Geschreven door Caroline Fiennes, in samenwerking met Filantropie in Nederland*
Donateurs doneren het liefste aan high profile-zaken, zoals frontline-programma’s, concrete projecten of nieuwe gebouwen. Op deze manier ‘oormerken’ zij hun donaties. Het grootste probleem van deze benadering is dat donateurs in het algemeen allemaal dezelfde zaken willen financieren en geen van deze omvatten WC-rollen, personeel of huur.
In het vervolg op zijn boek Good to Great concludeerde Jim Collins over de filantropische sector: ‘Geoormerkt doneren gaat voorbij aan een fundamenteel punt: om de grootste impact op de maatschappij te creëren is allereerst een goede organisatie nodig, niet alleen maar een goed programma’.
Controle
Het is niet duidelijk waarom donateurs hun fondsen beperken tot bepaalde doelen. Ze stellen zich misschien voor dat het een oplossing is voor het ‘opdrachtgever-opdrachtnemerprobleem’, dat donateurs beperkt te kunnen zien wat de non-profitorganisatie precies doet. Misschien denken ze dat het opleggen van restricties meer controle geeft en daarmee de effectiviteit van een gift vergroot.
Als dit inderdaad het geval is, dan denk ik dat ze zich vergissen. Uiteindelijk is geld vervangbaar en non-profits kunnen ermee doen wat ze willen. Fiona Ellis, oprichter van de zeer gerespecteerde Northern Rock Building Society, zei ooit over geoormerkte donaties dat de non-profitorganisaties ‘doen alsof ze het geld gebruiken zoals ze zeggen en wij doen alsof we ze geloven’.
Donaties flexibel houden verhoogt de waarde
Schijn of niet, het is kostbaar. Zo had een non-profitorganisatie meer dan zestig geoormerkte financieringsstromen. Dat zijn meer dan zestig inkomstenstromen die elk apart hun eigen verantwoordelijkheid met zich mee brachten en gekoppeld moesten worden aan overlappende of inconsequente onderverdelingen van de kosten. Geen wonder dat non-profitorganisaties zeggen dat ze drie euro van de geoormerkte inkomsten gelijk vinden aan twee euro van de ongeoormerkte inkomsten. In andere woorden, uw donaties flexibel houden, verhoogt de waarde direct met vijftig procent.
Restricties kosten levens
Het verminderen van flexibiliteit kan letterlijk levens kosten. Restricties zijn wettelijk bindende vereisten, dus die kunnen alleen veranderd worden met toestemming van de donateur. Stel u zich voor, u vertegenwoordigt een non-profitorganisatie die opereert in Maleisië, Indonesië en Thailand, en zeg – even voor het gemak – dat in elk land de organisatie gefinancierd wordt via geoormerkte giften. Dat werkt goed, zolang alles loopt zoals het voorzien is, maar laten we eerlijk zijn, dat gebeurt zelden.
Stel dat voor het programma in Maleisië niet het volledige budget nodig was en er in hetzelfde jaar een natuurramp was in Indonesië. Wat u dan natuurlijk wilt doen is het bespaarde geld van Maleisië gebruiken voor Indonesië. Maar de beperking van geoormerkte giften verhindert dit. U wordt hierdoor gedwongen om terug gaan naar de donateurs en ze lastig te vallen over het ongedaan maken van de beperking van hun giften. De hiervoor benodigde tijd en inspanning hadden beter gebruikt kunnen worden voor hulp in de getroffen gebieden.
Stel dat de catastrofe een tsunami was en dat het op Tweede Kerstdag gebeurde. Dan heeft u pech: het merendeel van uw donateurs is niet bereikbaar op Tweede Kerstdag. Dan heeft u twee opties: u negeert de noodsituatie die zich afspeelt of u breekt de wet.
Flexibiliteit maakt einde aan oorlog
Flexibel, ongeoormerkt geld stelde organisaties, opgezet door de Liberiaanse activist Leymah Bgowee en Jemenitische journalist Tawakkul Karman, in staat om de civiele oorlog in Liberia te beëindigen. Zij hadden de flexibiliteit om te doen wat de snel veranderende situatie nodig had: om op een bepaald moment letterlijk een menselijke ketting te vormen en de deuren van een hotelkamer in Accra, in het naastgelegen Ghana, te blokkeren totdat de Liberiaanse politici tot een overeenstemming kwamen. Tawakkul en Leymah deelden de Nobel Peace Prize in 2011 met de Liberiaanse president Ellen Johnson-Sirleaf. Leymah schreef dat ‘de flexibiliteit en het veelbetekende belang van de algemeen ondersteunende donatie niet overschat kan worden’.
Giften moeten altijd ongeoormerkt zijn
Nieuwe donateurs zijn vaak stomverbaasd dat ervaren donateurs aan non-profitmanagers vertellen dat zij hun organisaties op deze manier moeten runnen; de gevers mogen dan wel bijvoorbeeld financieel of detailhandelexperts zijn, maar dat betekent nog niet dat zij experts in noodhulp zijn. De non-profitmanagers staan veel dichter bij de ‘actie’ en zijn beter in staat in te schatten waar het geld het beste gebruikt kan worden.
Giften zouden altijd ongeoormerkt moeten zijn. Zelfs giften bestemd voor bepaalde doeleinden (een ‘zachte oormerking’, zonder wettelijke verplichtingen) moeten het management de expliciete toestemming geven af te wijken van dat doel in geval van urgente nood. Beperkingen zijn in sommige uitzonderlijke gevallen nuttig, maar bijna nooit voor donaties van minder dan vijftigduizend euro.
Ongeoormerkte financieel essentieel
Steeds meer donateurs voeren een gedetailleerde analyse van de non-profitorganisatie uit voor ze besluiten of ze hen gaan steunen en - als ze eenmaal aan boord zijn - zijn ze binnen. Stars Foundation, de in Londen gevestigde organisatie van een donateur uit Saoedi-Arabië, richt zich op landen waar het kindersterftecijfer onder vijf jaar oud het hoogste is. Zij zien ongeoormerkte financiering als essentieel om de organisaties, en daarmee de maatschappij, in staat te stellen de benodigde kennis op te bouwen die nodig is om te slagen.
Zelfs na al deze argumenten aangehoord te hebben, vrees ik dat sommige filantropen nog steeds aarzelen een WC-rol te financieren. Het antwoord hierop: vijftig procent is een aanzienlijk waarde om op tafel te laten liggen in het belang van een schijn van controle.
*Caroline Fiennes is de directeur van Giving Evidence, een adviesbureau dat doneren en geven aanmoedigt op de basis van duidelijk bewijsmateriaal, de auteur van ‘It Ain’t What You Give, It’s The Way That You Give It’, ze heeft vele personen en organisaties geadviseerd en heeft jaren in de non-profitsector gewerkt. Fiennes schreef dit artikel in samenwerking met Filantropie In Nederland.