Altijd vermakelijk op internationale fondsenwervingcongressen: het debat tussen Amerikaanse en Europese fondsenwervers over de vraag 'hoe vaak mag je om geld vragen', en daarmee samenhangend: hoeveel geld mag je aan marketing uitgeven? Kortom, het debat tussen calvinisten en aanhangers van de bottomline (waarom zijn we opgericht?).
DM-goeroe Geoff Peters, bij uitstek exponent van de laatste stroming, wond er geen doekjes om tijdens zijn workshops op het AFP-congres. In een gewiekste combinatie van retoriek en logica pareerde hij de bezwaren van de meeste Europeanen. Voor Geoff Peters is het simpel: 'Why are we here? To create money!'. Met diverse rekenmodellen litt Peters zien dat er maar een manier is om fondsen te werven, en dat is door (zeer) frequent te vragen. Twaalf maal per jaar een giftenmailing versturen is voor Peters geen probleem ('Most people don't give, because they are never asked to'). Tegen personen die bezwaren maken tegen deze aanpak, refereerde hij aan de collecteschaal in de kerk. Die passeert immers ook iedere week de gelovige kerkgemeenschap.
De marketingkosten die op deze manier gemaakt worden zijn natuurlijk hoger dan hetgeen het CBF voorschrijft. Peters stelde dan ook - net als de Nederlands/Amerikaans fondsenwerver Roger Craver - dat door toepassing van de CBF-richtlijnen de branche enorme bedragen laat liggen. Peters: 'Iedere ondernemer is onmiddellijk bereid om 80 dollarcent te investeren om een dollar te verdienen. Dat is een fantastisch rendement. Door het CBF-keur pakt de Nederlandse charibranche nu alleen het gemakkelijke geld, maar het grote geld laat men liggen. Schande! Remember why we are in this business: to create money for the good cause!'
Een dergelijke praktische en no-nonsense benadering is voor veel Nederlandse fondsenwervers een verademing; omdat