Vrouwelijke filantropen doen ten opzichte van mannen meer onderzoek voordat zij tot actie over gaan. Ze bouwen graag eerst expertise op en winnen daarbij vooral informatie in van collega-filantropen. Millennials daarentegen hebben een meer ‘multichannel’-benadering. Dat gaat veelal digitaal, maar in tegenstelling tot wat men verwacht zoekt deze groep ook vaak persoonlijk contact. De indruk is dat de vrouwen en millennials zich in beginsel door twee zaken laten leiden: hun eigen interesses en het streven naar impact. Er is meer aandacht voor de balans tussen hart en hoofd. Deze en andere observaties deden de deelnemers aan een seminar voor vermogensadviseurs, filantropieadviseurs en vermogende vrouwen op 11 april 2018 in Amsterdam. Een verslag van Kees Kaffka en Luuk van Term.*
Hoe schenken vrouwen en millennials?
‘Onderzoek in Groot-Brittannië heeft aangetoond dat gevers die advies inwinnen bij filantropieadviseurs 17x meer schenken dan wanneer ze geen advies hadden gehad. Vermogenden hebben ook behoefte aan dat advies. Maar welke wensen heeft de nieuwe generatie gevers? Hoe schenken vrouwen en millennials? Waar letten ze op?’ Zo schetste Cecilia Hersler van Philanthropy Impact – een Europees netwerk dat geefgedrag wil stimuleren – de aanleiding voor een seminar voor vermogensadviseurs, filantropieadviseurs en vermogende vrouwen op 11 april 2018 in Amsterdam, gehost door Loyens & Loeff. ‘Het doel van deze middag is inzicht te krijgen in hoe vrouwen en de nieuwe generatie gevers het beste geadviseerd kunnen worden.’
Persoonlijker en impactvoller geven
Dagvoorzitter Pieter van Onzenoort is notaris bij Loyens & Loeff en maakt deel uit van de praktijkgroep Family Owned Business & Private Wealth. Hij richt zich daarbij in het bijzonder op nationale en internationale estate- en vermogensplanning. In zijn praktijk ziet hij dat filantropische activiteiten steeds minder op de traditionele manier plaatsvinden, maar steeds meer gebaseerd worden op persoonlijke wensen en ervaringen. ‘Het is een uitdaging om dat te structureren en om impact te genereren’, zo is zijn ervaring.
Drie categorieën vrouwen

Daphne Engelke is directeur Global UHNW Benelux van UBS. Zij stelt dat op dit moment 30% van de rijkdom in de handen ligt van vrouwen. Dit percentage stijgt met 7% per jaar, in ieder geval de komende vijf jaar. ‘Dat betekent dat in de komende drie jaar het percentage de 50% gaat overschrijden. De groep vrouwen is in te delen in drie categorieën: self made women, vrouwen die een erfenis hebben gekregen en de nieuwe generatie vrouwen. Van deze vrouwen overweegt 65% te veranderen van adviseur: na vermogensoverdracht verbreekt 75% van hen daadwerkelijk binnen een jaar het contact met hun vermogensadviseur. Van de millennials prefereert 70% een bezoek aan de tandarts boven een bezoek aan hun bankier. De vraag is dus: hoe komen we tegemoet aan de wensen van deze specifieke groepen?’ De perceptie van vrouwen ten aanzien van geld is overwegend die van ‘bron van bestaanszekerheid’. ‘Daarbij zijn vrouwen minder geneigd tot het nemen van risico’s’, zo vervolgt Engelke. ‘Als het om bestedingen gaat, zullen vrouwen eerder investeren in bedrijven die iets in positieve zin doen voor de samenleving. Vrouwen blijken daarnaast meer doelgericht en gedisciplineerd te beleggen dan mannen.’
Bewust van een andere wereld
De 22-jarige Leonard van Oord is telg van een ondernemersfamilie. Op 17-jarige leeftijd ging hij met zijn vader mee naar een project waar zij in Zambia twee huizen hebben gebouwd. Er leefden 15 mensen in elk huis: het maakte hem bewust van een totaal andere wereld. Nu is hij zelf onder andere betrokken bij een project in Uganda via Yunus Social Business waar hij stage loopt. Ter ondersteuning van projecten is een vriendenkring opgezet. ‘Bij de activiteiten hebben wij geen advies ingewonnen van een financieel adviseur. Wel hebben wij gesproken met de adviseur van de bank om er zeker van te zijn dat ons geld niet wordt belegd in zaken waar sprake is van kinderarbeid.’