Pleitbezorger en ambassadeur
Kersvers hoofdbestuurslid van de VVD Fons van Rooij bepleit een filantropieagenda binnen zijn partij onder het motto ‘Ruim baan voor filantropie’. Van Rooij: ‘Ik ambieer deze bestuursfunctie in het bijzonder omdat ik binnen de VVD pleitbezorger en ambassadeur wil zijn van de filantropie in Nederland. Sterker nog, ik wil dat de VVD de partij wordt die al het mogelijke doet om de filantropie te bevorderen. De leer van het liberalisme en de filantropie gaan immers hand in hand. Dagelijks staan er gedreven mensen op in Nederland die de omstandigheden in hun wijk, stad of land willen verbeteren. Dat zijn mensen - en het worden er steeds meer - die niet chagrijnig kijken naar Den Haag, ook niet om subsidie vragen, maar vanuit een positieve en persoonlijke levenshouding de handen uit de mouwen steken om samen met anderen maatschappelijke winst te realiseren. Ondernemende particulieren, ze doen het niet zelden onbezoldigd en met veel plezier. Daar moet de politiek zich vooral niet mee willen bemoeien en - sterker nog - die moet helpen alle denkbare obstakels te slechten. Ruim baan voor een gezond filantropieklimaat, ruim baan voor het particulier initiatief.’Verdubbeling aantal leden
Van Rooij neemt binnen het hoofdbestuur de portefeuille leden- en fondsenwerving onder zijn hoede. De voorzitter van de VVD, Christianne van der Wal, zei op het met zevenhonderd leden drukbezochte voorjaarscongres, dat het de ambitie is om in de komende drie jaar het aantal leden te verdubbelen tot zestigduizend als onderdeel van de vernieuwingsagenda. Daarvoor is een buitengewoon grote inspanning nodig.Maidenspeech
In zijn maidenspeech zocht Van Rooij de vergelijking tussen de VVD en het goede - niet van subsidies afhankelijke - doel. Volgens hem zijn er meer overeenkomsten dan verschillen. De volledige afhankelijkheid - ook qua inkomsten - van publiek draagvlak, de vele vrijwilligers die de partij vormgeven, de maatschappelijke relevantie, de gemeenschappelijke ideologie en het gezamenlijke maatschappijbeeld dat een flink publiek al vele jaren sterk aanspreekt, onderstrepen die overeenkomsten.Eigentijds ondernemerschap
Het leek Van Rooij dan ook niet meer dan logisch voor de ambitieuze ledenwerving een voorbeeld te nemen aan de succesvolste goede doelen van Nederland: ‘Dat zijn stuk voor stuk organisaties die hebben gekozen voor een gezonde mix van professionele marketing en het lef om te investeren. Ontbreekt het lef om voldoende geld uit te geven dan kies je automatisch voor krimp van draagvlak, zo was zijn stelling. Daar is niemand bij gebaat, in het minst de kiezer. Meer leden betekent meer geld en een grotere pool om talent uit te selecteren en op te leiden tot betere politici. Goed doen gaat niet zonder goede marketing en eigentijds ondernemerschap.’Van Rooij beloofde het congres binnen drie jaar de verdubbeling naar zestigduizend leden ‘als de partij net zo ondernemend wordt als al die ondernemende Nederlanders waar de partij voor staat.’