nieuwe gebruikstoepassingen
De introductie van IATI in 2011 gaf open data een enorme impuls. Steeds meer organisaties zijn hun data gaan publiceren op de IATI Registry. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft per 1 januari 2016 IATI compliance voor alle partijen met wie het samenwerkt IATI als rapportage-eis ingevoerd waardoor de papieren rapportage is komen te vervallen. Dat was een mooi effect van Kroons werk bij Cordaid. Vervolgens begonnen mensen op het Ministerie en andere bedrijven open source-gebruikstoepassingen te ontwikkelen. 'Al snel ontstonden er allerlei nieuwe gebruiksapplicaties', zegt Kroon enthousiast. ‘Zonder dat dat de organisatie zelf extra geld kost!’
Bereik vergroten zonder extra kosten
Kroon: 'Er vulde zich een hele ruif met mogelijkheden, maar we hadden niets meer gedaan dan onze data ordenen en openstellen. Als je dan bedenkt dat NGOs als Cordaid eigenlijk zo min mogelijk geld moeten besteden aan additionele activiteiten buiten de kernactiviteiten waarvoor ze het geld gekregen hebben, dan is dat een fantastisch model. Want in een keer kan je het bereik van je werk vergroten zonder dat je daar extra geld in hoeft te steken. Als je je dan ook nog realiseert dat die lineaire informatieprocessen heel veel geld kosten om te onderhouden en beheren, dan heb je ook een economisch argument om met open data aan de slag te gaan.'
DataOpeners
'Er is binnen de ontwikkelingssector een informatiecollaboratie ontstaan, ook wel een ecosysteem genaamd, waar verdienmodellen helemaal geen rol spelen', zegt Kroon. 'Je deelt alleen je eigen informatie en we worden er allemaal slimmer van. Misschien kunnen we dan die complexe problemen toch ietsje makkelijker te lijf gaan. Toen ik en een paar mensen die hier ook mee bezig waren deze energie voelden, beseften we dat we moesten professionaliseren. Op een gegeven moment is de speeltuinverkenning voorbij en moet je bedenken welke rol je hierin wilt spelen.‘
'Samen met anderen ben ik eind 2014 DataOpeners gestart, wij wilden als consultancy netwerk organisaties helpen een open data op strategisch niveau in te voeren. We hebben structuur aangebracht in de aanpak en het geprofessionaliseerd, zodat er een helder consultancymodel beschikbaar is. Dit noemen we het IATI Plus-programma en dat voeren we nu uit voor meerdere organisaties, zowel bij de Nederlandse overheid als NGO’s als Plan Nederland en Aidsfonds/StopAidsNow! bijvoorbeeld. We vertrekken vanuit het simpelweg openstellen van de projectinformatie in de IATI Standaard, maar wel geautomatiseerd en op basis van informatiewaarde. Dat is de Plus in IATI Plus. Dat is een transformerend proces in een organisatie'
Kroon: 'We vinden het vervolgens belangrijk dat zij zelf hun eigen open data gaan inzetten om hun doelen te behalen en zo meerwaarde creëren. Dus we gaan verder dan alleen voldoen aan de rapportage-eisen van donoren.'
Meer informatie: klik hier.
Neem contact op met de geinterviewde: klik hier.