Relevant blijven, ook in onze sector: tandje erbij!

Relevant blijven, ook in onze sector: tandje erbij!
Relevant blijven, ook in onze sector: tandje erbij!
19 april 2018

Cultureel gezien een interessante boekbespreking in het NRC, de recensie van de Amerikaanse bestseller ‘Great at Work’. In dat boek spoort Morten Hansen, hoogleraar aan Berkeley, zijn lezers aan om vooral niet méér dan 65 uur per week te werken. In de Nederlandse context levert dat een glimlach op. Recensent Alex van der Hulst geeft aan dat alleen al om dat statement, het boek niet erg interessant is voor de meeste Nederlanders. Inderdaad wij werken minder. Veel minder. Fulltime betekent bij ons 35 uur per week (in de praktijk gemiddeld 30,6 uur, het minste van alle EU-landen). En met een gemiddelde van 1.377 uur per jaar, werkt de Nederlandse werknemer veruit het minst ter wereld en de Zuid-Koreaan met 2.193 uur het meest.
 
Nu is de premisse waar Nederland zich comfortabel in wentelt: dat wij véél efficiënter werken dan de rest van de wereld. Wellicht is dat zo, alhoewel je jezelf kunt afvragen of je dertig procent minder inzet goed kunt maken door slimmer te werken. Maar om niet de onheilsprofeet uit te hangen: inderdaad de Nederlandse arbeidsproductiviteit, de bijdrage aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) per gewerkt uur, is na Luxemburg en Noorwegen de hoogste van alle OESO-landen. Kleine kanttekening: ook de opbrengst van de gasbel in Groningen telt mee in het BBP (en laat daar nu nét wat mee aan de hand zijn…).
 
Maar goed: ons opleidingsniveau is toch nog steeds een van de hoogste ter wereld. Toch? De ongemakkelijke waarheid bracht de voorpagina van de krant verleden week: het jaarlijkse verslag van de Onderwijsinspectie. Daaruit blijkt dat het Nederlandse basis- en voortgezet onderwijs zijn internationale toppositie is kwijtgeraakt. De resultaten in rekenen, lezen, wiskunde en natuurwetenschappen zijn de afgelopen twintig jaar teruggelopen. Ook de prestaties bij bewegings- en cultuuronderwijs glijden snel af. 
Grote vraag derhalve is óf we in Nederland (en West-Europa) onze mooie positie in de mondiale samenleving (economie) kunnen consolideren. Gaat dit vraagstuk aan onze sector voorbij? Daar wijst eerlijk gezegd niets op. Binnen een aantal grote internationale ngo’s is, onder het radarscherm en voorzichtig aan (bang voor reacties?), al de trend gaande dat meer-en-meer van de operatie uit Europa vertrekt. En er zijn ook signalen dat een aantal van die clubs met internationale betekenis na de Brexit Londen gaat verlaten. Een paar jaar geleden zou dan vestiging in Amsterdam, Brussel of Genève voor de hand liggen, nu zijn echter ook Singapore en Kuala Lumpur interessante opties. Ook surfen op internationale vacaturesites voor onze sector laat een dergelijk beeld zien. 
 
De kern van de zaak, hoe we Nederland (en dit deel van de wereld én onze sector) relevant kunnen laten blijven, wordt volgens mij het best geïllustreerd door de titel van het boek van hoogleraar Lidewey van der Sluis (Nyenrode): ‘Talent is goed, ambitie is beter’. Of in de woorden van mijn wielertrainer, op het moment dat we er even doorheen zitten: ‘tandje erbij!’. Meer ambitie, meer inzet, meer opleiding en innovatie: het wordt de komende jaren belangrijker dan ooit tevoren.