Een prachtig interview in NRC met ict-ondernemer Ernst Nijkerk als ‘filantroop’. Het is een textbook voorbeeld van de dilemma’s die je als moderne grootgever hebt en het is ook een portret van ‘typisch Nederlandse filantropie’. Dat laatste slaat vooral op de eigenschap hier te lande om het liefst helemaal uit beeld te blijven en je niet te laten voorstaan op je maatschappelijke vrijgevigheid. De hemel en het aardse Nederland verbieden dat je, zoals in de VS (waar Nijkerk als ondernemer veel komt), je naam in marmer gebeiteld wilt hebben of vermeld op een bord langs de snelweg (‘This part of the highway was donated by...’).
Nijkerk is een archetypische ondernemer-filantroop die zijn zakelijke nuchterheid meeneemt in zijn giften, zoals aan Buurtcentrum De Mussen in de Haagse Schilderswijk. Nijkerk gaat altijd even kijken, zegt hij, voordat hij antwoord geeft op het verzoek om een financiële bijdrage. NRC: ‘in dit geval: geld voor de ‘kinderkunstschool’, een samenwerkingsproject van het Mauritshuis met De Mussen. Kinderen van een basisschool uit de buurt komen een paar maanden lang één keer per week naar De Mussen om te leren over kunst in de Gouden Eeuw. Tegelijk, of eigenlijk vooral, krijgen ze dan schilderles. Aan het eind worden hun zelfportretten, echte olieverf op doek, een dag lang geëxposeerd in het Mauritshuis, ouders en andere familie zijn welkom bij de vernissage. Dankzij nog een extra donatie, twee ton voor een periode van vier jaar, kan het project straks worden uitgebreid naar meer scholen.’
Maar particuliere gevers kunnen de overheid ook lui maken, ziet Nijkerk. Privaat commitment lijkt verwachtingen te scheppen en de substitutiereflex ligt altijd op de loer. Zo ook in het geval dat Nijkerk een half jaar lang het salaris betaalde van een onmisbare buurtwerker. Nijkerk: ‘Ik heb toen wel gezegd: ik doe dit niet langer dan zes maanden. Anders denken ze op het stadhuis straks: hij betaalt het wel weer. Je moet altijd uitkijken dat je niet de plaatsvervanger van de overheid wordt. Maar er moet wel continuïteit zijn in een organisatie, dat is essentieel.’
Als ondernemer is Nijkerk steeds op zoek naar duurzame financiering. Juist niet naar afhankelijkheid van alleen subsidie of alleen private giften. Filantropie is voor hem ook opvoeding van de grantees zelf. Daarbij gaat de VVD’er Nijkerk zijn eigen goddelijke gang, niet gehinderd door regeltjes en conventies. Filantropie moet misschien strategisch zijn, maar ‘learning by doing’ is ook strategie, demonstreert Ernst Nijkerk.
Naast ‘nurture’ lijkt ook ‘nature’ een belangrijke factor in de wil om iets terug te doen voor de samenleving. Het is misschien niet toevallig dat Nijkerk komt uit een filantropisch angehaucht gezin. In NRC zegt hij: ‘Ik loop niet te koop met wat ik doe, maar ik vertel het vaak wel aan jonge mensen. Dan zeg ik: joh, ik ken je al vanaf dat je zo was [hij houdt een hand op vijftig centimeter van de grond], jij komt er wel in het leven, maar naast je carrière in het bedrijfsleven moet je ook iets doen voor de samenleving, ik weet zeker dat je dat goed kan. Dat kan met geld, maar dat hoeft niet, het gaat erom dat je je ergens voor inzet. En je hebt er ook zelf wat aan, want je krijgt er een interessanter leven door. Er is hier een wereld voor mij opengegaan die ik anders niet had gekend.’
We moeten grootgevers als Ernst Nijkerk dankbaar zijn dat ze uiteindelijk toch de Nederlandse filantropie-omerta doorbreken en ‘uit de kast komen’. Zolang het over de inhoud gaat, wordt de kans groter dat ook andere vermogenden er het goede voorbeeld aan nemen en er nog meer Quote 500-geld ‘goed geld’ wordt.
We moeten echter ook beseffen dat de hoogte van de gift niet bepalend is voor de door Nijkerk zo mooi omschreven universele voldoening die filantropie geeft. Iemand met een uitkering die tien euro overmaakt aan Giro 555 is ook een major donor.
Maar dat komt dan weer niet in de krant.
►Lees het volledige interview met Ernst Nijkerk in NRC: klik hier
Auteur Edwin Venema is sinds september 2018 aan De Dikke Blauwe verbonden als onafhankelijk commentator. Venema was daarvoor meer dan tien jaar hoofdredacteur van De Dikke Blauwe, waarvan zes jaar in een tandem met journalist Charles Groenhuijsen. Venema is tegenwoordig eigenaar van redactiebureau De Kopijmeester.
Wilt u meer artikelen en column van hem lezen? Klik hier.
Filantropen