AMSTERDAM (19 april) - Via een brief aan de Tweede Kamer heeft minister Verhagen aanbevelingen gedaan naar aanleiding van het onderzoek naar de effecten van het Bel-me-niet-register, waaronder het effect op goede doelen. Hij blijft van mening dat er geen causaal verband aangetoond kan worden tussen de ontwikkeling van de inkomsten van goede doelen en het Bel-me-niet-register.
Verhagen is over het algemeen tevreden: “Uit de evaluatie komt duidelijk naar voren dat het register voldoet aan het doel waarmee het is opgezet: een significante vermindering van consumentenirritatie. Sinds de inwerkingtreding van het wettelijke ‘Bel-me-niet register’ is het aantal inschrijvingen fors gestegen: van 2,6 miljoen in oktober 2009, tot 6,9 miljoen in januari van dit jaar. Hieruit blijkt dat men het register weet te vinden en dat het duidelijk voorziet in een behoefte.”
Geen causaal verband
Hij constateert ook dat er geen causaal verband aangetoond kan worden tussen de komst van het wettelijke ‘Bel-me-niet register’ en de ontwikkeling van de inkomsten van goede doelen. “Kort voor afronding is het onderzoek ‘Ontwikkelingen in de werving van structurele donateurs onder de grootste goede doelenorganisaties in Nederland’ (René Bekkers, VU Amsterdam), beschikbaar gekomen. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van VFI, brancheorganisatie van Goede Doelen. De resultaten konden niet meer meegenomen in de evaluatie van het Bel-me-niet Register, maar de bevindingen komen op hoofdlijnen overeen”, schrijft de minister.
“Register maakt werven collectant moeilijk en duur”
Die passage bevreemdt de onderzoeker in kwestie, René Bekkers. “De bevindingen uit het rapport over de werving van collectanten zijn duidelijker negatief dan die over de werving van donateurs. Het Bel-me-niet-register heeft het werven van collectanten moeilijker en duurder gemaakt dan het werven van donateurs”, zegt Bekkers in een reactie.
Minder gebruik telemarketing
Bovendien ziet de minister dat goede doelen toch al minder gebruikmaken van telemarketing. “Al voor inwerkingtreding van het wettelijk verplichte register is bij goede doelen een verschuiving in gang gezet van telemarketing naar andere wervingskanalen, zoals straatwerving en het gebruik van nieuwe media. Daardoor is men goed in staat geweest de verhouding tussen kosten en opbrengsten van eigen fondsenwerving in stand te houden.” Hij concludeert dit omdat de totale inkomsten uit eigen fondsenwerving bij goede doelenorganisaties in 2010 zijn gestegen ten opzichte van 2009. Daaruit trekt hij de conclusie dat er dus ook geen causale verbanden zijn aangetoond tussen de inkomsten en opbrengsten van goede doelen. Verhagen ziet dan ook geen aanleiding nadere maatregelen te treffen op dit punt.
Wel gebeld door goede doelen
Wel hebben de onderzoekers de suggestie gedaan om bij het inschrijvingsproces eerder de mogelijkheid aan te bieden om aan te geven dat men nog wel gebeld kan worden door goede doelen. Verhagen: “Mogelijk zou dit tot een hoger percentage uitzonderingen leiden dan nu het geval is (3 procent). Op dit moment zijn zowel de beheerder als andere partijen die de mogelijkheid moeten bieden om in te schrijven in het register, vrij om te bepalen op welke wijze zij de zogenaamde ‘deelblokkades’ aanbieden. Mede vanuit het oogpunt van regeldruk wil ik hen, net als nu, vrij laten zelf te bepalen in welke volgorde zij de diverse deelblokkades aanbieden.'
Politiek en overheid
Verhagen wil geen uitzondering goede doelen in Bel-me-niet-register
19 april 2012
Nieuws | Redactie DDB | Politiek en overheid