Verdere versterking van onrustig voorrecht

Vervolgrapport commissie Rinnooy Kan inzake giftenaftrek

Alexander Rinnooy Kan. 
Alexander Rinnooy Kan. 
11 februari 2025
Nieuws | | Giftenaftrek

Alexander Rinnooy Kan, voorzitter van een commissie van deskundigen, presenteerde deze week het adviesrapport Beter Geven II aan staatssecretaris van Financiën Tjebbe van Oostenbruggen. Het rapport volgt op de eerdere adviezen Beter Geven I en Behoud Giftenaftrek. De voorstellen betreffen een versterking van de giftenaftrek, zoals bekend een onrustig voorrecht.



Het rapport is samengesteld in opdracht van het interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) en Goede Doelen Nederland (GDN). Beide instanties onderschrijven de door de commissie voorgestelde maatregelen om de giftenaftrek te versterken.

Vaste drempel

De Commissie stelt voor om de inkomensafhankelijke drempel van 1% voor gewone giften te vervangen door een vaste drempel per belastingplichtige per jaar, bijvoorbeeld €100 aan jaarlijkse giften. Dit biedt namelijk meer duidelijkheid, omdat iedere gever veel eenvoudiger kan nagaan of hij boven deze drempel uitkomt. Bovendien stimuleert het belastingplichtigen om meer te geven. Dit draagt naar het oordeel van de commissie bij aan het doel van de giftenaftrek.

Ook voor het aftrekplafond van gewone giften bepleit de commissie om een vast bedrag in te voeren dat is gekoppeld aan hoogte van de gift in plaats van de bestaande inkomensafhankelijke regeling.

Periodieke giften

De commissie adviseert renseignering (doorgeven) van periodieke giften te introduceren om de uitvoerbaarheid te verbeteren. Belangrijk aandachtspunt van CIO en GDN hierbij is wel dat kleinere organisaties, zoals kerkgenootschappen die afhankelijk zijn van vrijwilligers, mogelijk moeite zullen hebben dit te in te voeren. Een pilot bij grotere professionele organisaties lijkt een passende vervolgstap.

Daarnaast benadrukt de commissie het belang van het behoud van de periodieke gift gezien de grote maatschappelijke waarde daarvan. Het geeft goede doelen zekerheid over inkomsten voor een periode van tenminste vijf jaar. Het ontbreken van aandacht voor de doelmatigheid van de aftrek van periodieke giften in een recente SEO-evaluatie beschouwt de commissie als een weeffout, een conclusie die GDN en het CIO delen.

Achtergrond

Na de evaluatie van de giftenaftrek door SEO Economisch Onderzoek en het daaropvolgende Hoofdlijnenakkoord van de coalitie, waarin een beperking van de giftenaftrek werd voorgesteld, pleitte de commissie eerder in het advies Behoud Giftenaftrek voor het behoud van de regeling. Ook plaatste zij kritische kanttekeningen bij de evaluatie van SEO. Bij de besluitvorming over het Belastingplan 2025 werd grotendeels afgezien van de geplande beperkingen. Zo bleef de giftenaftrek in de inkomsten- en vennootschapsbelasting behouden en werd het plafond voor periodieke giften verhoogd.

Categorieën schrappen

Om het stelsel verder te vereenvoudigen, adviseert de commissie het schrappen van aftrekbaarheid voor giften aan steunstichtingen (SBBI’s). Het schrappen van specifieke giftencategorieën kan, ook wat CIO en GDN betreft, zeker bijdragen aan een grotere doelmatigheid en verbetering van de uitvoerbaarheid van het stelsel. Tegelijkertijd wijzen zij erop dat veel organisaties geconfronteerd worden met overheidsbeleid dat direct of indirect negatieve gevolgen heeft of dreigt te hebben voor hun inkomsten. Aan afschaffing van de multiplier met betrekking tot giften aan die organisaties behoeft wat CIO en GDN betreft dus geen hoge prioriteit te worden gegeven.

Bedrijven

Tot slot steunen GDN en het CIO het pleidooi van de commissie voor een alternatief voor giften uit de vennootschap. Zij hopen hierover op korte termijn in overleg te treden met het ministerie van Financiën. Hopelijk belandt dit rapport daar niet in een lade en krijgt het de aandacht die het verdient.

Reacties CIO en Goede Doelen Nederland

Renseignering van periodieke giften lijkt ons een goede eerste stap om de uitvoerbaarheid te verbeteren. Belangrijk aandachtspunt is de vraag, of kleinere ontvangende organisaties, waaronder kerkgenootschappen, die grotendeels afhankelijk zijn van de inzet van vrijwilligers, dit goed kunnen bolwerken. Het opzetten van een pilot voor grotere professionele organisaties lijkt een passende vervolgstap.

Behoud van de periodieke gift omarmen wij. Terecht benoemt de commissie het grote maatschappelijke belang hiervan. Het is niet goed te begrijpen waarom de werking van de periodieke gift in de evaluatie door SEO geen aandacht heeft gekregen.

Het schrappen van specifieke giftencategorieën kan, ook wat ons betreft, zeker bijdragen aan een grotere doelmatigheid en uitvoerbaarheid van het stelsel. In principe geldt, hoe eenvoudiger en overzichtelijker, hoe beter. Daarbij plaatsen wij de volgende kanttekening. Er zijn organisaties die worden geconfronteerd met overheidsbeleid dat direct of indirect negatieve gevolgen heeft of dreigt te hebben voor hun inkomsten. Aan afschaffing van de multiplier met betrekking tot giften aan die organisaties behoeft geen hoge prioriteit te worden gegeven.

Invoering van een duidelijke nominale drempel voor eenmalige giften verwelkomen wij zeer, in het bijzonder wegens de communicatieve kracht en stimulerende werking van een duidelijk bedrag voor de donateur en belastingplichtige.

Voor wat betreft een alternatief voor giften uit de vennootschap, wij onderschrijven het pleidooi van de commissie en hopen dat een alternatief op korte termijn onderwerp van overleg met het ministerie zal zijn.