In reactie op de uitzending van Nieuwsuur van vandaag bevestigt Terre des Hommes dat de organisatie ten tijde van de burgeroorlog en hongersnood in Biafra (Nigeria) op verzoek van de Nederlandse minister van Justitie Polak de evacuatie en medische verzorging van tien hulpbehoevende kinderen heeft ondersteund.
In 1968 kwamen tien zieke kinderen naar Nederland voor medische behandeling en om aan te sterken. Nieuwsuur sprak met journalist Marie Louise Schipper, die ruim veertig jaar later een zoektocht ondernam om de tien terug te vinden. Schipper vond uiteindelijk zeven van de tien kinderen terug. De peuters Onuekwuzunma Okezie en Titus Gugu bleken al snel na aankomst in Nederland te zijn overleden. Ze liggen begraven op de Arnhemse begraafplaats Moscowa. Joy en Sherry Jae wonen in Nederland, Fidelia Okafer en Margareth Okbona in Nigeria en een van de zeven overleed een half jaar nadat hij was teruggestuurd naar Nigeria. Dat was Asuquo Udo Akpan, de jongen aan wie Schipper haar boek heeft opgedragen.
‘Beter in regio opvangen’
Carel Kok, directeur van Terre des Hommes, bevestigt dat de hulporganisatie er destijds niet de voorkeur aan gaf zieke kinderen naar Nederland te halen. ‘Als we de notulen teruglezen, zien we dat het toenmalige bestuur geen voorstander was van de zogenaamde luchtbrug. Ook lezen we dat de kinderen na de nodige zorg, mede op last van de minister van justitie zo snel mogelijk weer terug moesten naar Gabon. Wij vinden en vonden dat kinderen beter in de eigen regio kunnen worden opgevangen. Wij hadden tijdens de Biafra burgeroorlog daarom ook opvangkampen in Gabon. Maar de toenmalige minister van Justitie Polak verzocht ons om medewerking aan de luchtbrug. En gezien die tijd: als je een verzoek kreeg van een minister ging je overstag.’
‘Terre des Hommes niet verantwoordelijk’
Erg verdrietig is dat een der kinderen, Asuquo, niet lang na te zijn teruggebracht naar Gabon en na repatriëring naar Biafra, overleed. Zoiets is natuurlijk vreselijk. Carel Kok stelt dat Terre des Hommes hiervoor niet mag worden aangewezen als verantwoordelijke. ‘Wij moeten ervan uit gaan dat de betrokken Nederlandse artsen indertijd een weloverwogen besluit hebben genomen betreffende de conditie van de jongen en de mogelijkheden tot medische behandeling in zijn thuisregio. Dat het jongetje desondanks is overleden is uitermate tragisch en valt diep te betreuren.’
Klik hier voor de uitzending van Nieuwsuur.
Ontwikkelings samenwerking