Een pakkend verhaal over de grote trends voor foundations in internationaal perspectief: dat lijkt een kolfje naar de hand van Van Gendt, gelauwerd bestuurder en adviseur van talloze filantropische organisaties over de gehele wereld. Van Gendt stelde zijn gehoor in Lissabon dan ook niet teleur met een ‘grand tour’ door het veld van de steeds vaker internationaal opererende foundations, zoals ook de Calouste Gulbenkian Foundation. Die werd in 1956 opgericht door het testament van Calouste Sarkis Gulbenkian, een filantroop van Armeense afkomst die tussen 1942 en het jaar van zijn dood, 1955 in Lissabon woonde.
Het doel van de stichting is het verbeteren van de kwaliteit van leven door middel van kunst, liefdadigheid, wetenschap en onderwijs. Voor de periode 2018-2022 legt de foundation nadruk op drie gebieden: sociale cohesie en integratie, duurzaamheid en kennis.
De context belangrijker dan de trends zelf
Niet alle nieuwe filantropietrends hoeven kritiekloos omarmd te worden, hield Van Gendt - die houdt van demystificeren - zijn gehoor direct voor bij de behandeling van vijf grote ontwikkelingen:
- Van doneren naar doneren & investeren;
- Van kortdurende projectfinanciering (‘projectencaroussel’) naar systeemfinanciering;
- Van financiering op gevoel naar evidence base financing;
- De opkomst van echte partnerships en pooling van resources;
- Meer focus in de bestedingsdoelen.
Maar belangrijker dan die trends, zo concludeerde Van Gendt, die ze alle uitgebreid van commentaar voorzag, is de sociale, economische en politieke context waarin ze plaatsvinden. Van Gendt noemde de migratiegolven, de opkomst van populisme en nationalisme, de groter wordende kloof tussen arm en rijk en ook de politieke fragmentatie die leidt tot besluiteloosheid en verdere polarisatie. Van Gendt: ‘De politiek gaat niet meer om de tegenstelling tussen links en rechts en progressief tegenover conservatief, maar om de tegenstelling tussen zij die de toekomst omarmen en zij die er juist bang voor zijn.’
Ook vertrouwen in fondsen staat onder druk
Het decor van de filantropie verandert razendsnel en dwingt de fondsen hun toegevoegde waarde voor de samenleving veel pregnanter en urgenter te demonstreren dan ooit tevoren, betoogde Van Gendt. Want niet alleen is het vertrouwen van burgers in politiek en overheden verminderd, dat geldt ook voor het vertrouwen in civil society-organisaties. Van Gendt refereerde aan de kritiek die er met name is op ‘big philanthropy’. Hij verwees naar de argumenten van de Nederlandse historicus Rutger Bregman (die tijdens het laatste World Economic Forum in Davos de grote filantropen op de korrel nam) en Robert Reich (in diens boek Just Giving: Why Philanthropy is Failing Democracy and How it Can Do Better). Big philanthropy is volgens hen een machtsmiddel en speeltje van de ‘filthy rich’: geen accountability, geen transparantie, donorgericht en vooral gefaciliteerd met belastinggeld.
Van Gendt ziet in die argumenten weinig terug van de filantropie die wel degelijk een toegevoegde waarde kan hebben voor menselijk welzijn en een pluriforme democratie en legt de verantwoordelijkheid voor (wat vaak lijkt op) ‘tax evasion’ ook weer terug bij de overheden die er klaarblijkelijk ook de ruimte voor willen geven. Van Gendt: ‘Prijs de Heer dat er privaat geld beschikbaar is voor het algemeen belang!’