Wie bij oude muziek slechts denkt aan verheven cantaten en religieuze lofzang heeft duidelijk nog geen kennis gemaakt met het ensemble Art House 17. Zij trokken afgelopen weekeinde volle zalen in de Paardenkathedraal tijdens de 41e editie van het Oude Muziek Festival in Utrecht. Geïnspireerd op het oude repertoire dat ooit in het Pruisische lustslot ‘Sanssouci’ van koning Frederik de Grote (1712-1786) moet hebben geklonken, werd het publiek getrakteerd op wervelende kamermuziek van Carl Philipp Emanuel Bach, scènes uit de commedia dell’arte, Italiaans komische opera en composities van de vorst, zelf een begenadigd fluitist. Een appel kan ver van de boom vallen. De kunstzinnige Fritz die de één na de andere beroemde musicus of filosoof naar het hof in Potsdam haalde, was de zoon van de hardvochtige soldatenkoning Frederik Willem I. Alle pogingen om van diens zoon een ‘vent’ te maken liepen op niks uit.
Terwijl ik genoot van de burleske voorstelling dwaalden mijn gedachten onwillekeurig af naar het beeld van onze eigen tijd. De korte stijlperiode van de Rococo, waaraan het festival dit jaar grotendeels is gewijd, was met zijn luchthartige versieringen, exuberantie en elegante vormtaal misschien vooral een reactie op de strenge, classicistische barok van de decennia ervoor en het strak rationele gedachtengoed van de Verlichting. Stijlperioden kennen we bijna altijd achteraf toe, als het vuur is gedoofd en we met terugwerkende kracht patronen herkennen die we niet zagen terwijl we ons er middenin bevonden. Ik vraag mij af hoe historici straks aan zullen kijken tegen de jaren '20 van deze eeuw.
‘Zonder zorgen’ lijkt onze tijd allerminst. We zien inflatiecijfers die we tot voor kort niet voor mogelijk hielden. We kijken al niet meer op van honderden in de buitenlucht overnachtende asielzoekers voor een propvol opvangcentrum, laat staan van duizenden verdwaalde en verlaten koffers op de luchthaven Schiphol. We staan zonder mopperen vier uur in de rij om een vliegtuig te halen en hebben geen idee hoe we aan het einde van het jaar onze gasrekening zullen betalen. Treinen rijden niet, rivieren lopen droog en boeren storten hun mest op snelwegen. Aan het oostfront van Europa woedt een bloedige oorlog. Het bracht de historicus des vaderlands, Geert Mak, ertoe om op een ander festival deze zomer tot ‘de laatste normale zomer’ te verklaren. Dat lijkt mij weliswaar onzin, maar het gevoel van ongemak en desoriëntatie is er niet minder om.
We zijn onverhoeds beland in een eigentijdse variant op de commedia dell’arte. Wie nu het maatschappelijk middenveld vertegenwoordigt, zoals vele Dikke Blauwen onder ons, moet een goed kompas hebben en een feilloos moreel besef. Als de boel uiteen dreigt te vallen is een vitale, goed georganiseerde burgersamenleving van levensbelang. Ik bespeur ook hier een neiging om naar de flanken uit te wijken en de stem steeds luider te verheffen: niet doen, het midden is zo verschrikkelijk hard nodig.
Het Festival Oude Muziek is nog gaande tot en met 4 september in diverse zalen, kerken en salons te Utrecht
Beeld: Sanssouci - Shutterstock