SBF snel in gesprek met kabinet over ‘suggesties’ giftenaftrek

2 mei 2018
Nieuws | | Politiek en overheid

De Samenwerkende Brancheorganisaties (SBF) gaat snel in gesprek met het kabinet over de brief die staatssecretaris Menno Snel op donderdag 28 april aan beide Kamers stuurde. Snel ontvouwt daarin ‘suggesties’ over de giftenaftrek ter voorbereiding op een kamerbreed overleg in juni. Het kabinet wil de regels voor de fiscale aftrek aanpassen voor een effectievere inzet en verbetering van de uitvoering en handhaving. De regering houdt wel vast aan de giftenaftrek zelf. Daarover is SBF verheugd, maar blijft ‘kritisch’ en richt ‘onze suggesties op een voor de sector werkbare set aan verbeteringen.’

Breed maatschappelijk draagvlak

In de Kamerbrief van donderdag herhaalt het kabinet nog eens de in het Regeerakkoord afgesproken handhaving van de Geefwet en de daaraan gekoppelde regelingen voor ANBI’s en SBBI’s. Het kabinet doet dat ‘uit oogpunt van breed maatschappelijk draagvlak hiervoor en de bijdrage die de wet levert aan financiële ondersteuning van goede doelen en cultuurinstellingen.’

‘Kwetsbare regeling’

Diverse, overigens bepaald niet onomstreden evaluaties van de giftenaftrek die in januari 2017 het licht zagen en door toenmalig staatssecretaris Wiebes aan de Tweede Kamer werden gezonden, vormen nu - na veel uitstel en studie - de aanleiding voor het kabinet om de huidige regelingen nog eens goed tegen het daglicht te houden. De evaluaties zijn met name op het punt van de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid volgens het kabinet kritisch. De huidige regelingen zouden kwetsbaar zijn voor ‘oneigelijk gebruik. Dat wil zeggen: zowel bewuste fraude, als onbedoeld verkeerd gebruik.

Budgettaire beslagen

In Nederland wordt in totaal een kleine zes miljard euro gegeven aan goede doelen (Bron: Geven in Nederland 2017). Burgers geven in Nederland jaarlijks circa twee miljard euro direct via giften en donaties aan maatschappelijke doelen, en 700 miljoen euro indirect via loterijen en nalatenschappen. De fiscale ondersteuning aan goede doelen heeft vooral vorm gekregen door de giftenaftrek (budgettair beslag € 374 miljoen in 2018, Miljoenennota 2018) en door de vrijstelling van de schenk- en erfbelasting voor ANBI’s en SBBI’s (budgettair beslag € 215 miljoen in 2018, Miljoenennota 2018).

Kosten-framing

Over deze budgettaire beslagen ontbrandde direct een politieke (woorden)strijd. Voorstanders van afschaffing van de regeling framen deze beslagen als ‘kostenpost’ en ‘derving van inkomsten’. Voorstanders van handhaving van de regeling, waaronder koepels in de sector, maar ook vooraanstaande fiscalisten, zoals mr. dr. Ineke Koele, vinden dat in Nederland veel te weinig wordt stilgestaan bij de principes die gepaard gaan met de fiscale aspecten van maatschappelijke vrijgevigheid. Het is volgens Koele geen toeval dat in alle westerse democratieën maatschappelijke vrijgevigheid buiten het fiscale domein wordt gehouden (dat wil zeggen: aftrekbaar van belastbaar inkomen en vrijgesteld van schenk- en erfbelasting). En het is volgens haar ook geen toeval omdat er beginselen aan ten grondslag liggen, die internationaal worden geduid onder de term ‘pluralism’. Het pluralisme, ofwel de verscheidenheid van de westerse maatschappij, is de waarde die wordt toegekend aan het privaat initiatief op maatschappelijk terrein. Wat strakker geformuleerd: de overheid heeft niet het monopolie op het ‘algemeen nut’ en privaat georganiseerd ‘algemeen nut’ dient op gelijke wijze te worden behandeld als de overheid. Koele: ‘De overheid betaalt toch ook geen belasting?’ 

Reactie Joost van Lanschot

De overheid heeft nu klip en klaar aangegeven achter het principe van de giftenaftrek als zodanig te blijven staan. Daarover zegt SBF in een verklaring: ‘Het is verheugend dat de staatssecretaris opnieuw het belang van de giftenaftrek voor onze samenleving bevestigt. Dat belang wordt ook voortdurend door SBF naar voren gebracht. Wel blijven wij kritisch en richten onze suggesties op een voor de sector werkbare set aan verbeteringen.’
FIN en Goede Doelen Nederland – leden van SBF - hebben intussen laten weten met hun achterban in conclaaf te gaan. FIN-voorzitter Joost van Lanschot (tevens voorzitter SBF) in een brief aan zijn leden: ‘Beste FIN leden, zoals tijdens de recente ALV in Maastricht naar voren werd gebracht, is de giftenaftrek meer relevant voor de goede doelen, oftewel de fondsenwervende instellingen, dan voor de vermogensfondsen. In deze Kabinetsreactie worden echter zijdelings diverse elementen genoemd die van belang zijn voor vermogensfondsen. Zo wordt de suggestie geopperd om de publicatieplicht voor ANBI’s uit te breiden met onder andere een opgave van het vermogen. Ten aanzien van de anti-oppot eis wordt gesteld dat overwogen kan worden om een en ander juist te versoepelen.’
Tegenover De Dikke Blauwe verklaarde Van Lanschot aanvullend: ‘De vermogensfondsen hebben indirect ook met de giftenaftrek te maken, omdat minder aftrek allicht leidt tot minder donaties aan goede doelen, en dus tot meer steunvraag bij vermogensfondsen.’

Goede Doelen Nederland

Ook Goede Doelen Nederland gaat op hele korte termijn met leden in gesprek over de in de brief vermelde suggesties voor verbeteringen. In een verklaring zegt de koepel: ‘Doel is om vanuit de sector tot concrete werkbare suggesties te komen om de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de giftenaftrek te verbeteren. Deze suggesties kunnen worden betrokken bij het gesprek van SBF met de staatssecretaris.’ 

Suggesties, geen beleidsvoornemens

Staatssecretaris Snel presenteert in zijn Kamerbrief van afgelopen donderdag de visie van het kabinet nadrukkelijk als ‘suggesties’ en niet als beleidsvoornemens. De reden: ‘Omdat ik een breed draagvlak voor verbeteringen van de regelingen van groot belang acht, kom ik niet met beleidsvoornemens in deze kabinetsreactie maar met suggesties die ik graag eerst met uw Kamer en met de goededoelensector bespreek. Daarbij ben ik uiteraard ook benieuwd naar de suggesties van de kant van de Kamer en de goededoelensector om de werking van de regelingen te verbeteren.’
Het kabinet wil met haar suggesties de huidige regeling ‘minder complex’ maken en waar mogelijk de uitvoering verbeteren. Het heeft daarbij ook gekeken naar ‘good and bad practises’ uit het buitenland, waaronder Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk, België en Oostenrijk. 

DE SUGGESTIES VAN HET KABINET

Standaard-sjabloon voor publicatie op internet

ANBI’s zijn verplicht hun gegevens op het internet te publiceren, maar aan de vorm daarvoor zijn geen specifieke eisen gesteld. Dit maakt de controle volgens het kabinet arbeidsintensief. ‘Invoering van een (vrijwillig of verplicht) standaardsjabloon dat permanent en rechtstreeks toegankelijk is op de website van de ANBI, kan daarin een verbetering brengen en de transparantie en daarmee het vertrouwen in de filantropiesector bevorderen.’ Volgens het kabinet heeft ook de filantropiesector aangegeven voordelen te zien in een standaardsjabloon en daarover te willen meedenken. ‘De standaardformats kunnen eventueel beschikbaar worden gesteld via de website van de Belastingdienst of het zou verplicht kunnen worden gesteld om de gegevens in een standaardformat in te vullen’, aldus de Kamerbrief.

Uitbreiding van de publicatieplicht van ANBI’s 

Volgens het kabinet is het te overwegen om de publicatieplicht uit te breiden zodat basale informatie over de feitelijke activiteiten en bestedingen eenvoudig en eenduidig toegankelijk wordt. ‘Belastingbetalers, donateurs en begunstigden, maar ook de Belastingdienst hebben hier nu niet direct zicht op. Te denken valt aan: 
· de aard van de activiteiten, 
· de omvang van de ANBI in termen van vermogen, bestedingen, donaties, aantal werknemers, aantal vrijwilligers, 
· of die ANBI al door anderen wordt gecontroleerd (toezichthouder semipublieke sector, accountant) en zo ja, hoe. 
Een beperkte uitbreiding van de publicatieplicht op deze punten kan volgens het kabinet de transparantie bevorderen en ‘vergemakkelijkt in dat geval het werk van het ANBI-team: controle kan meer gericht en daarmee efficiënter worden ingezet.’

Anti-oppoteis versoepeld

Een ANBI moet ten minste 90% van zijn bestedingen ‘algemeen nuttig’ doen. Daarom mag een ANBI niet meer vermogen aanhouden dan redelijkerwijs nodig is voor de continuïteit van de activiteiten ten behoeve van zijn doelstelling. In de praktijk zijn er regelmatig vragen over de juiste interpretatie van deze ‘anti-oppoteis’. Bovendien blijkt deze eis lastig te toetsen. Het kabinet stelt: ‘De vraag is in hoeverre dat vermogen nog redelijkerwijs nodig is voor de doelstelling van de instelling. De huidige wettelijke voorwaarden die gelden rondom deze eis zouden kunnen worden versoepeld.’ 

Versoepeling toezicht op ex-ANBI’s

De Belastingdienst moet ex-ANBI’s jarenlang blijven volgen om te controleren of zij het vermogen in overeenstemming met het oorspronkelijke beoogde algemeen nut besteden. Dat vergt steeds meer toezichtcapaciteit: het aantal ex-ANBI’s bedraagt intussen al ruim 5600. Een suggestie die volgens het kabinet nader onderzocht kan worden is om een afrekenmoment na een redelijke periode voor ex-ANBI’s in te bouwen: ‘Dit leidt tot een beter uitvoerbare situatie.’ 
Een andere optie is, al dan niet in combinatie met het voorgaande, een verhoging van de vermogensgrens van (nu) €25.000 die bepaalt of ex-ANBI’s informatie aan de fiscus moeten verstrekken.

Toezicht op buitenlandse ANBI’s 

Per 1 januari 2018 zijn er 236 ANBI-instellingen die gevestigd zijn in het buitenland. De ANBI- status wordt in die gevallen veelal aangevraagd voor de vrijstelling van de erfbelasting na het overlijden van een in Nederland wonende persoon. ‘Als dat een eenmalige kwestie voor de buitenlandse instelling is, is de ANBI-status hier feitelijk overbodig en complicerend in het toezicht’, zo stelt het kabinet in haar kamerbrief. 

Drempel verhogen

Om de giftenaftrek minder complex te maken en oneigelijk gebruik te ontmoedigen komt het kabinet met een aantal uiteenlopende suggesties. De drempel voor aftrekbaarheid van giften is nu 1 procent van het inkomen met een minimum van 60 euro. Er is ook een maximum (plafond), van 10 procent van het inkomen. Bij het inkomen gaat het om het zogeheten ‘drempelinkomen’, het totaal uit de drie fiscale boxen.
Kabinet: ‘Indien de drempel wordt verhoogd, leidt dat (…) tot lagere administratieve lasten voor de burger en minder te controleren aangiften.’ Om bij een hogere drempel giften toch te kunnen blijven aftrekken, moeten gevers volgens Snel ‘vaker giften samennemen in één jaar of overstappen op het doen van periodieke giften’.

Plafond in periodieke gift

Bij de periodieke giften zou ook wat moeten veranderen. Periodieke giften zijn niet eenmalig, maar lopen een langere periode en zijn schriftelijk vastgelegd. Bij periodieke giften geldt nu geen plafond. Kabinet: ‘Dit laatste is internationaal gezien ongebruikelijk. Gevolg is dat er in Nederland bijzonder hoge periodieke giften voorkomen, waarbij niet altijd sprake is van een wijze van gebruik maken van de regeling zoals deze bedoeld is. Invoering van een plafond zou dergelijke constructies met periodieke giften minder aantrekkelijk maken.’

Geen cash meer aftrekken

Het kabinet wil af van de aftrekbaarheid van contante giften. Die zijn ‘zeer lastig te controleren en blijken fraudegevoeliger dan giften die op een andere manier worden gedaan’. Afschaffing bezorgt de fiscus minder werk.
Burgers geven twee miljard
 

►Voor een volledige versie van de kamerbrief van 26 april van staatssecretaris Snel, inclusief de suggesties voor verbetering van de informatie van de Belastingdienst over giften: download onderstaande bijlage.
►Lees het commentaar van De Dikke Blauwe over eerdere evaluaties van de giftenaftrek: klik hier
2/2