Waar blijft mijn gedoneerde euro? De reactie van VFI

Waar blijft mijn gedoneerde euro? De reactie van VFI
Waar blijft mijn gedoneerde euro? De reactie van VFI
4 februari 2015
Nieuws | | Validatie & Toezicht

Het Financieele Dagblad van afgelopen zaterdag bracht een groot artikel van freelance-journalist André de Vos. Daarin laat hij een kritische donateur, enkele deskundigen en betrokkenen aan het woord over de vraag hoeveel er van een gedoneerde euro ‘eigenlijk naar het goede doel gaat’. Conclusie: ‘het CBF-Keurmerk en boekhoudregels zijn geen garantie voor een zinvolle besteding’. De vraag is: wie heeft die garantie ooit afgegeven? Hieronder de reactie van VFI.

VFI stelt volledige transparantie voorop over de besteding van het geld van donateurs. De communicatie over waar het geld aan wordt besteed, moet volstrekt helder zijn.

Uitgaven van goede doelen
Goede doelen hebben grofweg drie soorten uitgaven:

1. Bestedingen aan de doelstelling van de organisatie
Dit is het grootste deel van de bestedingen. Iedere organisatie heeft uiteraard eigen doelstellingen waar het geld aan wordt besteed.

2. Kosten van fondsenwerving
Om geld voor het doel van de organisatie te werven, moeten ook kosten worden gemaakt. De toezichthouder, het CBF, stelt als eis dat de kosten voor fondsenwerving, gemeten over een periode van drie jaar, niet meer dan 25 procent van de opbrengsten mogen bedragen. In 2013 was dit voor alle bij VFI aangesloten goede doelen gemiddeld 16,2 procent, ruim onder de norm dus.

3. Kosten voor beheer en administratie
Dit zijn kosten voor de organisatie van ondersteunende processen, personeelszaken, ICT e.d. VFI heeft een richtlijn opgesteld over de toerekening van kosten aan beheer en administratie.

Toezicht en controle
De verantwoording van de bestedingen van goede doelen wordt gecontroleerd door de accountant. De toezichthouder, het CBF, controleert of goede doelen zich houden aan de regelgeving die is opgesteld voor de bestedingen. Het CBF controleert o.a. of goede doelen zich houden aan de eis dat de kosten voor fondsenwerving niet meer dan 25 procent van de opbrengsten mogen bedragen (over de afgelopen drie jaar).

Alle bij VFI aangesloten goede doelen hebben het CBF-keurmerk.
In de loop der jaren zijn echter verschillende richtlijnen en ook meerdere keurmerken ontstaan. Dat is niet goed: het moet voor publiek en donateur overzichtelijk en begrijpelijk zijn. Daarom wordt gewerkt aan een nieuw validatiestelsel. Dit stelsel van toezicht en verantwoording voor de brede filantropische sector wordt momenteel voorbereid en zal afspraken bevatten over een code voor goed bestuur, over normen voor onafhankelijk toezicht, over de uitvoering van toezicht en over beschikbaarheid van publieksinformatie.
In het nieuwe validatiestelsel komt de nadruk te liggen op transparantie op resultaten: wat heb je bereikt als goed doel, welke doelen realiseer je? Dat is ook belangrijker en relevanter dan almaar verdergaande financiële transparantie. Uiteindelijk draait het om de impact die een organisatie heeft, om wat je weet te bereiken.

Staatssecretaris Teeven heeft het validatiestelsel aangekondigd in een brief aan de Tweede Kamer. De Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF), waarvan VFI één van de partners is, werkt momenteel aan de uitwerking.
De overheid is bereid het door de sector opgestelde normenstelsel, met onderscheid tussen fondsenwervende instellingen, vermogensfondsen en kerkgenootschappen, algemeen verbindend te maken voor de hele sector.