Stevige bijdrage aan zelfregulering
De sector is zich als geen ander bewust van het nut van good governance. Goed bestuur en toezicht zijn een stevige loten aan de stam van de zelfregulering die de sector nastreeft. Zonder door overheid gereguleerd extern toezicht zoals gebruikelijk is in bijvoorbeeld de zorg, bij woningcorporaties of de financiële sector, richten goede doelen in goede samenwerking en afstemming zich op basis van het gedeeld belang van een goede reputatie van de sector waarin 5,7 miljard geefgeld in omgaat en waarin 40% van de Nederlandse vrijwilligerswerk verrichten.
Toezicht houden bij goededoelenorganisaties doe je er niet even bij, maar is intensief. Het geld is bijeengebracht door de donateurs, dat vraagt om zorgvuldige besluitvorming over de besteding ervan. Als toezichthouder sta je midden in de maatschappij: een goed doel heeft impact op de samenleving en iedereen vindt er wat van. Door die maatschappelijke dynamiek liggen negatieve publiciteit en reputatierisico’s altijd op de loer.
De rol van het toezichthoudend orgaan is: goed voorbereid zijn, het bestuur een spiegel voorhouden en na een issue ook durven aangeven dat de toezichthouders beter geïnformeerd hadden moeten worden. Uiteindelijk is het de raad van toezicht die de wettelijke verantwoordelijkheid draagt voor de impact en continuïteit van de organisatie.