Fiscus & fondsen: kleine percentages, grote gevolgen

Fiscus & fondsen: kleine percentages, grote gevolgen
Fiscus & fondsen: kleine percentages, grote gevolgen
25 april 2016
Opinie | | Tax & Legal

DDB-expert Finance & Governance Roderik Bolle roept vermogensfondsen en koepel FIN op om met de Belastingdienst om de tafel te gaan over een duidelijke fiscale kadering van het eeuwigdurend in stand houden van vermogen, een statutaire vereiste waarnaar vooral oudere stichtingen met grote aandacht zouden moeten kijken. Elke euro die niet aan vermijdbare kosten wordt besteed, kan jaren meehelpen om het vermogen te laten aangroeien – niet onbelangrijk als 'welvaartsvast' de doelstelling van de erflater was in plaats van 'waardevast'!

Recentelijk viel bij een bevriende bestuurder een brief op de mat met daarin de aankondiging dat er op korte termijn een bezoek van de inspecteur verwacht kon worden. De stichting in casu, voor dit verhaal is hun naam niet relevant, werd zoals bij elke controle, vriendelijk, edoch behoorlijk dwingend verzocht om een waslijst aan zaken aan te leveren vooraf, als ook een tweede waslijst aan zaken paraat te hebben op de dag van de controle zelf.
Kort daarop viel een tweede brief op de mat, waarbij de datum vastgelegd werd; de toon, kortom, was gezet.
De inspectie namens (niet door) het ANBI-team was streng, maar rechtvaardig. Het bleek dat de inspecteur wel een paar aan- en opmerkingen had ten aanzien van het vermogen (de overige bevindingen zoals uitkering bij opheffing van batig saldo aan een andere stichting met gelijkwaardige statutaire doelstellingen e.d. zijn voor nu even van ondergeschikt belang).

Ten aanzien van dat vermogen werd gesteld, dat in de statuten 'keihard' omschreven moet staan dat het een eeuwigdurend vermogen moet betreffen. Is dat niet duidelijk, dan zou het zo maar kunnen zijn dat het vermogen 'op moet'. Dit is van belang voor vooral de oudere stichtingen, die er goed aan doen te controleren of ze ergens hebben benoemd dat de schenker(s) van weleer, dit ook echt zo eeuwigdurend hebben nagelaten.

►ANBI.nl: 'Eigen vermogen moet beperkt blijven'. De instelling mag niet meer vermogen aanhouden dan redelijkerwijs nodig is voor de continuïteit van de voorziene werkzaamheden ten behoeve van de doelstelling van die instelling. Het is toegestaan om verkregen vermogen in stand te houden als de erflater of schenker dit heeft bepaald. Een ANBI dient haar vermogen conform de statutaire doelstelling feitelijk te besteden aan haar doelstellingen.

Dat 'eeuwigdurende karakter' heeft ook andere implicaties – immers, welke vermogensgroei mag er aangehouden worden, teneinde het vermogen in stand te houden? Onderstaande grafiek geeft goed weer dat deze discussie nog wel eens tot zeer afwijkende opstellingen van enerzijds de Belastingdienst, anderzijds het bestuur kan leiden...




De grafiek geeft het verschil tussen inflatie en de ontwikkeling van de welvaart weer – bijgehouden van einde Tweede Wereldoorlog tot en met 2015. U begrijpt dat de Belastingdienst de vermogensgroei als waardevast (CPI) zal kunnen bekijken, terwijl een penningmeester mogelijk pas tevreden is als de feitelijke welvaartskoopkracht (de rode lijn) zal zijn bijgehouden... Het verschil is een magere 2.6% per jaar, maar vooralsnog is deze grafiek en de implicatie ervan voor vermogensfondsen niet meegenomen in enige discussie van toekomstige regelgeving en zelfregulering voor en door vermogensfondsen. Het lijkt me verplicht huiswerk voor zowel vermogensfondsen zelf, als hun toezichthouders en koepels ...

Eenzelfde grafiek is te maken voor de kosten van het beleggen/vermogensbeheer. Zie hieronder de prestatie van de S&P500 over pakweg de afgelopen 50 jaar, telkens gecorrigeerd voor een hogere, jaarlijkse kostenvoet in percentages uitgedrukt tot en met 2014.



Als over een lange periode genomen de gemiddelde budgetten per jaar voor uitgaven en overhead als percentage van het vermogen op 3% geschat worden, dan zijn vermogensbeheerkosten toch zeker de moeite van het vermelden waard!

►Belastingdienst.nl: 'Redelijke verhouding tussen kosten en bestedingen'. De beheerkosten moeten in redelijke verhouding staan tot de bestedingen. Wat 'redelijk' is, is (onder andere) afhankelijk van de aard van de ANBI. Zo heeft een instelling die fondsen werft vaak andere kosten dan een instelling die een vermogen beheert.

Bovenstaande ANBI-eis is actueel aan het worden, want als vermogensbeheerlasten 1.5% per jaar bedragen, dan hebben deze een veel grotere impact op het totaal besteedbare budget dan wenselijk. Stel 3% budget uitgaven & overhead + 1.5% kosten, dan vormen de kosten van vermogensbeheer 33% van de totale jaarlijkse uitgaven. Dit punt werd bij bovengenoemde controle letterlijk door de inspecteur aangehaald.: 'Uw jaarlijkse kosten voor vermogensbeheer vormen een erg groot gedeelte van uw totale jaarlijkse uitgaven.' De grafiek laat en passant natuurlijk ook zien wat de feitelijke vermogensontwikkeling zou zijn geweest indien de kosten niet gemaakt zouden zijn.
De twee hiervoor genoemde onderwerpen zijn voor vermogensfondsen en hun besturen zeer relevant: elke euro die niet aan vermijdbare kosten wordt besteed, kan jaren meehelpen om het vermogen te laten aangroeien – niet onbelangrijk als 'welvaartsvast' de doelstelling van de erflater was in plaats van 'waardevast'! De discussie over het statutair goed duiden van het eeuwigdurend in stand houden van vermogen, verdient om meerdere redenen de aandacht van het bestuur:

♦is er in de statuten specifiek genoeg benoemd dat in stand houden van vermogen vereist is?
♦zo niet, wat is dan de peildatum, per wanneer de inspecteur bepaalt dat vermogen met een instandhoudingspercentage mocht aangroeien?
♦en wat is dat percentage dan? Welvaart of CPI?
♦wat zijn voor vermogensfondsen redelijke verhoudingen tussen kosten en bestedingen?

Het is een goed idee als, bijvoorbeeld vanuit koepel FIN, de discussie met de Belastingdienst gevoerd wordt om deze percentages voor vermogensfondsen gekaderd te krijgen. Dat fondsenwervende instellingen en hybride fondsen niet hetzelfde behandeld kunnen worden, is in de ANBI-teksten al opgenomen. 
2/2