Simone Filippini, directeur Cordaid:‘Bezuinigingen op OS raken kant noch wal’

20 augustus 2015
Opinie | | Ontwikkelings samenwerking

Hoewel de forse bezuinigingen op Nederlandse ontwikkelingsorganisaties al een tijd bekend waren, is er de laatste weken veel aandacht voor de concrete gevolgen ervan in de media: ontslag voor medewerkers híer, en stopzetting van projecten dáár. Simone Filippini, directeur van Cordaid, een van de getroffen organisaties, mengt zich nadrukkelijk in het publieke debat. In haar blog van 10 augustus stelt ze onomwonden: ‘De grootschalige bezuinigingen op ontwikkelingshulp zijn volstrekt onlogisch en tegengesteld aan het Nederlandse belang’. 

De nieuwe mantra ‘handel voor hulp’ wil er bij Filippini niet in: ‘De forse bezuinigingen op Nederlandse ontwikkelingsorganisaties gaan volgens minister Ploumen een nieuw tijdperk inluiden, waarin grote wereldproblemen worden opgelost door middel van lobby, handel en investeringen in en door het bedrijfsleven. ‘Traditionele’ investeringen in sectoren als gezondheidszorg en onderwijs zijn volgens Ploumen geen prioriteit meer voor Nederland. Maar wie gaat er investeren in landen in oorlog, waar geen infrastructuur is en waar basisbehoeften als voedsel, schoon drinkwater en veiligheid totaal ontbreken? De wereld is de afgelopen jaren sterk veranderd en het Nederlandse beleid voor ontwikkelingssamenwerking dus ook, aldus Minister Ploumen. In de Volkskrant zegt de minister dat ‘het belang van officiële ontwikkelingshulp voor ontwikkeling is afgenomen’ en dat ‘het begrip ontwikkelingshulp uiteindelijk zal verdwijnen’. In haar beleid schrijft ze dat investeren in duurzame en inclusieve economische groei om nieuwe relaties met bedrijven en kennisinstellingen vraagt.’

Bootvluchtelingen
Filippini vindt deze visie kortzichtig en legt een nadrukkelijk verband met het groeiende probleem rond de bootvluchtelingen: ‘De opmerking van de minister over het afnemende belang van ontwikkelingssamenwerking deel ik niet. Jazeker, vergeleken met de wereldhandelsstromen is de officiële ontwikkelingshulp van overheden een druppel op een gloeiende plaat. Nieuwe partnerschappen ontstaan, het bedrijfsleven heeft eindelijk een serieuze plaats aan tafel gekregen en wordt medeverantwoordelijk gemaakt voor duurzame ontwikkeling.’

Overheidsmiddelen blijven cruciaal
Filippini: ‘Ontwikkelingshulp van overheden blijft echter onmisbaar. Dat werd onlangs tijdens de grote VN Top in Addis Abeba over financiering van duurzame ontwikkeling, waar ook minister Ploumen actief aanwezig was, weer breed erkend. Zelfs werden landen sterk aangemoedigd 0,7% van hun BNP aan ontwikkelingshulp te besteden. Dezelfde 0,7% waar al internationale afspraken over bestonden, die dit kabinet eenzijdig heeft verbroken. In Addis was brede consensus dat juist overheidsmiddelen van cruciaal belang zijn waar de nood aan de man is, waar bedrijfsleven niet wil investeren, waar overheden niet functioneren en maatschappelijke organisaties de enige steunpilaren vormen voor de lokale bevolking. We praten dan over de meest kwetsbare landen, waar de bootvluchtelingen vandaan komen die wanhopig Europa proberen te bereiken.’
‘Problemen die zorgen voor vluchtelingenstromen kun je alleen maar oplossen door ze bij de wortels aan te pakken: door mensen in oorlogsgebieden en fragiele staten een perspectief te bieden op een betere toekomst, op kansen voor hun kinderen om zich te ontwikkelen en werk te vinden.’

Tegengesteld belang
In mondiaal perspectief vindt Filippini de grootschalige bezuinigingen op ontwikkelingshulp dan ook volstrekt onlogisch en tegengesteld aan het Nederlandse belang: ‘Want dat is gediend bij een veilige en vreedzame wereld, bij een sterke internationale rechtsorde, bij toegang tot goede gezondheidszorg, onderwijs en de zorgvuldige opbouw van een geest van ondernemerschap, gepaard met kennis om zelf een bedrijfje op te bouwen.’

Meer investeren dan geven
Filippini neemt krachtig stelling tegen het beeld dat ontwikkelingsorganisaties als Cordaid de ‘hulpindustrie’ voeden en niet werken aan innovatieve, duurzame oplossingen. De nadruk komt volgens haar steeds meer op investeren in plaats van op geven komen te liggen: ‘Van zelf waterputten slaan en schooltjes bouwen zijn we jaren geleden overgestapt op systeemverbeteringen en gelijkwaardige samenwerking met lokale maatschappelijke organisaties, die lokale problemen signaleren en zelf actie ondernemen om hun situatie te verbeteren. In dit proces worden continu innovaties toegepast, zoals nieuwe toepassingen van mobiele telefoons. Sociaal ondernemerschap is de leidraad geworden. We zijn van geven naar investeren overgestapt. Letterlijk: Cordaid heeft een snel groeiend en diversifiërend investeringsfonds om ondernemerschap te stimuleren en toegang tot kapitaal mogelijk te maken, juist ook in de meest kwetsbare gebieden. Ngo’s zijn een belangrijke stem waar het gaat om onrechtvaardigheid, wantoestanden bijvoorbeeld bij multinationals of de strijd voor gelijke rechten van minderheden.’

Handel dicht niet het armoedegat
Filippini erkent dat het belangrijk is om hulpafhankelijkheid te verminderen. Investeringen in gelijkwaardige handelsrelaties, zoals Ploumen graag wil, zijn daar een onderdeel van. Maar handel en het bedrijfsleven kunnen het ‘armoedegat’ volgens Filippini niet dichten: ‘Staten in conflict hebben geen baat bij het 'hulp en handel'-credo. Dit zijn de plaatsen waar overheden niet reiken en waar eigenlijk alleen lokale organisaties met steun van organisaties als Cordaid de bevolking bijstaan. Vanaf 2016 wordt een fantastisch Nederlands systeem van ondersteuning aan zulke landen afgeschaft. Alternatieven voor deze ondersteuning worden veel meer aanbod gestuurd, en geven vooral weer wat de Nederlandse overheid belangrijk vindt: naast handel, vooral lobby en belangenbehartiging. Dat is absoluut noodzakelijk, maar werkt alleen als het gepaard gaat met concrete activiteiten in bijvoorbeeld gezondheidzorg of onderwijsgebied. Juist dit laatste snijdt Ploumen nu weg.’

Bittere pil
Filippini stelt dat pil niet alleen bitter is voor haar eigen Cordaid: ‘Cordaid moet door het beleid van de minister hard bezuinigen. Ons hoofdkantoor zal flink inkrimpen en een aantal van onze landenkantoren zullen moeten sluiten. Dat is een bittere pil, maar ik maak me nog meer zorgen over onze investeringen in programma’s en mensen die verloren zullen gaan. En dat terwijl we dringend en substantieel moeten investeren in het ondervangen van de onderliggende oorzaken van instabiliteit, radicalisering, gebrek aan economische en sociale ontwikkeling en onrechtvaardigheid. We kunnen ons daarvan niet meer afwenden. Als Nederland en andere landen de problemen niet echt aanpakken, komen ze uiteindelijk gewoon terug op ons eigen bordje. Daarom raakt het Nederlandse bezuinigingsbeleid kant noch wal. Het is een geval van goedkoop-duurkoop. Vluchtelingen zijn aanzienlijk duurder dan steun voor opvang in de regio, mensen in hun eigen omgeving ondersteunen is goedkoper en efficiënter dan ze als asielzoekers een onderkomen, werk en een leven moeten bieden. De keuze is aan ons.’

(Bron: Cordaid)

Voor de blogs van Simone Filippini: klik hier.