De trend dat grote gevers meer invloed willen op de impact van hun donatie aan of investering in een goed doel, is niet nieuw. Wel is interessant dat het ABN AMRO MeesPierson-onderzoek in elk geval voor de eigen clientèle een antwoord heeft op de vraag: wat is nu bepalend voor de geefbereidheid van een filantroop, de grootte van zijn vermogen of de hoogte van het inkomen? Het laatste dus.
De nieuwe filantroop
Volgens Marianne Verhaar-Strijbos, directeur Filantropie Advies van ABN AMRO MeesPierson, is er een nieuwe filantroop in opkomst: de Geefondernemer. In het voorwoord van het gelijknamige onderzoekrapport, dat vorige week werd gepresenteerd, schrijft zij: 'De gulle gevers van vandaag blijken de welgestelde werknemers en ondernemers te zijn. Niet de grootte van het vermogen, maar de hoogte van het inkomen lijkt bepalend te zijn voor de mate waarin men schenkt. Werknemers schonken 0,5 procent van hun vermogen aan goede doelen (€12.992, red.), ondernemers 0,3 procent (€10.349, red.), terwijl erfgenamen 0,1 procent van hun vermogen doneerden (€2.802, red.). Een interessante constatering, vind ik. Filantropie is dus niet alleen het voorrecht van vermogende erfgenamen, maar ook zeer belangrijk voor werknemers en ondernemers die actief willen bijdragen aan een betere wereld. Thema’s als armoedebestrijding in binnen- en buitenland en noodhulp staan hoog op de agenda van deze nieuwe filantropen. Daarnaast zien we dat vrijwilligerswerk aanzienlijk toeneemt en dat onze vermogende relaties hun geld ook via duurzame investeringen voor de samenleving inzetten.'De actieve gever is vooral ondernemer
Dr. Paul Smeets, onderzoeker en Assistant Professor in Finance aan de Universiteit Maastricht: 'Filantropie wordt van oudsher vaak geassocieerd met het geven door erfgenamen. Uit ons onderzoek blijkt dat de actieve gever vooral ondernemer of werkgever is. Werknemers en ondernemers schonken een hoger bedrag aan goede doelen dan erfgenamen. Ook als percentage van het inkomen gaven werknemers het meest en erfgenamen het minst.Werknemers, die het meeste schonken, deden dit vooral aan noodhulp en armoedebestrijding in binnen- en buitenland. Erfgenamen en ondernemers gaven vooral aan gezondheidszorg en welzijn. Veel erfgenamen zetten hun geld maatschappelijk in via duurzame beleggingen. Dit stelt hen in staat bij te dragen aan de samenleving met behoud van hun vermogen.’