Verboden te doneren?!

Foto: Katt Yukawa/Unsplash
 
Foto: Katt Yukawa/Unsplash
 
26 augustus 2021

DDB-huiscolumnist Marc van den Tweel verbaast zich over de criticasters van (grote) giften; die denken dat doneren iets transactioneels is. ‘Je geeft wat en je krijgt er wat voor terug.‘ Oppervlakkige kritiek volgens Van den Tweel.

Wat waren ‘we’ blij, een paar jaar geleden - toen superrijken met The Giving Pledge nadrukkelijk lieten horen dat ze hun kapitaal gingen inzetten om de wereld een stukje mooier te maken (‘a commitment by the world's wealthiest individuals and families to dedicate the majority of their wealth to giving back’). Ik schreef er al eerder over dat dit ook tot scepsis leidde, veelal onterechte scepsis wat mij betreft. ‘Wees blij dat ze hun vermogen inzetten voor de goede zaak. Ze kunnen er tenslotte ook andere dingen mee doen!’ 
 
De filantropische outcoming leidt echter ook (en steeds vaker) tot tegenreactie.  In Het Financieele Dagblad van 6 augustus 2021 is bijvoorbeeld een intrigerend interview (auteur: Gerben van der Marel) te lezen met Marlene Engelhorn, die deel uit maakt van één van de rijkste Duitse ondernemersfamilies (BASF-nazaten met een geschat eigen vermogen van 4,2 miljard). Zij is verbonden aan Tax me Now, een initiatief waarin superrijken oproepen tot (meer) faire belastingen. Nu lijkt dat niet zo’n gek idee, ook al omdat uit allerhande studies blijkt dat de Dagobert Ducks van deze wereld niet altijd hun fair share betalen. Im- en expliciet gaat Engelhorn echter een paar stappen verder. Ze neemt bijvoorbeeld afstand van haar eigen familie die ook filantropisch actief is. Ja, zelfs tegen de nieuwe filantropen die besluiten om substantieel te investeren in zaken die zij belangrijk vinden: ‘miljardairs zouden niet zelf mogen beslissen of en hoe ze - en op welke manier ze bijdragen aan de samenleving’. Kortom: belastingheffing moet hèt instrument zijn voor maatschappelijke verandering – en niet persoonlijke voorkeuren.
 
Dit geluid, de zaag aan de stoel van filantropie (en daarmee aan burgerkracht, aan commitment aan de publieke zaak, aan persoonlijke voorkeuren, aan vrijheid van opvattingen) horen we ook in ons land vaker. Want ja, Nederlanders beschouwen zichzelf graag als een openminded volkje, maar achterdocht regeert toch snel in de Nederlandse polder. Zeker onder politieke duiders. ‘Zomaar geld geven zonder eigen belang, dat kan niet waar zijn.’ Illustratief is wat dat betreft het ‘gedoe’ over donaties in de ‘CDA-Omtzigt soap’ (en vooral de fall out daarvan). In Het Financieele Dagblad van 14 juli 2021 suggereert Hans Stegeman, hoofdstrateeg bij Triodos bank, bijvoorbeeld dat de Nederlandse overheid te koop zou zijn. Er zouden genoeg ‘IT-jongens of vastgoedboeren zijn’ (alleen al deze wijze van het beschrijven van ondernemers zet de toon al!, framing heet dat) die daar geld in willen steken. En in het NRC Handelsblad van 3 augustus 2021 betoogt politicoloog Wouter Schakel dat ‘donaties niet thuishoren in een democratie. De vraag is niet óf donaties invloed kopen, maar hoe en hoeveel.’
 
Er komt verbazingwekkend weinig tegengas op deze oprispingen. Ja, in Quote (september 2021) demonteert Maarten de Gruyter deze stellingen. De bekende mecenas (onder andere diabetesonderzoek…. én CDA) doet dat vakkundig, maar zal de schijn wel tegen hebben… Quote èn vastgoedondernemer….
 
Het tegengeluid moet er echter wel (nadrukkelijker) komen. Laten we duidelijk zijn. Of het nu gaat om donaties aan politieke partijen, kerken, of organisaties op het gebied van gezondheid, sport of natuur; in Nederland zijn heel veel systemen in place. Systemen, professionele waarden en normen, beroeps- en brancheverenigingen, codes en keurmerken die zorgen voor de nodige hygiëne. Hygiëne ook in de verhouding tussen gever en ontvanger. En ja, natuurlijk kan het altijd beter (inderdaad politieke partijen zijn wat betreft achterlopers, die moeten zich gaan optrekken aan de goede doelen-branche). Maar er is géén reden om filantropie, donaties, aan de straat te zetten. Doneren is geen onfatsoenlijke bezigheid! Integendeel.
 
Laten we nog een slagje dieper gaan. De critici (die veelal denken dat we beter af zijn met taxation) gaan ervan uit dat doneren een transactioneel iets is. Je geeft wat en je krijgt er wat voor terug. Dat is een premisse die nergens op gebaseerd is. Praktijk èn theorie laten zien dat geven veelal een onbaatzuchtige daad is, gestoeld op religieuze of filosofische overwegingen. Of een daad van plichtsbesef (burgerschap). Of zelfverwerkelijking, laten zien wie je bent. Het gaat dieper, veel dieper dan alleen het (platte) denken in transacties. Dat is een te makkelijke wijze om filantropie af te serveren. Lees er De spiritualiteit van fondsenwerving van Henri Nouwen, de Nederlandse Rooms-Katholieke priester en hoogleraar aan onder andere Harvard, maar eens op na. Hij schrijft over werven én geven als een vorm wederzijdse dienstbaarheid, gebaseerd op liefdevolle relaties. Een mooie antipode tegen al die recente instant opinies over filantropie!
 
 
 

Meer over fondsenwerving, ethiek en de publieke zaak is te lezen in het boek Marktgericht, missiegedreven dat Marc van den Tweel schreef. Marktgericht, missiegedreven kost €19,99 en is verkrijgbaar via de boekhandel of in de webshop van Walburg Pers

Tweels Tweak wordt op persoonlijke titel geschreven door Marc van den Tweel. Van den Tweel is algemeen directeur van sportkoepel NOC*NSF en toezichthouder bij het Rijksmuseum van Oudheden. Voorheen was hij algemeen directeur bij Natuurmonumenten en Ronald McDonald Kinderfonds en marketingdirecteur bij het Wereld Natuur Fonds.