Column uitgesproken tijdens de vernissage van Geven in Nederland, op de Dag van de Filantropie op 20 april, door DDB-Expert Peter Scholten. De kern van zijn relativerende betoog: hoeveel geld we ook ophalen, we weten daarmee nog niet of dat geld ook efficiënt besteed is en de gewenste impact heeft gehad. Sterker nog: hoe meer we geven, hoe minder efficiënt we het geld besteden? Misschien is minder geven dan zelfs wel beter... au.
Een paar jaar geleden was ik in Turkije en ik ontmoette daar een vrouw die onderzoek had gedaan naar het beveiligen van schaapskuddes tegen de wolven. Ik zal u het hele onderzoek besparen, maar de interessante conclusie was: herders met één herdershond hadden veel minder dode schapen als gevolg van aanvallen van de wolven, dan herders met meerdere honden. De reden was eigenlijk vrij eenvoudig: als er meerdere honden bij de schapen rondlopen, gaan ze met elkaar spelen en zijn ze minder alert.
Dan vraag je je af: als er steeds meer organisaties - van groot tot klein - zich bezighouden met filantropie, zou dat dan de efficiëntie en effectiviteit wel bevorderen? Of, als er ieder jaar méér geld wordt binnengehaald door goede doelen, zou dat betekenen dat er ook steeds meer maatschappelijke impact wordt gerealiseerd?
Of zou het zo kunnen zijn, dat er zoveel geld binnenstroomt, dat er steeds meer ruimte komt voor allerlei nevenzaken, salarissen, managementadviseurs en andere niet noodzakelijke uitgaven, waardoor per saldo de euro steeds minder goed wordt besteed?
Kortom: is meer geld eigenlijk wel goed? Zou een beetje meer schaarste niet heilzaam kunnen zijn?
Als we weten hoeveel euro’s er worden opgehaald, weten we dan iets over de mate waarin de uitgaven efficiënt zijn gedaan? Had er niet veel meer met minder gekund?
Een bekend voorbeeld is de tegenwoordig redelijk populaire kosten-batenanalyse of ‘social return on investment’. Dan kunnen we uitrekenen dat één geïnvesteerde euro in een project, er twee, of drie, of soms zelfs 8 of meer euro’s heeft opgeleverd. Nog in het midden latend of al deze cijfers wel kloppen (ik heb af en toe zo mijn twijfels), zegt zo’n ratio helemaal niets over efficiëntie. Want had met die ene euro niet veel meer bespaard kunnen worden? Waarom maar een ratio van 3 en niet van 4?
Kortom: cijfers zijn leuk vermaak; je kunt er zelfs een hele Dag van de Filantropie aan ophangen. Maar het gaat dan wel om de vraag: welke cijfers?
Dat is natuurlijk niet het doel van deze feestelijke dag. Vandaag gaat het enkel om de vraag hoeveel Nederland weer bij elkaar geveegd heeft voor het goede doel. Dat geeft altijd een warm gevoel. 5,7 miljard is immers een hoop geld. Daar drinken we straks weer op!
Dat ik dan morgen weer met een kater zit, neem ik op de koop toe.
(Social) Impact