Taboe

Taboe
Taboe
5 juli 2012
Opinie | | Goede doelen

Soms kan een cri de coeur bevrijdend werken, vooral als die uit eigen kring komt. Directeur Theo van Loon liet zijn Fonds Verstandelijk Gehandicapten vorig jaar succesvol fuseren met het Revalidatiefonds. Er is nu nog maar één directeur, één pand, één bestuur en één werkorganisatie. De nieuwe stichting kon voor het eerst een professionele fondsenwerver in dienst nemen. In Trouw lucht Van Loon zijn hart: “Nederlanders worden gek van al die goede doelen en bedelbrieven. De verschillen zijn ook niet meer uit te leggen.” Met deze kritiek zal Van Loon veel vrijwillige en professionele medewerkers van goede doelen op het hart trappen. Zij werken doorgaans met hart en ziel voor ‘hun’ doel. En daar zit ook een probleem. Of liever: een taboe. Veel goede doelen zijn van lieverlede een doel op zichzelf geworden: een verslavende, charitatieve tredmolen waarin de oprichters en medewerkers weliswaar hun ziel en zaligheid kwijt kunnen, maar waarin de prestaties en impact niet meer het dwingende punt op de horizon zijn. Dat laat onverlet dat het recht van elke burger om met eigen middelen een goed doel op te richten een onvervreemdbaar en kostbaar goed binnen onze civil society is. Ter geruststelling van Van Loon werkt daarin tot nu toe ook een simpel democratisch mechanisme. Als er in de samenleving geen draagvlak is voor een specifiek goed doel, zal dat vanzelf gemarginaliseerd worden of veelal zelfs helemaal verdwijnen. De geverswal keert hier het fondsenschip.

P.S.: Filanthropium Journaal is de eerste drie weken van augustus met zomerreces.