Zero tolerance: leer de beleidslimbo dansen!

Een zero tolerance beleid met betrekking tot malversaties in OS klinkt goed, maar blijkt in de praktijk soms averechts te werken, constateert Evelijne Bruning.
Een zero tolerance beleid met betrekking tot malversaties in OS klinkt goed, maar blijkt in de praktijk soms averechts te werken, constateert Evelijne Bruning.
1 februari 2018
Opinie | | Ontwikkelings samenwerking

In december schreef de kersverse minister Kaag aan de Tweede Kamer: ‘misbruik van middelen bestemd voor ontwikkelingssamenwerking en noodhulp wordt niet getolereerd. Het ministerie heeft een zero tolerance beleid met betrekking tot malversaties.’ Dat klinkt logisch en bekt ook best lekker. Maar in de praktijk blijkt die zero tolerance soms toch behoorlijk negatief uit te werken. Fascinerend, hoe vaak goed bedoeld beleid uiteindelijk vooral leidt tot het vermenigvuldigen van bureaucratie.
 
Deze week was ik op bezoek in een van de twaalf lage inkomenslanden waar wij al twintig jaar werken aan het einde van honger en armoede. Met briljante resultaten. Dat komt, behalve door onze sterke lokale staf, voor een aanzienlijk deel omdat we in relatieve rust een effectieve aanpak hebben kunnen ontwikkelen. Met privaat geld. Van genereuze filantropen. Die een veel langere horizon hebben dan de politieke kortetermijnagenda. Maar ja, als je eenmaal een strategie hebt ontwikkeld die werkt, dan wil je die onvermijdelijk ook graag opschalen. Daar zijn ook andersoortige financiers voor nodig.  
 
We waren dan ook maar wat trots toen in 2013 een Nederlandse ambassade ons werk substantieel wou subsidiëren. En daarbij zowaar genoegen wou nemen met onze al gangbare planning en rapportages. Maar waar de gemiddelde private financier minstens tien jaar meedoet, waaide de beleidswind van deze ambassade na drie jaar alweer uit een heel andere hoek. Er was elders in het land flink gefraudeerd. We moesten daarom voortaan aan fors opgeschroefde eisen voldoen op gebied van planning en rapportages. En er kwam een extra audit.  
 
Allemaal fors méér werk voor ons team van lokale experts dan we ooit met de ambassade hadden afgesproken. Maar als de ietwat naïeve kuikens die we zijn, dachten wij dat een dit een mooie manier voor ons lokale team zou zijn om te leren omgaan met complexe donoreisen, en daarmee meteen ook om ons werk te verbeteren. Quod non. Want meer gedetailleerde plannen en rapportages opstellen leverde vooral steeds meer vragen op, die allemaal beantwoord moesten worden, maar uiteindelijk geen beter werk.
 
Die internationale audit ontdekte vervolgens geen fraude en geen malversaties. Mooi. Maar concludeerde ook dat we ons in een aantal gevallen niet aan onze eigen interne administratieve procedures hadden gehouden. Niet zo mooi, natuurlijk. Zo hadden we zonder aanbesteding verschillende keren lokale experts ingehuurd (die al in een formeel projectdocument genoemd stonden of al vaker eerder goed werk hadden geleverd). En hadden we ook geen aanbesteding uitgeschreven bij het aankopen van kunstmest, of voor het organiseren van een uitzending op de nationale televisie. Omdat er in dit land nu eenmaal maar één officiële verkoper van kunstmest is en maar één nationale zender. Dan lijkt aanbesteden best behoorlijk onzinnig. En zo nog een lijstje.
 
Dat er voor deze geconstateerde afwijkingen verklaringen waren, was aan de auditor natuurlijk niet besteed. Wij hadden immers duidelijk ons beheersproces op papier niet op orde. En natúúrlijk is dat niet zoals het moet. Maar het is ook geen malversatie. Toch moeten we nu wel een forse som subsidiegeld aan de ambassade terugbetalen. En vanzelfsprekend wordt ons werk ook daar niet beter van. Maar als ze niet streng zijn, krijgt de ambassade zelf op haar beurt onherroepelijk gedonder met haar eigen inspectiedienst.
 
Alle toezichthouderij die nodig is voor zero tolerance heeft een hele hoge prijs. En leidt vast af en toe tot het gewenste voorkomen of ontdekken van misbruik. Maar tegen welke prijs? Steeds meer geld dat bedoeld is voor armoedebestrijding moet nu naar tussenpersonen, toezichthouders, procesbewakers en dure consultants die met elkaar vooral steeds meer procedures en protocollen produceren. Volgens mij zorgt het daarmee vooral voor de zekerheid dat elke schaarse overheids-euro juist minder goed wordt besteed.  Zero tolerance staat daarmee zero poverty helaas behoorlijk in de weg…
 
P.S. En natuurlijk zijn wij ondertussen volop aan de slag om onze procedures en interne controlemechanismes aan te scherpen, in ál onze landen. En onze medewerkers daar nog eens extra op te trainen. Want we blijven vastberaden om ook hiervan te leren. Gelukkig hebben we daar in ons netwerk pro deo expertise voor gevonden. Want we willen nog steeds graag opschalen. Desnoods door dit soort beleidslimbo te leren dansen.