Meetlat
Wel handig om eerst even bij die filantropische meetlat stil te staan. Hoe bepalen we, hoe een partij zich met een politiek programma verhoudt tot (het belang van) de filantropie? Politieke programma’s gaan doorgaans alleen over wat de overheid moet doen, welke maatschappelijke belangen of vraagstukken op het bord van de overheid liggen en waar meer of veel geld voor moet worden uitgetrokken (een beproefd recept voor meer teleurgestelde kiezers maar zo werkt het blijkbaar). Zelden wordt in een programma benoemd wat de overheid niet (meer) of minder moet doen.
Of (om niet te veel te vragen:) dat de overheid op bepaalde terreinen meer en beter gaat samenwerken met burgers en hun (maatschappelijke) organisaties. Beide zouden voor de filantropische sector wel razend interessant zijn. Ook voor onze democratie overigens.
Daarnaast, door de Covid 19-crisis die samenvalt met de stormloop tegen het neoliberalisme lijkt de windrichting voor de komende jaren al vast te staan. Alle ballen op de overheid betaald door hogere belastingen voor superrijken en bedrijven, zo klinkt het in de campagnedebatten.
Enfin, terug naar de meetlat. Gemakshalve houd ik een thema-neutrale aan, niet gekleurd door prioriteiten of voorkeuren m.b.t. milieu of duurzaamheid, klimaat, zorg, gezondheid, natuur, cultuur of erfgoed. Een meetlat dus die helpt te beoordelen, onafhankelijk van thematische idealen, of een partij het belang van filantropie erkent, ondersteunt en stimuleert.
Alle ballen op de overheid betaald door hogere belastingen voor superrijken en bedrijven
Overheidsbeleid
Maar wat verstaan we dan onder ‘filantropie’ in de context van overheidsbeleid? Ik zou kunnen verwijzen naar de Beleidsvisie van de overheid van eind 2019, liever ga ik uit van de opvattingen binnen de sector zelf.
De Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF) hebben met hun verkiezingsdocument ‘Geef burgers de ruimte’, vorig jaar mei gepresenteerd, een toegankelijke invulling gegeven aan waar het bij filantropiebeleid over gaat:
In de samenleving moet ruimte zijn voor burgers die idealen hebben, problemen signaleren en agenderen, initiatief nemen, met oplossingen komen en zich vrijwillig inzetten voor publieke belangen.
Deze ‘burgers’ zijn actief in, bij, voor en via hun organisaties, goede doelen, fondsen en foundations en kerken. Als professional of vrijwilliger, bestuurder of donateur, etc. In de basis gaat het om inzet en initiatief van burger (inwoners van dit land).
Die ruimte staat in toenemende mate onder druk. Het tegengaan van risico’s van ondermijning door witwassen, terrorismefinanciering en bedenkelijke geldstromen uit ‘onvrije’ landen is leidend in de discussie en maatgevend voor beleid. Begrijpelijk, veiligheid ligt lager in Maslov’s piramide dan zachte waarden als liefde, positieve relaties en zingeving. Daarnaast is er onder politici duurzame consensus over het belang van privacy en het recht van de consument om niet benaderd te worden. Terwijl de civil society, de goede doelen en hun fondsenwerving floreren bij een vrij verkeer van ideële boodschappen en gerichte relatieversterking met donateurs en sympathisanten.
Maar filantropiebeleid is natuurlijk meer dan een vrije ruimte bieden. Een overheid die het belang van actief burgerschap voor publieke belangen serieus neemt, wil dat faciliteren en verder stimuleren. Toch?
Bij de meting zouden we dan ook moeten kijken naar de voor filantropie relevante hulpbronnen, waarvan de beschikbaarheid en het gebruik (mede) door overheidsbeleid wordt beïnvloed. De SBF onderscheiden er drie: de giftenaftrek, de inzet van vrijwilligers en een maatschappelijk loterijstelsel.
Een overzicht van de programma’s
Over naar de programma’s. Welke onderwerpen komen aan de orde en hoe positief zijn ze voor filantropie?
Na lezing van ruim meer dan 1000 (!) pagina’s van de ‘gevestigde’ partijen – VVD, CDA, D66, PvdA, GL, CU, SGP, SP, PvdD, PVV, 50+, FvD, Denk – komen we tot een volgend overzicht.
Filantropie:
geen enkele partij benoemt letterlijk het belang van filantropie. Maar het belang van betrokken burgers en hun inzet via en bij maatschappelijke organisaties wordt wel benoemd door CDA, CU, D66, GL en SGP. Dat is gezien de inzet vanuit de sector ook veel beter uitgedrukt.
Ruimte:
CDA, CU en SGP benoemen het belang van ruimte voor maatschappelijke organisaties, goede doelen en kerken, specifiek om steun te vragen. CDA en CU staan expliciet stil bij de ruimte om steun te vragen (wervingskanalen).
Giftenaftrek:
de regeling wordt in veel programma’s genoemd, veelal in positieve zin. VVD en D66 plaatsen de giftenaftrek in de context van de Geefwet, die zich specifiek op de culturele organisaties richt maar D66 benadrukt wel het belang van brede aftrekbaarheid van giften. CDA, CU en SGP waarderen het belang meer in het algemeen. CDA en SGP benoemen wel expliciet het voorkomen van misbruik. SGP stelt een verhoogde aftrek voor noodhulp, ontwikkelingshulp en kerken voor.
Vrijwilligers:
brede waardering voor vrijwilligers klinkt door in alle programma’s, behalve bij PVV, 50+, Denk en FvD. Die laatste 4 laten zelfs dit onderdeel onvermeld. De uitwerking is wel divers, variërend van minder drempels en regels, opwaardering, gratis VOG (D66), verhoging onbelaste vergoeding, etc.
Maatschappelijk loterijstelsel:
het loterijstelsel is in geen enkel programma een issue. Enige uitzondering is de passage in het FvD-programma waar wordt gepleit voor zeggenschap van deelnemers over de bestemming van de afdracht.
Twee kanttekeningen
Eerste kanttekening bij dit overzicht is de volgende. De meeste partijen benadrukken het grote belang van transparantie en het tegengaan van geldstromen waarmee – ik parafraseer – activiteiten worden gefinancierd die onze vrije samenleving en rechtsstaat ondermijnen. Wetgeving die hierin voorziet, raakt al snel alle maatschappelijke organisaties, dus ook de filantropische. Het is een bijzondere uitdaging om in de komende periode de juiste balans te vinden tussen het tegengaan van risico’s en het koesteren van de maatschappelijke vrijheid om zich voor de publieke zaak in te zetten. Daarover geven de programma’s geen duidelijkheid.
Tweede kanttekening, de Omtzigt-factor en zijn inzet voor een nieuw sociaal contract. Als een van de weinige politici benoemt Pieter Omtzigt het belang van tegenmacht uit het maatschappelijk middenveld. Hij is daarbij niet erg te spreken over de rol van middenveldorganisaties in de afgelopen jaren. Volgens Omtzigt omdat ze te veel aan het ‘subsidie-infuus’ liggen. Belangrijk is dat hij voor de nabije toekomst lijkt in te zetten op minder subsidie en meer nadruk op fiscale spelregels, ongetwijfeld gekoppeld aan voorwaarden. Een van die voorwaarden zou versterking van het toezicht kunnen zijn. Gezien zijn positie en karakter een belangrijke gesprekspartner voor na de verkiezingen.
Slotopmerkingen
Vergeleken met de programma’s, uitgebracht bij vorige verkiezingen, lijkt er veel meer aandacht te zijn voor het belang van maatschappelijke organisaties, die zich met de vrijwillige steun van ‘burgers’ voor de goede zaak inzetten. Een aantal partijen, m.n. die met een christelijke signatuur, heeft voor de filantropie aangemeten passages in het programma staan. D66 en GL volgen op gepaste afstand.
Het belang van de giftenaftrek lijkt breed te worden ondersteund. De vrijwillige inzet van burgers – het vrijwilligerswerk – wordt gekoesterd maar over het geheel genomen wat diffuus behandeld.
Moedig voorwaarts dus.
Dit is eerste van een serie bijdragen van Gosse Bosma, DDB's nagelnieuwe DDB-Expert 'Bestuur & Politiek'.
Wie is Gosse? Lees dit introductieartikel.
Meer artikelen van en over Gosse lezen? Ga naar zijn eigen SELECT-pagina op deze website: klik hier