EFC: filantropie moet stelling nemen bij toenemende repressie

Filantropie heeft beslist antwoorden op oppressie van regimes die civil society's willen muilkorven
Filantropie heeft beslist antwoorden op oppressie van regimes die civil society's willen muilkorven
8 juni 2016

De ruimte waarin de civil society kan opereren wordt mondiaal gezien steeds kleiner. Sinds 2012 is in meer dan honderd landen wetgeving doorgevoerd die democratische rechten onder druk zet. Wat is de rol van filantropische instellingen in deze trend van toenemende repressie? Op de conferentie van de European Foundation Centre (EFC) die plaatsvond 26-28 mei in Amsterdam, werd uitgebreid aandacht besteed aan de toenemende verdrukking van het maatschappelijk middenveld.
 
Tijdens het EFC-seminar The Shrinking Space for Civil Society spraken vier bestuurders van filantropische instellingen over hun ervaringen met de toenemende repressie. Ook gingen ze met het publiek in debat over de verantwoordelijkheid die fondsen kunnen nemen en mogelijke praktische oplossingen.
Dagvoorzitter Dharmendra Kanani opende het seminar met een schets van de huidige situatie. In meer dan honderd landen is de bewegingsvrijheid van ngo’s wettelijk middels de wet aan banden gelegd. Hiervoor zijn door de verschillende overheden allerlei redenen aangevoerd: terrorismebestrijding, het beperken van de influx van buitenlands kapitaal of de wens tot meer controle over het maatschappelijk middenveld. 'Als je een fonds bent dat belangengroepen (advocacy groups) ondersteunt, zul je dit zelf aan den lijve ondervonden hebben', zei de dagvoorzitter. 'Het is moeilijker om je geld het land binnen te krijgen, kantoren worden gedwongen gesloten en de ngo’s waarmee je samenwerkt komen steeds meer onder druk te staan.'

 
Atje Drexler
Criminalisering van buitenlandse financiering
Na die korte introductie vroeg hij de panelleden, die allen voor internationaal opererende fondsen werken, naar hun ervaringen. 'Ik ervaar inderdaad die krimpende ruimte voor het maatschappelijk middenveld', antwoordde Atje Drexler van de Duitse Robert Bosch Stiftung. 'Er heeft zich een enorme kanteling voorgedaan. Vroeger waren we overal welkom, nu worden we ervan verdacht dat we kwaad willen doen, onrust willen stoken en het regime willen afzetten. Er heeft een criminalisering van buitenlandse financiering plaatsgevonden en een marginalisering van diegenen die het ontvangen.' 
 
Maria Chertok is actief in Rusland als directeur van de Charity Aid Foundation Russia. Ze beaamde dat het moeilijker is om geld van buitenlandse financiers te ontvangen. 'Maar', zei ze, 'de buitenlandse investeringen worden vervangen door binnenlandse financiering. Dat geld wordt ingezet voor een ander soort doelen en projecten worden op andere manieren uitgevoerd. Maar het geeft ons genoeg hoop om door te gaan.'
 
Bhekinkosi Moyo van Southern Africa Trust wees op het gebrek aan solidariteit. Toen in Ethiopië draconische maatregelen werden doorgevoerd keken de buurlanden weg, totdat ze zelf aan de beurt waren. Toen het maatschappelijke midden werd aangevallen, dacht de filantropiesector dat het haar niet aanging. Totdat ze zelf aan de beurt was. De verschillende groepen zouden samen moeten optrekken om de repressie tegen te gaan, aldus Moyo.
 
Zelfreflectie
Vanuit het publiek riep een spreker op tot meer zelfkritiek. 'Fondsen hebben een eurocentrische houding tegenover de donorlanden: 'wij zullen jullie wel vertellen wat jullie moeten doen'. Het gaat niet alleen om de 'ellendige regeringen' van China en Rusland. We moeten ook kijken naar wat we zelf doen.’

 
Vinit Rishi
Daarop reageerde het vierde panellid Vinit Rishi van de Oak Foundation: 'Wij werkten in Ethiopië aan een project over kinderrechten. Het land heeft het VN-verdrag over kinderrechten ondertekend. Wij leggen hun dus niets op. Overheden hebben verschrikkelijk veel geld te besteden en wij komen daar aan met drie miljoen. Het is niet dat we de zaak overnemen. Maar na de invoering van de nieuwe wetten zijn we uit Ethiopië weggegaan.' Hij voegde daaraan toe: 'We worden gezien als een elite die ver afstaat van de mensen die we proberen te helpen. Het zijn niet alleen de overheden die ons niet vertrouwen. Bevolkingen denken ook dat wij kwaadwillend zijn en slechte dingen doen. We hebben een PR-probleem.'
 

Bhekinkosi Moyo
De filantropiesector moet samen optrekken
'Het is belangrijk onderscheid te maken tussen belangengroepen en andere maatschappelijke organisaties', zei een spreker uit het publiek. 'Deze discussie gaat eigenlijk alleen over de eerste groep. Maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor bijvoorbeeld gezondheidszorg of landbouw zijn nog steeds welkom.'
 
Daar was Atje Drexler het faliekant mee oneens. 'Door dat onderscheid te maken, kunnen overheden het maatschappelijk middenveld vertellen wat het wel en niet kan doen. Het heeft ook tot gevolg dat je een overheid niet in de volle breedte ter verantwoording roept, maar slechts op specifieke zaken. Stel dat je een project doet om gehandicapte jongeren te helpen. Daarmee voorzie je in een dienst die de overheid laat liggen. Als je dat ter sprake zou brengen, begeef je je in het politieke spectrum en wordt je eruit gegooid. We moeten zo’n onderscheid niet legitimeren. Als we dit toelaten bevinden we ons op een glijdende schaal waarin steeds meer van onze vrijheden worden beknot.'
 
Maria Chertok
Bhekinkosi Moyo viel haar bij: 'Het onderscheid tussen maatschappelijke groepen en belangengroepen bestaat niet. Humanitair werk kan een politiek werktuig worden.' Ook Maria Chertok deed een duit in het zakje: 'Het is niet de Russische overheid waar ik mij zorgen over maak. Van hen kun je alles verwachten, dus ook dat ze dit onderscheid maken. Wat ik erger vind, is dat ook binnen de sector dat onderscheid wordt gehanteerd. Dat is al van het begin af aan zo, het zit in de mentaliteit. En fondsen spelen een rol in het dieper maken van de kloof. De Europese Commissie had bijvoorbeeld twee rondes voor subsidies, een voor maatschappelijke organisaties en een voor belangenbehartigers. Voor de winnende aanvragen werden twee workshops georganiseerd. Weer volgens die scheidslijn. Ondanks dat de workshops in dezelfde week plaatsvonden, werden de groepen apart gehouden.'
 
De rol van filantropie
Bhekinkosi Moyo had mooie afsluitende woorden over het onderwerp: 'Ik zie een grotere rol specifiek voor filantropie dan voor het maatschappelijk middenveld als geheel om dit aan te pakken. Overheden proberen filantropische instellingen het hof te maken. Het gaat hen om het geld, maar het is aan de filantropiesector om een goed raamwerk te eisen waarbinnen de ngo’s kunnen werken.
 

Tijdens de seminar werd het gelijknamige rapport The Shrinking Space for Civil Society gelanceerd. Het rapport bestaat uit een serie artikelen van vooraanstaande bestuurders van filantropische instellingen uit de hele wereld die samen een verkenning vormen van de repressie van het maatschappelijk middenveld. Het rapport is gratis beschikbaar via bovenstaande link.
 
De seminar en het rapport zijn onderdeel van een breder initiatief van het EFC en partners rondom het thema van de krimpende ruimte van het maatschappelijk middenveld. Meer informatie is beschikbaar op de EFC-website.
 
►Deze en komende weken publiceert De Dikke Blauwe diverse verslagen van parallelsessie van het 27e EFC-congres.
 
 
2/2