Het Financieele Dagblad van afgelopen zaterdag bracht een groot artikel van freelance-journalist André de Vos. Daarin laat hij een kritische donateur, enkele deskundigen en betrokkenen aan het woord over de vraag hoeveel er van een gedoneerde euro ‘eigenlijk naar het goede doel gaat’. Conclusie: ‘het CBF-Keurmerk en boekhoudregels zijn geen garantie voor een zinvolle besteding’. De vraag is: wie heeft die garantie ooit afgegeven? Hieronder de reactie van René Bekkers.
Het Financieel Dagblad besteedt een lang artikel aan de betekenis van het CBF-Keur voor goede doelen naar aanleiding van de vraag: "Waar blijft mijn gedoneerde euro?" Het "keurmerk en boekhoudregels zijn geen garantie voor een zinvolle besteding", volgens de krant. Verderop in het artikel staat mijn naam genoemd bij de stelling dat het CBF-Keur 'fraude of veel te hoge kosten niet uitsluit' en zelfs dat het 'nietszeggend' zou zijn. Inderdaad zegt het feit dat een goed doel over het CBF-Keur beschikt niet dat de organisatie perfect werkt. Het maakt fraude niet onmogelijk en dwingt organisaties ook niet altijd tot de meest efficiënte besteding van beschikbare middelen. In het verleden zijn misstanden bij verschillende CBF-Keurmerkhouders in het nieuws gekomen, die bij sommige organisaties hebben geleid tot intrekking van het keurmerk.
Maar helemaal 'nietszeggend' is het CBF-Keur ook weer niet. Zo denk ik er ook niet over. Het CBF-Keur zegt wel degelijk wat. Voordat een organisatie het CBF-Keur mag voeren moet het een uitgebreide procedure door om aan eisen te voldoen aan financiële verslaggeving, onafhankelijkheid van het bestuur, kosten van fondsenwerving, en de formulering van beleidsplannen. Dit zijn relevante criteria. Zij zorgen ervoor dat je als donateur erop kunt vertrouwen dat de organisatie op een professionele manier werkt. Het CBF-Keur zegt alleen niet zoveel over de efficiëntie van de bestedingen van een goed doel. Veel mensen denken dat wel, zo constateerden we in onderzoek uit 2009.
Het is lastige materie. Garantie krijg je op een product dat je koopt in de winkel, waardoor je het terug kunt brengen als het niet functioneert of binnen korte tijd stuk gaat. Zulke garanties zijn moeilijk te geven voor giften aan goede doelen. Een dergelijke garantie zou je alleen kunnen geven als de kwaliteit van het werk van goede doelenorganisaties gecontroleerd kan worden en er een minimumeis voor te formuleren valt. Dat lijkt mij onmogelijk. Het CBF-Keur is niet zoiets als een rijbewijs dat je moet hebben voordat je een auto mag besturen. De markt voor goede doelen is vrij toegankelijk; iedereen mag de weg op. Sommige goede doelen hebben een keurmerk, maar dat zegt vooral hoeveel ze betaald hebben voor de benzine, in wat voor auto ze rijden en wie er achter het stuur zit. Het zegt nog niet zoveel over de hoeveelheid ongelukken die ze ooit hebben mee gemaakt of veroorzaakt, en of dat de kortste of de snelste weg is.
Vorig jaar stelde de commissie-De Jong voor om een autoriteit filantropie in te stellen, die organisaties zou gaan controleren voordat ze de markt voor goede doelen op mogen. Er zou een goede doelen politie komen die ook op de naleving van de regels mag controleren en boetes mag uitdelen. Dat voorstel was te duur voor de overheid. Voor de goede doelen was het onaantrekkelijk omdat zij aan nieuwe regels zouden moeten gaan voldoen. Bovendien was het niet duidelijk of die nieuwe regels ook echt het aantal ongelukken zou verlagen. Het is op dit moment überhaupt niet duidelijk hoe goed de bestuurders van goede doelen de weg kennen en hoeveel ongelukken ze maken. Een beter systeem zou moeten beginnen met een meting van het aantal overtredingen in het goede doelen verkeer en een telling van het aantal bestuurders met en zonder rijbewijs. Vervolgens zou het goed zijn om een rijopleiding op te zetten die iedereen die de markt op wil kan volgen en in staat stelt de vaardigheden op te doen waarover elke bestuurder moet beschikken. Ik hoop dat het artikel in het Financieel Dagblad tot een discussie leidt die dit duidelijk maakt.
Maar daar zijn we nog lang niet. In de tussentijd geeft het CBF keurmerken af en publiceren de Nederlandse media - die na Finland de meest vrije ter wereld zijn - af en toe een flitspaalfoto van wegmisbruikers. Dat lijkt voldoende te zijn om het goede doelen verkeer zichzelf te laten regelen en de ergste ongelukken te voorkomen. Want die zijn er maar weinig.
Validatie & Toezicht