Venture Philanthropy & Risk Appetite: je zou er trek van krijgen

19 november 2019
Opinie | | Venture philanthropy

Een groot en jong publiek kwam af op het 15-jarige jubileumcongres van de European Venture Philanthropy Association begin deze maand. DDB-redacteur Suzette de Boer schreef daarover al een uitgebreid verslag voor De Dikke Blauwe. Zelfstandig adviseur Baukje Stam voegt daar deze week haar indrukken aan toe: wat kan de traditionele filantropie leren van ‘impact for investing’?

The valley of death. The financial ecosystem. BeCorp. SME. SPO’s en SIBs. Catalysing capital. Equity or debt  focused. Leverage. Venture capital. Seed fund. Als je eenmaal gewend bent aan de taal en terminologie die hier om je oren slaan, zie je waar het hier om draait: allemaal fanatieke, enthousiaste, veelal jonge (mooie) mensen die kennis opzuigen en discussiëren over de wereld beter maken. Grote vraagstukken oplossen door kleine vernieuwende oplossingen uit te proberen en daarna te werken aan schaal. But it’s clear: we talk a different language!
Ik was op het 15-jarige jubileumcongres van de European Venture Philanthropy Association in november 2019 in de Fokker Terminal Den Haag, met meer dan 750 deelnemers afkomstig uit 63 landen. 

Is het allemaal nieuw wat hier gebeurt? 

Nee, het is wel een ander domein van goed doen. Jamy Goewie zei het bij haar aantreden als Community and Market Development Director bij de European Venture Philantrophy Association (EVPA) in De Dikke Blauwe al: ‘Het is het kruispunt van traditionele non-profitorganisaties en commerciële markten. Maatschappelijke ondernemers die zich inzetten om meer impact te creëren en duurzame organisaties op te bouwen.’ Het EVPA heeft dat in een spectrum verbeeld: een spectrum dat niet statisch is maar in beweging en ‘hokjes’ vloeien in elkaar over. 
The-EVPA-Spectrum.jpg

En ook in dit social investment-domein gelden vraagstukken zoals bij traditionele goede doelen organisaties: hoe zetten we de beneficiënt centraal (vgl. voice of the donor, relatiegerichte fondsenwerving), financiële instrumenten zijn niet leidend maar een middel (vgl. stop met fondsenwerving als kanalen te beschouwen) en er wordt gezocht naar blended finance. 
Evenals bij goede doelen geldt in dit domein natuurlijk: wie gaat het betalen (lees: investeren)? Hoe vinden we steun voor onze plannen? ‘We need a shift from bringing impact to capital to bringing capital to impact.’ Maatschappelijke ondernemingen hebben niet alleen toegang tot kapitaal nodig, maar zoeken ‘geduldig geld’ (patient capital) dat prioriteit geeft aan maatschappelijke impact. En vaak gaat het om complexe vraagstukken, die niet even met een quick fix zijn opgelost. Het vraagt van iedereen, dus ook van investeerders, geduld en een lange termijnvisie. 
Het lijkt wel filantropie...:-) 

Waar zit het grote verschil?

Het verschil zit in klanten die iets willen (en kunnen) betalen voor het product. Dit domein is meer gebaseerd op marktdenken met vraag en aanbod. Niet puur commercieel (met de hoogste winstmarges en dito prijsstelling) maar realistisch: er is uiteindelijk geen duurzaam model als de markt, de eindgebruiker het niet kan betalen. Verder is hier een flinkere ‘risk appetite’ dan bij reguliere goede doelen. Alleen het woord al: risk appetite, je zou er trek van krijgen. Natuurlijk is verantwoording afleggen aan een grote groep donateurs en aan de maatschappij anders dan aan een investeerder (die ook vaker in co-creatie mee-ontwikkelt overigens). Maar bij goede doelen heeft de verantwoordingsplicht (transparantie, impact aantonen) -mogelijk onbedoeld en onbewust- geleid tot behoudend opereren. Dat belemmert ontwikkelingen, zet een rem op innovatie, op de durf om wat risico’s te nemen. 

En hoe kijken ze aan tegen ‘traditionele’ filantropie? 

Wordt erop neergekeken? Nou misschien is dat iets te sterk uitgedrukt, maar dat sentiment voel ik deze 2 dagen toch wel een beetje. 'Philanthropists say they do good because they work from the heart. They are less occupied with real outcomes, more with inputs.' In zekere zin zie ik wel wat ‘meewarende’ blikken als het gaat over ‘the good old philantropy’. Toch een beetje van vroeger, old school. Hier, bij social investors enterpreneurs, is where the magic happens. 
Gelukkig wordt er actief aandacht besteed in de programmering om dat beeld te nuanceren, om een open gesprek te voeren over het blijvende belang van grants. Ik volgde een boeiende sessie van Fonds1818, Van Leer group en Oranjefonds over de verschillende dynamiek tussen mission related investments en grantmaking. Lees hierover meer in het artikel van Suzette de Boer 'Van doneren naar investeren en weer terug'.

Ontwikkelingen bij goede doelen

Goede doelen zitten niet meer allemaal helemaal op ‘links’ in het spectrum natuurlijk. Microfinanciering bestaat bijvoorbeeld al jaren (KIVA, Truvalu) en daar komen nog steeds nieuwe initiatieven bij. Zo volgde ik een sessie over PlusPlus: een nieuw crowdfunding platform van Lendahand, ICCO en Solidaridad (wordt  binnenkort gelanceerd) waar mensen direct kunnen investeren in agrarische ondernemingen in middle income countries. 
Toonvoorbeeld voor vernieuwing en ‘risk appetite’ kun je Tom Oostrom noemen, in 2018 niet voor niets nummer 1 van de Dikke Blauwe top-100: 'Tom Oostrom is een zeer geloofwaardige leider van zijn organisatie, die zijn missie ook kent, voelt en leeft buiten de papieren werkelijkheid. Kenmerkend voor zijn maatschappelijk ondernemerschap is o.a. zijn actieve bijdrage aan het samenwerkingsverband RegMed XB en de ontwikkeling van de draagbare kunstnier. Oostrom pakte dat met zijn fonds zelf op omdat de markt die innovatie liet liggen.'

Samen bubbelen? 

Toch is dit EVPA-congres een eigen wereld. Net als civil society van goede doelen en fondsen. Goede doelen zitten in een bubbel zou je kunnen zeggen en ook deze sociale ondernemers en impact investors zitten in een bubbel. Beide werelden zouden meer van elkaar kunnen leren. Goede doelen hebben kennis en jarenlange expertise in kwalitatieve en duurzame interventies. Ik hoop dat die kennis actief wordt aangeboden en/of actief wordt opgezocht. Sociale ondernemers en impact investors lopen dan weer duidelijk voorop in de kennis van en creativiteit bij financieringsvormen. 

Wat zouden goede doelen kunnen leren? 

Niet alle vraagstukken zijn op te lossen met sociale ondernemingen en investeringen. Donaties blijven een rol spelen. Maar traditionele goede doelen kunnen ondernemender en creatiever worden, of móeten dat misschien wel om niet ‘ouderwets’ te worden.  Dat vraagt wat van de organisatie (omgaan met onzekerheid, durven investeren, risico’s nemen), maar het levert ook veel op zoals creativiteit en ondernemerschap:
 
  • Een grotere risk appetite en natuurlijk ondernemerschap
  • Denken in producten / diensten (niet als oplossing voor alles, maar als aanvulling op bestaande revenu streams.) 
  • Trial and error, in kleine stapjes (yes, agile) ontwikkelen van nieuwe diensten
  • De energie die er hangt mag wel wat overslaan: het borrelt en bruist, mensen hebben verhitte discussies, ze challengen elkaar, ze zijn aan het creëren, uitproberen, actief hun producten aan investors aan het verkopen. 
 
* Auteur Baukje Stam is zelfstandig adviseur. Zij begeleidt non profits bij strategie-, marketing- en conceptontwikkeling.
www.baukjestam.nl