De beursgang van Google in 2004 betekende een flinke financiële meevaller voor Kathy Kwan en haar echtgenoot, Google-directeur Alan Eustace. Hun vermogensadviseur stelde voor een stichting op te richten vanwege de fiscale voordelen. Hij overhandigde Kwan twintig pagina’s aan belastingregels om haar op weg te helpen. ‘Die regels hielden me uit de gevangenis, maar hielpen me in geen geval een goed doel te kiezen’, verzucht Kwan.
Dat gold ook voor Lucy Caldwell, die ook rijk werd van de beursgang van Google. Ze doneerde wat geld aan scholen waar haar familie had gestudeerd en gaf lukraak aan wat lokale doelen. ‘Ik had het gevoel dat ik iets moest teruggeven, maar ik had geen idee hoe ik dat moest doen of waar ik moest zijn’, zegt ze.
‘Het is een leerproces’
![](https://cdn.xingosoftware.com/dedikkeblauwe/images/fetch/dpr_1,w_109,h_82,c_fit/https%3A%2F%2Fwww.dedikkeblauwe.nl%2Fassets%2Fupload%2Fimages%2F52%2F20151228221629_ineke-klein.png)
Onderzoek
Met Caldwell en Kwan is het goed gekomen: ze zijn tegenwoordig zeer actieve en genereuze filantropen. Maar dat heeft ze naar eigen zeggen jaren van introspectie, onderzoek en netwerken gekost. Hun ervaringen en die van anderen zijn nu vastgelegd in een nieuw rapport van Open Impact, een adviesbureau dat voornamelijk werkt met stichtingen en major donors. Het onderzoek is gebaseerd op interviews van en discussies met vijftig selfmade vermogende filantropen in de Bay Area, evenals vermogensadviseurs en deskundigen op dit gebied. De geïnterviewden hadden de beschikking over netto activa van minstens tien miljoen dollar.
‘Non-profitorganisaties moeten echt gaan luisteren’
Heather McLeod Grant, medeoprichter van Open Impact en coauteur van het rapport, wil met het onderzoek meer geld sneller vrijmaken voor non-profitorganisaties om maatschappelijke problemen aan te pakken. ‘Non-profitorganisaties moeten echt gaan luisteren en zich inleven in de major donor’, zegt ze. ‘Ik weet dat dat gek klinkt, omdat de meeste non-profitorganisaties denken: Je hebt al het geld, je hebt alle rijkdom, ik heb er alleen wat van nodig. Ze moeten begrijpen dat het wel vijf tot tien jaar kan duren om een goede relatie op te bouwen.’
‘Mee eens’, zegt Ineke Koele. ‘Ook non-profitinstellingen in Nederland doen beslist onvoldoende om major donors aan zich te binden. Men realiseert zich onvoldoende dat het voor het binden van major donors een zeer persoonlijk en op waarde gerichte langetermijnrelatie gecreëerd moet worden. Het duurt wel vijftien jaar voordat het vruchten afwerpt. De meeste major donor fundraisers hebben echter targets over een veel kortere tijdsperiode, van zeg twee of vijf jaar.’
‘Major donors lopen vast’
Het nieuwe rapport, gefinancierd door de Bill & Melinda Gates Foundation, is de opvolger van de kwantitatieve studie die eind 2016 door Open Impact werd gepubliceerd. Daarin werd al vastgesteld dat private fondsen in de Bay Area zorgden voor slechts zeven procent van alle giften aan lokale non-profitorganisaties. En dat is niet omdat ze niet willen. Ze weten gewoon niet waar ze moeten zijn. ‘Sommige major donors lopen gewoon vast’, zegt Grant. ‘Ze zijn bang voor het maken van fouten, twijfelen of hun geld echt verschil kan maken en schrikken van de eisen die aan ze worden gesteld. Filantropie is niet zo eenvoudig als mensen denken dat het is. Wat als ik aan de verkeerde organisatie geef? Wat als ze mijn geld misbruiken? Wat als ze niet kunnen leveren wat ik wil?’