‘We moeten als sector naar een andere relatie met de overheid’. Dat zei Jan van Berkel, voorzitter van Goede Doelen Nederland, tijdens het levendige en gevarieerde 25 jarig-jubileumcongres van zijn koepel in het Amsterdamse BIMhuis. De doorgeschoten regeldrift van de overheid is volgens de praeses moeilijk te rijmen met de tegelijkertijd uitgesproken waardering voor de filantropiesector. De overheid zou de sector juist moeten stimuleren, ruimte bieden en geen beperkingen opleggen. Van Berkel werd in deze visie con amore bijgevallen door gastspreker, D66-icoon en allround topbestuurder Alexander Rinnooy Kan.
Goede Doelen Nederland wilde haar jubileum luister bijzetten door vooral naar de toekomst te kijken. ‘Verkenning van de toekomst’ als thema was een goede keuze, want veel van dit soort bijeenkomsten verzanden in oeverloze nostalgie die alleen voor de incrowd te pruimen is. Dat verklaarde waarom voorzitter Jan van Berkel in zijn welkomstwoord in ijltempo de hoogtepunten memoreerde van wat startte als ‘de VFI’. De huidige Erkenning van meer dan 600 goede doelen hees hij op het schild als de ultieme triomf van zelfregulering. Een systeem dat de illusie van volkomen vrijheid wekt, maar door de overheid in een ‘good cop, bad cop-spel’ in toenemende mate lijkt te worden gefnuikt. Van Berkel: ‘Ons sectorbrede manifest als opdracht aan het nieuwe kabinet werd warm onthaald, maar niet zodra waren de ministers teruggekeerd op hun departementen of de reguleringsdrift werd zichtbaar.’ Recente voorstellen van staatssecretaris EZ Mona Keijzer en minister van Rechtsbescherming Sander Dekker tonen aan dat de overheid de filantropie enorm waardeert, maar in de beleidsvorming – bedoeld of onbedoeld – juist muilkorft, betoogde Van Berkel.
Toegevoegde liefde
Daar was gastspreker Alexander Rinnooy Kan het roerend mee eens: ‘Wij hebben als sector waardering voor de waardering, maar deze regeldrift staat haaks op de vrijwilligheid van goede doelen. De overheid moet gevoel krijgen voor het verschil in sentiment tussen de geefeuro die via de blauwe envelop wordt gegeven en de vrijwillig gegeven euro in de filantropie. Het is de liefde die wordt toegevoegd aan de euro door de goede doelen. Die unieke rol moeten we koesteren.’
Rinnooy Kan wees erop dat de groei van de sector en de grotere zichtbaarheid ook een grotere kwetsbaarheid met zich meebrengt, zoals de directiesalarissen. Hij prees Goede Doelen Nederland voor de wijze waarop de koepel ‘op het smalle richeltje’ daarvan de juiste balans weet te houden.
Ook wijdde hij enige woorden aan de focusverschuiving van transparantie (‘de Transparantprijs is opgeheven: dat is een goed teken’) naar impact: een gecompliceerd dossier, meent Rinnooy Kan. En uit zijn woorden sprak ook enige scepsis ten aanzien van de hoge verwachtingen die veel mensen koppelen aan het meten van hun maatschappelijke impact.
Gosse Bosma gaat vertrekken
Van Berkel had in zijn openingswoord ook nog wel een primeur. Hij zette directeur Gosse Bosma, die het afgelopen jaar door fysieke malheur uit de roulatie was (en vervangen door Margreet Plug), nadrukkelijk in het zonnetje voor al zijn verdiensten, vanaf het eerste begin van de koepel. Bosma kreeg terecht een open doekje. Het was de voorbode van een afscheid dat binnenkort zal worden aangekondigd, zoals uit de woorden van Van Berkel opgemaakt kon worden.
Filmpje
In een leuk gemonteerd filmpje waarin basisschoolkinderen spontaan reageerden op vragen en begrippen over goede doelen (‘ik denk wel dat ze goed werk doen’), kwamen ook wat prominenten en samenwerkingspartners voorbij, zoals Herman Wijffels, oud-voorzitter Jan Jaap de Graeff, Harmienke Kloeze (CBF) en Herna Verhagen. De bijdrage van de topvrouw van PostNL wekte, ondanks de ongetwijfeld goede intenties, toch een lichte gêne door de nauwelijks verholen commerciële context van haar felicitatiewoorden: uiteraard is Goede Doelen Nederland een mooie partner om mee samen te werken. Maar natuurlijk ook een hele mooie omzetmaker. Het mocht de pret niet drukken.
Bijzonder was de oproep van prominent GDN-lid Natuurmonumenten. Directeur Marc van den Tweel (foto) gaf de koepel als opdracht mee om ‘offensiever in de wedstrijd te zitten’ als het gaat om het vertellen van het verhaal van de sector: ‘dat verhaal beter vertellen, dát is onze uitdaging.’ Die constructieve kritiek bleef in het rondje door de zaal van dagvoorzitter Kim Coppes, die met haar lichte en humoristische toon het programma de juiste vaart meegaf, wat onderbelicht.
Een nieuwe traditie
Filosoof Bas Haring was uitgenodigd om een start te maken met een traditie: een jaarlijkse Goede Doelen Lezing. Dat is een klusje dat je Haring wel kunt toevertrouwen, zeker omdat ‘het goede’ en ‘goed doen’ tot de oudste en meest besproken filosofische thema’s behoren. Zijn filosofische benadering deed wat-ie moest doen: niet gehinderd door empirie heel veel vraagtekens plaatsen. Het was slim van Haring om bespiegelingen over de toekomst van goede doelen te starten met een algemene observatie: veel “trends” blijken zich niet lineair, maar in een golf te bewegen. En van sommige dingen kun je aannemen dat ze voorlopig ook niet zullen veranderen. Haring noemde er drie, waarvan er ten minste twee direct in botsing lijken te komen met de feiten zoals we ze vandaag kennen.
Altruïsme als diepgewortelde menselijke eigenschap is wel een blijvertje - daar leek iedereen het wel over eens - maar ‘goede doelen’ zelf en het totale bedrag dat jaarlijks wordt opgehaald? Haring meende provocerend dat die grootheden over langere tijd wel ‘zo’n beetje’ zullen blijven. Het lijkt in strijd met observatie en onderzoek dat in de goede doelensector een dynamiek is ontstaan die juist het traditionele goede doel onder druk zet: jongere gevers die hun engagament anders vormgeven, nieuwe toetreders uit de voorheen zwaar gesubsidieerde nonprofitsector, de opkomst van social enterprises als ‘goed doel’…enzovoort, enzovoort.
Wat wél verandert: de bestemmingen
Wat volgens Haring zeker zal veranderen - en al verandert - zijn de bestemmingen van goed geld, die reeds zichtbaar zijn geworden door de ontzuiling. Haring: ‘De bestedingen bleven vroeger weliswaar in de zuilen, maar wel van hoog naar laag. Nu zie je een meer gestratificeerde samenleving met horizontale lagen, bijvoorbeeld een intellectuele bovenlaag. Goed geld blijft nu in die laag en zakt niet meer naar onderen.’
Harings observatie van ‘big philanthropy’ - individuele rijkaards die dominant worden in het bestedingsdoel - was minder accuraat. De nadelen ervan zijn bepaald niet nieuw sinds de industriële revolutie en haar business tycoons als Ford en Rockefeller.
Haring maakte tot slot een bruggetje naar de bijdrage van Artificial Intelligence-expert Jim Stolze met zijn opmerking dat hij meer invloed ziet van slimme financiële applicaties (Fintech), gebaseerd op kunstmatige intelligentie. Hij gaf als voorbeeld een bank die zijn rekeninghouders aanbiedt om een bepaald percentage van inkomsten door te storten aan een goed doel. Haring: ‘Drie procent van mijn maandinkomen naar goede doelen van mijn keuze? Ik vind het niet erg als mijn bank mij daar een reminder over zou sturen. Ook voor uitgaven die via de bank lopen kan dit principe goed werken volgens Haring: ‘bijvoorbeeld om van iedere transactie van mij voor vlees in de supermarkt 10% af te storten naar Wakker Dier.’
Goede doelen
Jubileumcongres Goede Doelen Nederland: algoritmisering? wen er maar aan!
AI for dummies
TEDex’er Jim Stolze, schrijver-ondernemer en Artificial Intelligence-goeroe, gaf zijn gehoor daarna een ‘crash course AI’. Stolze: ‘Ik ben een nerd en ik zou wensen dat goede doelen ook meer ‘nerdier’ zouden worden. De samenleving gaat algoritmiseren, wen er maar aan.’
In een humoristisch exposé leidde Stolze de aanwezigen door de belangrijkste inhoud van AI: een containerbegrip dat niets meer wil zeggen dan ‘een verzameling technieken om machines slim te laten lijken’.
Stolze waarschuwde dat veel organisaties - ook in de goede doelensector - ‘data rich & information poor’ zijn. Ze denken dat ze goed bezig zijn met ‘digitalisering’, maar dat is op zichzelf geen nuttige bezigheid. Het gaat uiteindelijk om de informatie die de digitalisering oplevert. Stolze: de Free Record Shop bestaat niet meer omdat die dacht met digitalisering (bijvoorbeeld van een VHS-cassette naar een disc) de markt voor te zijn, terwijl een mediabedrijf als Netflix zich juist concentreerde op de informatie van gebruikers van beeld en geluid. Netflix monitorde voortdurend wie, wat en wanneer beluisterde of bekeek. Die data gaven hen de sleutel tot het huidige succes. Stolze: niet ‘de IT-mensen’ hebben langer de sleutels in handen, maar de data-scientists. Zij hebben ‘the sexiest new job’. Het gaat niet om digitalisering, maar algoritmisering.’
Het ‘Ja maar China-argument’
Stolze bleef terecht stilstaan bij de ethische aspecten van algoritmisering van de samenleving. Algoritmes die ‘predictive policing’ mogelijk maken, zoals in China, kunnen totalitaire systemen meer macht geven. Maar ook als je algoritmes niet bewust wilt inzetten voor controle en onderdrukking, kunnen fouten erin onbedoeld leiden tot discriminatie of verkeerde conclusies. Ze kunnen uit menselijk oogpunt ‘unfair’ zijn en dat moeten we per se niet willen.
Stolze: ‘Algoritmisering staat echt nog maar in de kinderschoenen.’ Om dat aan te tonen liet Stolze een slide zien met foto’s die een algoritme had geselecteerd voor afbeeldingen van een zeehondengezicht. Tot grote hilariteit bleken daar ook foto’s tussen te zitten van muffins met een patroon dat op een zeehondengezichtje lijkt. Stolze: wij mensen zien dat direct. Het algoritme is nog ‘dom’ en moet voortdurend leren door gevoed te worden door ons. Heeft u zich wel eens afgevraagd waarom u zich als mens en niet als ‘robot’ moet bewijzen door het invullen van CAPTCHA? En hoe vaak u dan moet aangeven op welke foto’s bijvoorbeeld een verkeerslicht staat? Dat zijn allemaal data die de algoritmes voor bijvoorbeeld zelfrijdende auto’s uiteindelijk moeten verbeteren.
Stolze: zorg dat in je teams ook de ethische beoordeling geborgd is. Het gaat daarbij niet alleen om AVG-achtige zaken, maar ook: is het algoritme ‘fair’?
Project 510
Tot slot werden er enkele AI-toepassingen uit de huidige praktijk van goede doelen getoond in korte pitches. Daarvan maakte het voorbeeld van Rode Kruis de meeste indruk: daar wordt eraan gewerkt om de humanitaire hulpverlening beter en efficiënter te maken door middel van data. Maarten van der Veen, initiatiefnemer van ‘510’, startte dit data-initiatief in 2016 en werkt inmiddels met een team van 100 mensen aan verbetering van hulpverlening in Nederland en in het buitenland. 510 speelt volgens Van der Veen eigenlijk in op twee trends, namelijk de digitalisering van de wereld - een groeiend aantal mensen heeft toegang tot internet - en de mogelijkheden die we hebben om data te genereren of te ontvangen van derden. Satellietdata bijvoorbeeld zijn eenvoudiger te krijgen dan in het verleden. Deze twee trends worden gecombineerd en ingezet om effectievere hulpverlening mogelijk te maken, zowel in kwaliteit, tijd als in geld.
Een ander innovatief initiatief van 510 is die van Missing Maps. Als er ergens net een ramp geweest is of als een ramp voorzien wordt, zijn goede kaarten belangrijk om efficiënt te helpen. Ze laten hulpverleners bijvoorbeeld zien waar veel mensen wonen en hoe de wegen in een gebied lopen. Helaas zijn deze kaarten er lang niet altijd. Missing Maps organiseert zogenaamde ‘mapathons’ (kaart-schrijf-marathons) om gebieden in kaart te brengen waar rampen zouden kunnen optreden. Van der Veen benadrukte dat e.e.a. nog in de kinderschoenen staat en dat de ‘human factor’ nog altijd essentieel is.
Afsluiting
Mystery-artist cabaretier Dolf Jansen, ambassadeur van Oxfam Novib, zette een heel vrolijke krul onder het jubileumcongres, dat vooruit wilde kijken. De blik in de toekomst daagde uit, maar kende binnen het compacte programma evident ook wat beperkingen en keuzes. Door de enorme nadruk op nieuwe technologie aan het einde bleef de menselijke factor wat onderbelicht. Goed dat filosoof Bas Haring ons ‘onveranderlijke altruïsme’ aansneed, maar je zou graag willen weten of dat altruïsme uiteindelijk bestand is tegen de triljarden nulletjes en enen van steeds maar slimmer wordende machines. ‘Algoritmisering: wen er maar aan’: hoe vertel je dat bijvoorbeeld aan de collectant die vanavond druipend van de regen nog steeds trouwhartig zijn collectebus naar je uitsteekt?
De toekomst van Goede Doelen Nederland
Hoe de jubilaris zijn eigen toekomst als koepel ziet, bleef op dit congres nogal onderbelicht. Is er straks nog wel behoefte aan een centrale belangenbehartiger als de belangen door allerlei technologische en maatschappelijke ontwikkelingen steeds verder uiteen gaan lopen? Kunnen straks social enterprises ook lid worden? Moet Goede Doelen Nederland niet met een paar zetels in de Tweede Kamer?...
Gelukkig mag je als feestvarken zelf bepalen wat je wel en niet viert op je eigen congres. De keuze om vooral te kijken naar de ontwikkelingen bij de leden, is een begrijpelijke. Op het resultaat - een onderhoudend en informatief jubileumcongres - kan Goede Doelen Nederland met tevredenheid terugkijken. Op naar een nieuw jubileum, of zijn we dan allemaal intussen al gealgoritmiseerd?
* auteur Edwin Venema is zelfstandig publicist en eigenaar van redactiebureau De Kopijmeester. Hij schreef dit verslag in opdracht van De Dikke Blauwe.
>Wie ook een spoedcursus AI wil doen, gaat naar: www.ai-cursus.nl
>Aanbevolen literatuur over AI door Jim Stolze: Weapons of math destruction, door Cathy O’Neil. Weapons of Math Destruction is een Amerikaans boek uit 2016 over de maatschappelijke impact van algoritmen. Het onderzoekt hoe sommige big data-algoritmen in toenemende mate worden gebruikt op manieren die reeds bestaande ongelijkheid versterken.
TEDex’er Jim Stolze, schrijver-ondernemer en Artificial Intelligence-goeroe, gaf zijn gehoor daarna een ‘crash course AI’. Stolze: ‘Ik ben een nerd en ik zou wensen dat goede doelen ook meer ‘nerdier’ zouden worden. De samenleving gaat algoritmiseren, wen er maar aan.’
In een humoristisch exposé leidde Stolze de aanwezigen door de belangrijkste inhoud van AI: een containerbegrip dat niets meer wil zeggen dan ‘een verzameling technieken om machines slim te laten lijken’.
Stolze waarschuwde dat veel organisaties - ook in de goede doelensector - ‘data rich & information poor’ zijn. Ze denken dat ze goed bezig zijn met ‘digitalisering’, maar dat is op zichzelf geen nuttige bezigheid. Het gaat uiteindelijk om de informatie die de digitalisering oplevert. Stolze: de Free Record Shop bestaat niet meer omdat die dacht met digitalisering (bijvoorbeeld van een VHS-cassette naar een disc) de markt voor te zijn, terwijl een mediabedrijf als Netflix zich juist concentreerde op de informatie van gebruikers van beeld en geluid. Netflix monitorde voortdurend wie, wat en wanneer beluisterde of bekeek. Die data gaven hen de sleutel tot het huidige succes. Stolze: niet ‘de IT-mensen’ hebben langer de sleutels in handen, maar de data-scientists. Zij hebben ‘the sexiest new job’. Het gaat niet om digitalisering, maar algoritmisering.’
Het ‘Ja maar China-argument’
Stolze bleef terecht stilstaan bij de ethische aspecten van algoritmisering van de samenleving. Algoritmes die ‘predictive policing’ mogelijk maken, zoals in China, kunnen totalitaire systemen meer macht geven. Maar ook als je algoritmes niet bewust wilt inzetten voor controle en onderdrukking, kunnen fouten erin onbedoeld leiden tot discriminatie of verkeerde conclusies. Ze kunnen uit menselijk oogpunt ‘unfair’ zijn en dat moeten we per se niet willen.
Stolze: ‘Algoritmisering staat echt nog maar in de kinderschoenen.’ Om dat aan te tonen liet Stolze een slide zien met foto’s die een algoritme had geselecteerd voor afbeeldingen van een zeehondengezicht. Tot grote hilariteit bleken daar ook foto’s tussen te zitten van muffins met een patroon dat op een zeehondengezichtje lijkt. Stolze: wij mensen zien dat direct. Het algoritme is nog ‘dom’ en moet voortdurend leren door gevoed te worden door ons. Heeft u zich wel eens afgevraagd waarom u zich als mens en niet als ‘robot’ moet bewijzen door het invullen van CAPTCHA? En hoe vaak u dan moet aangeven op welke foto’s bijvoorbeeld een verkeerslicht staat? Dat zijn allemaal data die de algoritmes voor bijvoorbeeld zelfrijdende auto’s uiteindelijk moeten verbeteren.
Stolze: zorg dat in je teams ook de ethische beoordeling geborgd is. Het gaat daarbij niet alleen om AVG-achtige zaken, maar ook: is het algoritme ‘fair’?
Project 510
Tot slot werden er enkele AI-toepassingen uit de huidige praktijk van goede doelen getoond in korte pitches. Daarvan maakte het voorbeeld van Rode Kruis de meeste indruk: daar wordt eraan gewerkt om de humanitaire hulpverlening beter en efficiënter te maken door middel van data. Maarten van der Veen, initiatiefnemer van ‘510’, startte dit data-initiatief in 2016 en werkt inmiddels met een team van 100 mensen aan verbetering van hulpverlening in Nederland en in het buitenland. 510 speelt volgens Van der Veen eigenlijk in op twee trends, namelijk de digitalisering van de wereld - een groeiend aantal mensen heeft toegang tot internet - en de mogelijkheden die we hebben om data te genereren of te ontvangen van derden. Satellietdata bijvoorbeeld zijn eenvoudiger te krijgen dan in het verleden. Deze twee trends worden gecombineerd en ingezet om effectievere hulpverlening mogelijk te maken, zowel in kwaliteit, tijd als in geld.
Een ander innovatief initiatief van 510 is die van Missing Maps. Als er ergens net een ramp geweest is of als een ramp voorzien wordt, zijn goede kaarten belangrijk om efficiënt te helpen. Ze laten hulpverleners bijvoorbeeld zien waar veel mensen wonen en hoe de wegen in een gebied lopen. Helaas zijn deze kaarten er lang niet altijd. Missing Maps organiseert zogenaamde ‘mapathons’ (kaart-schrijf-marathons) om gebieden in kaart te brengen waar rampen zouden kunnen optreden. Van der Veen benadrukte dat e.e.a. nog in de kinderschoenen staat en dat de ‘human factor’ nog altijd essentieel is.
Afsluiting
Mystery-artist cabaretier Dolf Jansen, ambassadeur van Oxfam Novib, zette een heel vrolijke krul onder het jubileumcongres, dat vooruit wilde kijken. De blik in de toekomst daagde uit, maar kende binnen het compacte programma evident ook wat beperkingen en keuzes. Door de enorme nadruk op nieuwe technologie aan het einde bleef de menselijke factor wat onderbelicht. Goed dat filosoof Bas Haring ons ‘onveranderlijke altruïsme’ aansneed, maar je zou graag willen weten of dat altruïsme uiteindelijk bestand is tegen de triljarden nulletjes en enen van steeds maar slimmer wordende machines. ‘Algoritmisering: wen er maar aan’: hoe vertel je dat bijvoorbeeld aan de collectant die vanavond druipend van de regen nog steeds trouwhartig zijn collectebus naar je uitsteekt?
De toekomst van Goede Doelen Nederland
Hoe de jubilaris zijn eigen toekomst als koepel ziet, bleef op dit congres nogal onderbelicht. Is er straks nog wel behoefte aan een centrale belangenbehartiger als de belangen door allerlei technologische en maatschappelijke ontwikkelingen steeds verder uiteen gaan lopen? Kunnen straks social enterprises ook lid worden? Moet Goede Doelen Nederland niet met een paar zetels in de Tweede Kamer?...
Gelukkig mag je als feestvarken zelf bepalen wat je wel en niet viert op je eigen congres. De keuze om vooral te kijken naar de ontwikkelingen bij de leden, is een begrijpelijke. Op het resultaat - een onderhoudend en informatief jubileumcongres - kan Goede Doelen Nederland met tevredenheid terugkijken. Op naar een nieuw jubileum, of zijn we dan allemaal intussen al gealgoritmiseerd?
* auteur Edwin Venema is zelfstandig publicist en eigenaar van redactiebureau De Kopijmeester. Hij schreef dit verslag in opdracht van De Dikke Blauwe.
>Wie ook een spoedcursus AI wil doen, gaat naar: www.ai-cursus.nl
>Aanbevolen literatuur over AI door Jim Stolze: Weapons of math destruction, door Cathy O’Neil. Weapons of Math Destruction is een Amerikaans boek uit 2016 over de maatschappelijke impact van algoritmen. Het onderzoekt hoe sommige big data-algoritmen in toenemende mate worden gebruikt op manieren die reeds bestaande ongelijkheid versterken.