Verslaggevingsstandaarden duurzaamheid: te warme deken?

Of het nu gaat om klimaatverandering, personeelstekorten of de te grote afhankelijkheid van de wereldeconomie: veel organisaties liggen momenteel wakker van duurzaamheidsvraagstukken. Duurzaamheid is de afgelopen jaren steeds populairder geworden, zowel in de samenleving als bij ondernemingen. Hand in hand met de toegenomen populariteit is het aantal standaarden toegenomen op basis waarvan ondernemingen hun duurzaamheidsinformatie rapporteren.
 
Ontwikkelingen in duurzaamheidsrapportage
Het is lang aan de markt overgelaten om te komen tot één of enkele sets met standaarden die algemeen geaccepteerd zijn. De GRI Standards (meer rules-based) en de IIRC-guidelines (meer principle-based) leken als winnaar uit de bus te komen van deze consolidatieslag, maar hun dekkingsgraad bleef beperkt. Ook specifieke verslaggevingsstandaarden, zoals het GHG-protocol voor broeikasgassen, bleek te beperkt toepasbaar.
 
Het risico op greenwashing, het zich groener of maatschappelijk verantwoordelijker voordoen dan men daadwerkelijk is, ligt met deze lappendeken aan mogelijke standaarden op de loer. Vandaar dat de ambitie van gerenommeerde regelgevende instanties zoals de EU, de ISSB en de SEC om te komen tot algemeen geaccepteerde standaarden, op veel bijval kan rekenen.
 
Van lappendeken naar te warme deken?
Er is veel kritiek op de (te) grote verschillen die er tussen de voorstellen van de verschillende instanties zijn. De EU krijgt vooral kritiek op de enorme omvang van de rapportage die zij voorstellen. De EU vraagt namelijk alle beursgenoteerde bedrijven en grote ondernemingen te rapporteren over 139 thema’s, verdeeld over algemene uitgangspunten, milieu, sociale thema’s en governance.
 
Niet alle thema’s zullen voor alle ondernemingen relevant zijn. Een overdaad aan gevraagde informatie zal gebruikers van verslagen eerder verwarren dan ze goed informeren. Dit staat dan nog los van de extra kosten en druk op personeel om deze zaken te registeren. De vraag is dan ook in hoeverre de huidige voorstellen het doel bereiken dat zij beogen.
 
Veel van de circa 750 ingediende commentaren op de voorgestelde standaarden gaan over synchronisatie met andere standaarden, een gefaseerde invoer en de mogelijkheid om te rapporteren over enkel de relevante thema’s. Hopelijk geeft de EU gehoor aan deze oproep en komen zij in de loop van 2023 met passende finale standaarden.
 
Wat kunt u al wél doen?
Alhoewel niet alle 139 thema’s voor u relevant zullen zijn, is het wel alvast aan te raden de eerste stappen te zetten. De volgende stappen zullen naar alle waarschijnlijkheid in de definitieve standaarden terugkomen:

• Uitwerking van de strategie, doelstellingen en KPI’s op basis van de CSRD-richtlijnen;
• Formaliseren van de ESG governance-structuur. Oftewel, wie is waar verantwoordelijk voor, hoe komen zij aan hun informatie en wat hebben zij gedaan?
• Analyse van uw waardeketen;
• Opzetten van een stakeholderdialoog en materialiteitsanalyse.

 

Heeft u vragen over de standaarden en stappen? Neem dan gerust contact op met Gijsbert Bruijnes via gijsbert.bruijnes@bdo.nl.