Op het moment dat ik dit schrijf, weet ik nog niet wie de Amerikaanse presidentsverkiezingen heeft gewonnen. De voorspellingen zeggen dat het Biden wordt, maar vier jaar geleden zaten de opiniepeilers er ook mooi naast.
Gewone mensen bakken nog veel minder van voorspellen. Sterker nog: de menselijke soort is er uitermate slecht in. Ons eigen fortuin schatten we meestal te rooskleurig in, de toestand van de wereld meestal te somber. En dat is niet nieuw. Zo wist Thomas Malthus in 1789 zeker dat de groeiende wereldbevolking aan hongersnoden ten onder zou gaan. Datzelfde dacht kerkvader Tertullianus ook al in het jaar 200 - we waren toen we met nog geen 250 miljoen. En Paul Ehrlich voorspelde het opnieuw in 1968 in zijn boek ‘The Population Bomb’.
Ook in het land van goed doen gaan voorspellingen grif in de rondte. Over de gevolgen van klimaatverandering, over uitstervende soorten en over de invloed van corona op de armoede in ontwikkelingslanden. Sterker nog: goede doelen kunnen niet zonder voorspellingen. Die vertellen waar we ons druk over moeten maken en waar ons geld en onze energie naar toe moet.
Nog een keer: de uitstervende ijsbeer
So far so good. Maar er is een keerzijde die minder aandacht krijgt. Voorspellingen die niet worden bijgesteld, ook als ze keer op keer niet uitkomen, ondermijnen het vertrouwen. Eerder schreef ik hier al eens hoe het Wereld Natuur Fonds in de problemen kwam omdat ze vast bleef houden aan de voorspelling dat de ijsbeer uitsterft – wat (mede dankzij het WNF!) niet aan het gebeuren is.
Het wordt veel erger wanneer slecht gefundeerde voorspellingen veranderen in beleid. Dat gebeurde bijvoorbeeld in China, waar de leiders in de ban raakten van voorspellingen over de desastreuze gevolgen van de bevolkingsgroei. De moorddadige eenkindpolitiek was het gevolg, met onnoemelijk leed en miljoenen zoekgeraakte meisjes. En dat is geen wijsheid achteraf: van meet af aan wezen critici erop dat de voorspellingen over een onhoudbare bevolkingsgroei veel te somber waren.
Voorspellen kun je leren
Maar hoe weet je welke glazen bol je kunt vertrouwen? Hoe kun je valide van onbetrouwbare voorspellingen onderscheiden? Het goede nieuws is dat je voorspellen kunt leren. De Amerikaanse hoogleraar Philip Tetlock maakt daar zelfs er een studie van. Hij ontdekte dat sommige mensen de kunst van het voorspellen veel beter verstaan dan anderen. Deze ‘supervoorspellers’ zijn niet per se experts en geleerden, en al helemaal niet de gasten aan de talkshow-tafels.
Supervoorspellers, zegt Tetlock, herken je aan hun mindset. Ze zijn nieuwsgierig en open minded. Ze verstaan de kunst om hun ‘best-loved ideas’ te laten varen: een overtuiging zien ze als een hypothese die je moet testen, niet als een parel die je kost wat kost moet beschermen. Veranderen de feiten, dan stellen ze hun overtuiging bij. Het lukt de supervoorspellers ook beter dan gemiddeld om weerstand te bieden aan hun confirmation bias: de neiging om vooral op zoek te gaan naar informatie die het eigen gelijk bevestigt.
Beginnen bij de basis
Nog een kenmerk dat supervoorspellers onderscheidt van de rest: ze beginnen bij de basis. Neem de vraag of Trump zal worden herkozen. Een supervoorspeller denkt niet meteen: ‘Zo’n idioot! Dat is godsonmogelijk!’ Zijn eerste vraag is: hoe gaat het meestal? Het verleden laat zien dat de zittende president meestal wint - pluspunt voor Trump. Dat gebeurt vooral wanneer de economie in de lift zit – minpunt voor Trump. Natuurlijk speelt het karakter van de president een rol, maar het is slechts één van de factoren in de kansberekening.
Terug naar goede doelenland. Wat mij betreft kunnen we daar wel een scheutje Tetlock gebruiken. Bijvoorbeeld rond voorspellingen over het einde van de mensheid, wanneer we niet binnen 5, 10, 12 (vult u maar in) jaar onze levenswijze wereldwijd radicaal hebben veranderd. En de voorspelling dat klimaatverandering vanaf 2030 elk jaar een kwart miljoen extra slachtoffers zal eisen. Of de vooruitblik dat er binnen 15 jaar een grote vluchtelingenstroom op gang komt, omdat grote delen van de wereld dan niet meer leefbaar zijn.
Ondertussen blijf ik geloven dat Biden de verkiezingen gaat winnen. Ik hoop, wanneer u dit leest, dat de feiten mijn overtuiging niet in de steek hebben gelaten.
Mirjam Vossen is journalist, sociaal-geograaf en media-onderzoeker. Ze promoveerde aan de Radboud Universiteit op een onderzoek naar de framing van wereldwijde armoede in de media. Mirjam schrijft regelmatig columns en commentaren voor De Dikke Blauwe: klik hier.
Filantropie