Vermogensfondsen staan bekend als de muurbloempjes van de filantropie. Ze opereren doorgaans in de luwte van de aanzienlijk luidruchtiger goede doelen, die veel meer op marketing en communicatie zijn ingericht. Het clichébeeld van stille inertie klopt allang niet meer met de realiteit van een groeiende groep Europese fondsen, aangesloten bij de Europese koepel EFC. Wie wel eens een EFC-jaarcongres heeft bijgewoond kan niet anders dan onder de indruk raken van de energie, veranderingskracht en het filantropisch kapitaal om bijdragen te leveren aan een betere wereld. Regelmatig roert EFC, onder leiding van de daadkrachtige Gerry Salole, zich in grensoverschrijdende kwesties rondom klimaat, armoede en mensenrechten. Meer en meer is EFC de stem van de ‘Europese civil society binnenmarkt’.
Gemakkelijk is het niet. Behalve de cultuurverschillen, zijn private fondsen van nature niet altijd ingericht op samenwerking. Ze zijn gewend om erg ‘hun eigen ding te doen’. De keynote sprekers tijdens de laatste EFC-conferentie (eind mei in Milaan) deden allen een oproep aan de ruim 650 afgevaardigden van Europese fondsen: kom uit je ‘comfortzone’, ontdek je eigen kracht en durf met moedige oplossingen te komen. Anders dan overheden (in continu gevecht om politiek draagvlak te behouden) en bedrijven (in continu gevecht om de aandeelhouders tevreden te houden), hebben burgerorganisaties het vermogen om met eigen geld en mandaat als vliegwiel voor duurzame oplossingen te fungeren. Maar daarvoor moeten ze nog wel veel meer uit hun eigen schaduw treden.
In mei 2016 zullen zowel de Europese Top als het EFC-congres plaatsvinden in Amsterdam.
De Nederlandse regering gaat onderzoeken of er draagvlak is om filantropie als verbindend thema op de agenda te zetten tijdens die Top. Als dat lukt, zal 2016 een belangrijk jaar worden voor de Europese samenwerking in filantropie: zowel in de politieke als eigen arena.
Vermogensfondsen