De onmiskenbare hype van de Ice Bucket Challenge is intussen al weer over zijn hoogtepunt heen, maar heeft een belangrijke vraag actueel gemaakt. Een vraag die door de onlangs gepromoveerde Erasmus-wetenschapper Kellie Liket in de Volkskrant prikkelend werd verwoord: we geven meestal aan goede doelen zonder dat we de impact van onze gift hierbij betrekken. ‘Geven voor de verspreiding van malarianetten is 500 keer zo nuttig als geven voor ALS-medicatie’. Ai.
De waarde die wij toekennen aan ‘impact’ is echter niet altijd de koele rekensom alleen, merkt VU-wetenschapper René Bekkers terecht op in zijn blog over de kwestie. Tegenover het klinische feit dat we met een gift van 100 euro voor malariabestrijding aanzienlijk meer levens kunnen redden dan met diezelfde gift aan de ALS-bestrijding, staat een machtige emotie: we geven vooral aan mensen die we kennen en met wie we ons goed kunnen identificeren.
Betekent dit dat ‘impact’ feitelijk geen waarde heeft voor ons geefgedrag? Is geven alleen emotie?
Dat is veel te kort door de bocht. Het gaat natuurlijk om maatvoering. Alleen de emotiekaart trekken geeft grote risico’s als blijkt dat een goed doel haar claims niet kan waarmaken. Rampzalige voorbeelden te over van ‘donor darlings’ die door de mand vallen. Gevers voelen zich dan extra ‘bedrogen’.*
Alleen hameren op impact doet echter weer geen recht aan de onmiskenbare sterke irrationele aspecten van geven. Of aan het feit dat private giften voor een goed doel – anders dan bij democratisch gekozen overheden – niet totstandkomen vanuit een democratisch gelijkheidsbeginsel.
Deze werkelijkheid moeten wij onder ogen zien: some charities are more equal than others. Dat geldt zowel voor hun rationele, als ook voor hun emotionele impact.
* En ja hoor: In de VS is nu al grote ophef ontstaan over de besteding van de vele ingezamelde gelden….: klik hier
Lees de column van ir. Han A. Schuringa jr. over dit onderwerp: klik hier
(Social) Impact