Zilvervloot

25 oktober 2007
Opinie | | Organisatienieuws

De 21ste eeuw is koud zeven jaar oud. Als de voortekenen niet bedriegen tekent zich nu al een nieuwe gouden eeuw af. In de wereld van het geefgeld, bedoel ik dan. De ANBI regeling, de opkomst van de fondsen op naam, nieuwe reuzen zoals de stichting Optas enzovoorts zorgen voor een tsunami aan geefgeld.. De sociale projectontwikkelaars zien handenwrijvend toe hoe de schatkamers uit hun voegen barsten want er is nog meer. Het nieuwe kabinet wist met de wijkaanpak de niet onbedeelde woningcorporaties bakken geld afhandig te maken voor sociale cohesie in de buurt. Provincies storten zich met rijk gevulde buidels ook op de markt van welzijn en geluk. Het staat wel niet in hun kerntaken, maar een beetje profileren kan geen kwaad. Kortom, de zilvervloot is uitgevaren.


Tegen die achtergrond keuvelt de filantropische sector vooral over transparantie. Bijzaak, in mijn bescheiden opinie. Het moet gaan om rendement en impact. Kan mij wat schelen wat de overheadkosten zijn. Ik wil resultaat zien. En daarover gaat het veel te weinig. De vloedgolf aan geld is m.i. een goed moment om weer eens na te denken over de rol en functie van het geefgeld in de samenleving. Toen de toenmalige voorzitter van de VFI, Paul Beerkens,eertijds in de krant liet optekenen dat de overheid bij bezuinigingen contact met hen op moest nemen om de ondersteuning over te nemen, was het oorverdovend stil. Niet bij ons. In ons eigen blad ageerden wij tegen deze Angelsaksische opvatting van de rol van de filantropie. Zo dus niet. Hoe dan wel?

 


Ik stel vast dat het tijd wordt voor een nieuwe rolverdeling. Iedereen, de overheid incluis, wil vrijwel alleen geld beschikbaar stellen voor projecten. Die moeten dan ook vernieuwend zijn. Uit eigen ervaring weten wij dat ongeveer 50% daarvan mislukt, een kwart goed maar niet overdraagbaar is en een kwart mooie diamantjes betreft. Voor uitrollen en verdere implementatie van de diamantjes is meestal geen geld beschikbaar. De overheid neemt dus grote risico's met middelen van de belastingbetaler, maar heeft geen geld over voor de effectieve bestrijding van bepaalde problemen. Risico's die de geefgelders wel kunnen nemen. Mijns inziens moeten nemen in het kader van hun maatschappelijke functie. Dus als we nu eens om te tafel gaan als sector met de overheid. Samen bepalen wat de probleemvelden zijn. Investeringsafspraken maken. Wij geefgelders pionieren en experimenteren. Werkt iets aantoonbaar, dan neemt de overheid het gegarandeerd over.

 


Het bedrag wat ogenschijnlijk bespaard wordt door de overheid blijft dus in reserve en wordt later aangewend. Niks bezuinigen dus. De voordelen zijn legio. Onze laboratoria zonder productiehallen, krijgen op die manier een veelvoud van het huidige rendement vormgegeven in nieuwe productiehallen.. De belastingbetaler slaapt wat geruster. De zoekende geefgeld bestuurder die zijn geld niet kwijt kon heeft een nieuwe afzetmarkt en aan het centen kostende geleur met goede voorbeelden komt een einde. Last but not least: de problemen van de burger worden eendrachtig aangepakt. Zijn we klaar voor een nieuwe koers van de zilvervloot?

 


Jos Verhoeven

Directeur Start Foundation