Vanmorgen daagde mijn zoon Oxo (zes jaar) zijn zussen uit met een dilemma: ‘Waarom deelt de Sint alleen in Nederland cadeaus uit?’ Alhoewel aanvankelijk huiverig - ‘de luisterpiet kan ons horen hoor!’ - barstte de discussie toch al snel los. ‘Het is toch niet eerlijk dat kinderen in andere landen niets krijgen?’, zegt Amé, vier jaar. Daar was iedereen het mee eens. Alle kinderen zijn gelijk, en verdienen een eerlijke kans op de aandacht van de Sint.
Waar zou Sints voorkeur voor Nederland vandaan komen? Daar konden ze niets anders dan arbitraire redenen voor bedenken. De enige reden die enigszins rust gaf, was dat de Sint een Nederlander is. Niemand vond dit argument sterk, maar het was beter dan niets. De rust was teruggekeerd. Iedereen was weer moreel zuiver, of in ieder geval iets daarbij in de buurt.
Maar de jongste, Amé, was er nog niet klaar mee. ‘Als de Sint kinderen in Malawi cadeaus zou geven, of eten ofzo, dan zouden ze heel blij zijn, toch Oxo?’. Grote zus Zia (5 jaar) en Oxo slaakten een diepe zucht. Hoe moesten ze dit nou recht praten?
Met veel minder moeite kon de Sint in andere landen kinderen veel blijer maken. Zelfs in de klas was Oxo dat al opgevallen; de kinderen die juist meer speelgoed hebben, kregen grotere cadeaus van de Sint, maar waren er minder blij mee. Het zou logischer zijn wanneer de Sint evenveel of misschien zelfs meer zou investeren in de cadeaus van de kinderen die het minste hebben. Dan zou hij in totaal veel meer blijheid bereiken.
En zo legden mijn kinderen samen haarfijn de fundamenten uit van het denken dat we bij onze community van filantropen, Effective Giving, proberen te doen.
De vertrekpunten van ‘geven’ zijn vaak gestoeld op arbitraire voorkeuren. Net als de Sint voelen we, hoe mooi dat ook is, empathie voor een bepaalde doelgroep, of ons hart klopt voor een bepaald probleem. Maar sluiten we daarmee niet heel veel geluk en kansen uit voor mensen die toevallig ons hart (nog) niet hebben kunnen raken?
Misschien kunnen we die empathie omzetten in compassie voor de mensheid als geheel, en het belang van problemen laten bepalen door hun ernst in plaats van onze ‘affiniteit’ ermee. Dan kunnen we focussen op de gebieden waar we het meeste verschil kunnen maken.
Maar daarmee is de kous nog niet af, laten de kinderen ook zien. Je komt hetzelfde tegen wanneer volwassenen een aanpak kiezen. Een arbitraire voorkeur voor project X of organisatie Y - zoals de Sint zijn cadeaus aan Nederlandse kinderen in plaats van vaccinaties voor kinderen in Malawi - kan het verschil dat we kunnen maken enorm beperken.
Bij het ‘goed doen’ vragen we ons niet automatisch af hoe we met de minste middelen het meeste kunnen bereiken. Daarom bouwen we samen met een groep filantropen de Effective Giving community. Samen proberen we de prachtige drive om te geven, te begeleiden met ons hoofd. Dat doen we door kritisch en consistent te redeneren, en proactief kennis tot ons te nemen. Zo proberen we het verschil dat we kunnen maken in deze prachtige wereld zo groot mogelijk te maken.
Om effectief te geven moeten we volgens de kinderen Sinterklaas niet als voorbeeld nemen. Maar toegeven dat de Sint een dwaze filantroop is, is niet gemakkelijk. Want die dwaasheid komt mijn drie telgen toch wel heel goed uit. Met twijfel in het hart besluiten ze gedrieën er voor de zekerheid toch maar een extra liedje uit te persen voor de goedheiligman.
Dit artikel verscheen afgelopen weekend in het FD.
(Social) Impact