Wie de waan van de filantropische dag volgt van Oxfam-schandaal tot pincollecte en van koepelgedoe tot keurmerkdiscussies, zou het nieuws gemist kunnen hebben over het ‘Co-Impact-offensief’ dat eind vorig jaar gelanceerd werd door topfilantropen Richard Chandler, Bill en Melinda Gates, Jeff Skoll, Romesh en Kathy Wadhwani en The Rockefeller Foundation. Co-Impact is een meerjarig investeringprogramma van minimaal een half miljard dollar om gezondheid, onderwijs en inkomen van miljoenen mensen over de gehele wereld duurzaam te verbeteren. Co-Impact is onze aandacht waard als een voorbeeld van moderne filantropie die stuurt op systeemverandering in de wetenschap dat je niet kunt blijven dweilen met de kraan open.
Ook al zijn de filantropische zakken van Gates c.s. behoorlijk diep: 500 miljoen dollar is nog steeds ‘swimming pool money’ in vergelijking met de ‘ocean money’ van overheden en bedrijven. Het zit ‘m daarom niet (alleen) in de hoogte van de stapel bankbiljetten, maar vooral in de wijze waarop het investeringskapitaal wordt aangewend. Co-Impact is namelijk een schoolvoorbeeld van werken in de ‘golden triangle’: slimme allianties tussen ngo’s en donoren, overheden en bedrijven. Al deze actoren brengen in samenwerking idealiter hun sterkten aan tafel: innovatiekracht, ervaringsdeskundigheid, financiering, en flankerende wetgeving. Door nauw samen te werken met lokale gemeenschappen kunnen schaalbare oplossingen bedacht worden: filantropie als startmotor; bedrijven en overheden als opschalers.
Een extra dimensie aan Co-Impact is dat de initiatiefnemers er ook een community van major donors mee beogen om kennis met elkaar te delen. Niet alleen die kennisdeling is cruciaal voor impact, maar ook de pooling van goed geld. Het creëren van mondiale donor circles voor de oplossing van mondiale problemen maakt de private financiering een stuk efficiënter.
De uitdagingen waarvoor systemische initiatieven als Co-Impact voor komen te staan, zijn legio. Mondiaal samenwerken klinkt leuk, maar progressie moet geboekt worden in de lokale gemeenschappen: grassroots. Oplossingen moeten bedacht worden in samenwerking met de doelgroepen zelf: niet bevoogdend over hun hoofden heen. Maar alleen bottom-up gaat niet werken: wie voert top-down voldoende regie om al die kikkers in de kruiwagen te houden? Het is een bekend probleem van gelegenheidsallianties die partners samenbrengen vanuit volkomen verschillende structuren: publiek (overheid) – privaat (for profits) – privaat (ngo’s/filantropie) is een tango voor drie… probeer dan maar eens niet te snel op elkaars tenen te trappen. Dat is in ons moderne, aangeharkte Nederland al een hele klus, laat staan in landen met een beduidend minder ontwikkelde democratie en civil society.
De allergrootste uitdaging ligt echter op het vlak van de psychologie. De mens is gemiddeld nooit tuk op verandering, laat staan fundamentele. Die bedreigen vaak bestaande (geo)politieke en economische machtsstructuren waarin de bovenliggende partijen altijd het meest te verliezen hebben. Althans dat denken ze op basis van korte termijn-visie.
Co-Impact zou ook als een ‘bedreiging’ van de traditionele filantropische orde gezien kunnen worden. Grote donoren transformeren hierin meer naar actoren en je kunt vraagtekens plaatsen bij de invloed die zij uitoefenen op bijvoorbeeld de richting van wetenschappelijk onderzoek of de aanpak van specifieke noden. In dit verband valt vaak het begrip ‘philanthro-capitalism’.
Die vrees lijkt vooralsnog ongegrond en het is te beperkt om te denken in termen van ‘vervanging’. Initiatieven zoals Co-Impact zijn vooral een aanvulling op het bestaande arsenaal. ‘Moderne filantropie’ is geen panacee: natuurrampen en oorlogen vinden plaats in het hier en nu. Slachtoffers hebben directe behoefte aan voedsel, kleding en medicijnen, niet aan een handleiding voor duurzame verbetering van hun leefomstandigheden. Honger vandaag wordt mede nog gestild door 'ouderwetsche' filantropie.
Cynisme put doorgaans uit rijker bronnen dan geloof in vooruitgang en verandering. Co-Impact verdient daarom als voorbeeld van incubator-filantropie in elk geval onze warme belangstelling en inspireert om in ons eigen goed doen blijvend na te denken over het bereiken van onze doelstellingen. Filantropie is geen doel op zichzelf, maar klaarblijkelijk en gelukkig een organisch middel.
Filantropie