De vrijwilligerskoepel NOV is bij monde van haar directeur Els Berman not amused over een artikel in NRC over werklozen in Rotterdam die verplicht worden vrijwilligerswerk te doen. Rotterdam staat daarin niet alleen, ook andere gemeenten dreigen uitkeringsgerechtigden met korten op de uitkering bij weigering. De NOV vindt dit misbruik van het begrip vrijwilliger. Zijn dat te grote woorden? Nee, wat mij betreft niet. Berman trekt hier volkomen terecht aan de bel.
Er is niets mis met een tegenprestatie vragen voor een uitkering, maar om dit ‘vrijwilligerswerk’ te noemen moet je of ongelooflijk brutaal of ongelooflijk dom zijn. Ik zelf houd het op een gevaarlijke combinatie van beide. De bewuste uitkeringsgerechtigden doen hun ‘vrijwilligerswerk’ noch onbetaald, noch vrijwillig. Met ‘vrijwilligerswerk’ heeft dat dus in de verste verte niets te maken. Zolang de economische bomen tot in de hemel groeien, mogen burgers lekker vrij hobbyen in hun civil society-klas. Maar als de bodem van de schatkist in zicht komt, leunen overheden en politici opeens wel erg aanminnig over de schutting van het vrije burgerdomein. De substitutiereflex van de bijpassende burger zit heel diep. En dan gaat het niet alleen om geld, tijd en mankracht, maar - en daar begint het meestal mee - ook om het idioom. Wie geen duidelijk onderscheid maakt tussen de collectant van de Hartstichting en een uitkeringsgerechtigde die verplicht moet werken, ontkent de existentiële waarde van vrijwilligerswerk. Daarmee worden miljoenen ‘echte’ vrijwilligers tekort gedaan en komt een kernwaarde van onze civil society opeens in het schemergebied van de collectief gefinancierde overheden en markt. Rotterdam en andere gemeenten zijn betrapt als ordinaire valsemunters van een kostbaar goed.
Vrijwilligers
Spelen met vuur
29 maart 2012
Opinie | Edwin Venema | Vrijwilligers