Zachte normen, harde sancties?

Zachte normen, maar ook harde sancties? De pasgeboren erkenningsregeling zoekt naar balans.
Zachte normen, maar ook harde sancties? De pasgeboren erkenningsregeling zoekt naar balans.
6 juli 2016
Opinie | | Validatie & Toezicht

Vrijdag 1 juli was een feestelijke dag voor de eerste 350 goede doelen die zich nu 'erkend' mogen noemen. Daarmee komt een van de doelstellingen van de nieuwe Erkenningsregeling een belangrijke stap dichterbij: één keurmerk voor alle fondsenwervende doelen in Nederland. Het is één stap op een lang en steil pad, want de nieuwe erkenning kan pas echt een succes worden als deze breed wordt omarmd door zowel de doelen zelf, als door het gevende publiek: draagvlak is daarvoor het uitgesleten begrip.
Wat de nieuwe erkenning echter zal maken of breken is meer dan een communicatie-inspanning. Het is de mindshift die nodig is in de sector zelf om afscheid te nemen van digitale transparantie als basis en een stap voorwaarts te maken naar transparantie-van-binnenuit. Afvinkbare vormen van transparantie zijn en blijven in elke sector noodzakelijk, maar niet als uitgangspunt. Ze belonen immers de reflex om dingen niet of wel te doen uit angst voor straf: straf van de toezichthouder of - erger - straf van de donateur. In het recente verleden hebben wij de 25 procentnorm voor kosten fondsenwerving niet voor niets het 'plafond van de angst' genoemd.
Reflectief toezicht beloont zelfkritiek: de beste en effectiefste vorm van kritiek die er is omdat deze de basis is voor structurele gedragsverandering. De eerste 'self assessments' van het CBF bevestigen dit beeld.
Zitten er gevaren aan deze transitie? Uiteraard. In de 'twilight zone' van nieuwe vertrouwen is er alle ruimte voor eigenrichting, zeker nu ook de toezichthouder zelf moet transformeren. Dat gaat niet van de ene op andere dag. Het vraagt tijd en ervaring om de juiste balans te vinden. Voor wie intussen het beeld heeft gekregen van één grote flower-power-praatgroep die er samen wel uitkomt... Het moge duidelijk zijn dat de toezichthouder ook jurisdictie moet hebben. Het vermogen en de autoriteit om te tuchtigen waar het nodig is. Goede doelenbestuurders: het zijn net mensen. Vliegt er iemand bestuurlijk uit de bocht, dan moeten er ook sancties kunnen volgen.
Het feestgedruis van de eerste erkenningen is begrijpelijkerwijs geen ideale setting voor profilering van scherpe tanden binnen zacht toezicht, maar de waakhond die naast blaffen ook bijten kan zal niet te lang achter de coulissen kunnen blijven.