Één Europese filantropiemarkt
Het was een novum dat zeker een vervolg gaat krijgen: de samenwerking tussen drie koepels op Europees niveau. Vorige week maandag organiseerden het kenniscentrum EFC (European Foundation Centre), het Europese netwerk van major donors en vermogensfondsen DAFNE (Donors and Foundations Networks in Europe) en het Europese netwerk van venture filantropen EVPA (European Venture Philanthropy Association), een zogenoemde filantropie-scrum. Ruim 120 vertegenwoordigers van Europese foundations, politici, beleidsmakers en stakeholders onderzochten manieren van samenwerking om één Europese filantropiemarkt te creëren. Uit studies van DAFNE en EFC (2016, 2018) blijkt dat de filantropiesector zo’n zestig miljard euro jaarlijks bijdraagt aan de civil society. Giving in Europe komt zelfs op een bedrag van bijna honderd miljard euro. Tegelijkertijd kost de ambtelijke, wettelijke, fiscale en ultimo politieke blokkades om transnationaal te opereren diezelfde civil society jaarlijks zo’n honderd miljoen euro. Dat verlies aan maatschappelijk kapitaal vinden EFC, DAFNE en EVPA onaanvaardbaar en in de filantropiescrum werd getracht hiervoor oplossingen aan te dragen.Gezamenlijke agenda
De beginnende en afsluitende plenaire sessies - met tussendoor een twaalftal parallelsessies - werden geleid door de Nederlander Rien van Gendt: bestuurder en toezichthouder van vele fondsen, internationaal gelauwerd en tegenwoordig zelfstandig adviseur. Van Gendt kent de dossiers als geen ander en was ook betrokken bij de voorbereiding van de filantropiescrum, waaronder een stevig rondje langs de verschillende EU-instituties. Het pleidooi voor één filantropische binnenmarkt moet immers landen bij de Brusselse beleidsmakers en de politiek. En dat valt nog niet mee, maar Van Gendt denkt wel dat er nu ‘momentum’ is om door te kunnen pakken. Van Gendt: ‘Om te beginnen hebben wij ons gezamenlijke werk met EFC, DAFNE en EVPA grondig voorbereid. Niet als een one-off, maar met een gezamenlijke agenda voor langere termijn. Verder biedt planning van de EU-uitgaven, het zogenoemde Meerjarig Financieel Kader (Multiannual Financial Framework: de EU-begroting voor 5-7 jaar), aanknopingspunten om filantropie te agenderen. De EU realiseert zich dat mobilisatie van maatschappelijk kapitaal allerlei kansen biedt. En dan, last but not least, staan de verkiezingen voor het Europese parlement weer voor de deur. Tijd om te scoren dus.’Scoren is niet gemakkelijk
Maar dat scoren is nog niet zo gemakkelijk. In 2014 konden vertegenwoordigers van 28 Europese landen het niet eens worden over het European Foundation Statute: de Europese Stichting. Met deze regulering zou er één rechtsvorm komen voor alle buitenlandse stichtingen met dezelfde fiscale voorwaarden. Fiscale voorwaarden zouden met de European Foundation Statute voor alle Europese stichtingen hetzelfde zijn als voor binnenlandse stichtingen. Ook donateurs zouden profiteren van dezelfde fiscale voordelen als donateurs van een binnenlandse stichting. Het fondsenstatuut haalde het niet: een bittere pil destijds voor EFC.Pragmatischer koers
Hoewel de droom van een supranationale Europese Foundation nog steeds levend is - een meer geleidelijk proces, waarin filantropie o.a. in bestaande verdragen kan worden geïntroduceerd - lijken er in de fondsenwereld meer voorstanders van een pragmatische, bottom up-strategie om het doel van één, gelijkwaardige filantropische binnenmarkt te realiseren. Rien van Gendt is een van hen. Hij ziet laaghangend fruit en kansen voor snelle progressie.
Van Gendt: ‘De rechtsongelijkheid is een eerste aangrijppunt. Nu is het zo dat bijvoorbeeld een endowment van een in Nederland gevestigde foundation in Frankrijk anders wordt behandeld door de Franse overheid dan een investering van een Franse foundation. Zo krijgt het Nederlandse fonds bijvoorbeeld haar dividendbelasting niet terug. Die behandeling is direct in strijd met het non-discriminatieprincipe van de EU.’