De laatste jaren voert PWC voor SocialEnterprise.nl een zogenaamde monitor uit onder sociale ondernemingen. Dat is een mooi streven, om de ‘groei van de sector’ te bewijzen en te stimuleren. Omdat ik las dat die groei erg groot is, en de impact eveneens, ben ik de monitor maar eens gaan lezen. Helaas valt het dan toch een beetje tegen.
Maar eerst… wat is dat nou, die ‘sector’ van sociale ondernemers. Het verhaal begint met een rapport van McKinsey (2011) waarin staat dat er in Nederland zo’n 4.000 sociale ondernemingen zijn. Maar als Social Enterprise NL in 2016 ongeveer 250 leden heeft (waarvan sowieso al de helft eraf kan omdat het geen ondernemingen zijn die aan de eigen criteria van Social Enterprise NL voldoen) dan wordt het toch wat anders. Is er dan sprake van een opkomende ‘sector’?
Aan de monitor deden vervolgens 130 ondernemingen mee. En bij die bedrijven blijkt: ‘De werkgelegenheid bij sociale ondernemingen in Nederland is tussen 2013 en 2015 met 36% gestegen en de omzet groeide met 24%. Percentages die significant hoger ligger dan bij reguliere mkb-bedrijven.’
Nu ben ik ook redelijk goed in het manipuleren van informatie, maar een sfeer creëren alsof de sociale ondernemingen ongeveer de motor van de economie zijn, is misschien toch een beetje over the top. Een percentage groei zegt me echt niets. Ik heb liever 5% van een grote taart, dan 24% van een klein koekje….
Want wat ik dan zou willen weten is hoeveel reguliere, duurzame betaalde banen al die sociale ondernemingen dan hebben gecreëerd. En ja natuurlijk, er zijn resultaten in deze ‘sector’. Maar waarom dat dan weer zo overdreven verkopen? Alsof we in een wereldwijde beweging zitten waarbij je wel gek zou zijn als je je niet aansluit.
Een kennis van mij uit Engeland - het Mekka van de sociale ondernemers, maar dat komt alleen omdat de voertaal tegenwoordig Engels is dus alles uit andere landen minder opvalt - heeft het over de ‘hero status of the social entrepreneur’. Zelfverklaarde helden, innovators van de economie, die primair voor de impact gaan, geen eigen belang hebben, en eigenlijk allemaal in aanmerking komen voor een koninklijke onderscheiding.
Mijn nichtje werkt bij een filiaal van de Albert Heijn. Zij heeft vanaf haar geboorte een arbeidshandicap. De supermarkt heeft geen ‘Impact first’-beleid, maar neemt wel deze mensen in dienst: niet op een gesubsidieerde baan, of een ‘leer-werk-plaats’ of als vrijwilliger. Gewoon in dienst, op de loonlijst. Net als Philips al jaren doet met het werkgelegenheidsplan. Deze bedrijven creëren echt veel meer impact dan alle sociale ondernemers bij elkaar! En al die duizenden mkb’ers, die op allerlei manieren bijdragen aan een betere buurt, mensen in dienst nemen (en houden!).
Sociale ondernemingen zijn vaak echt goed bedoelende bedrijven. Ik hoef ze hier niet af te serveren, of te zeggen dat ze niks voorstellen. Nee, er zit echt wel potentie in. Alleen… het zijn er niet zoveel en de impact is echt niet zo gigantisch. En daar heb je echt geen aparte rechtspersoon voor nodig. Het probleem ligt daar niet. Net zomin als bij ‘de overheid’, die in de monitor steeds als de boosdoener wordt gezien. Er zijn gewoon nog niet zoveel echte sociale ondernemers. Dat hindert niet; daar kunnen we aan werken. Maar als we de impact van die sector nu al zo gigantisch lopen te overdrijven, hoe geloofwaardig blijft het dan allemaal? Als je sociaal ondernemen serieus neemt, is het meer dan een goedkope marketingcampagne.
(Social) Impact