Het Verenigd Koninkrijk wordt door velen gezien als het Europese gidsland als het om filantropie gaat. Onder leiding van premier David Cameron hebben de Britten het belang van de ‘Third sector’ onderstreept door een convenant (‘Compact’), financiële en fiscale facilitering en een heuse Civil Society-minister. Maar het idee van een ‘Big Society’, waarin de ondernemende burger wordt erkend en gestimuleerd binnen de democratische driehoek (overheid-markt-civil society), heeft intussen flinke knauwen opgelopen. Critici vonden al dat Camerons Big Society vooral een fopspeen was voor het particuliere initiatief, maar nu ook bij de Britten de crisis goed merkbaar is, blijkt in het gidsland politiek opportunisme het te winnen van langetermijnvisie. Een stevig beperking van de ruimhartige giftenaftrek dreigt en volgens de somberste prognoses gaat dat 11.000 banen en een inkomstenderving voor goede doelen van een half miljard pond kosten. Dat lijkt wel erg zwaar aangezet, met name door de lobby van de rijken, een groep die – net als in ons land - het meest profiteert van de giftenaftrek. Maar het gemak waarmee de Civil Society-minister Hurd de protesten wegwuift, doet vermoeden dat in zijn regering de minister van Financiën de grootste broek aan heeft. Welke maatschappelijk nadelige effecten een beperking van de giftenaftrek op langere termijn heeft, is nu klaarblijkelijk even minder ‘big’ in de civil society van Cameron. En het is precies dit opportunisme waarvoor ook in Nederland gevreesd wordt. Waarvan opnieuw acte.
Politiek en overheid