Door de nieuwe wetgeving voor buitenlandse NGO’s onder het Poetin-bewind dreigen op korte termijn zeker twaalf filantropische fondsen het werken in Rusland onmogelijk gemaakt te worden. Onder de twaalf fondsen die nu op de nominatie staan om geweerd te worden, opereren er zeven vanuit de VS, waaronder MacArthur, Mott, and Open Society Foundations.
De lijst, die naast de Amerikaanse fondsen ook deEducation for Democracy Foundation bevat, een kleine Poolse NGO die al meer dan vijftien jaar seminars geeft voor Russische leerkrachten over vrijwilligerswerk, wordt voorgelegd aan Russische ambtenaren om te zien in hoeverre de NGO’s ‘een bedreiging voor de Russische veiligheid’ vormen en derhalve moeten worden aangemerkt als ‘onwenselijk’. Dit gebeurt op basis van een nieuwe wet die in mei werd ondertekend door president Poetin, die de buitenlandse NGO’s ziet als potentiële dekmantel voor ‘buitenlandse inmenging in Russische staatsaangelegenheden’.
Dynasty Foundation
Niet alleen buitenlandse NGO’s worden tegen het licht gehouden. Ook Russische stichtingen zijn in de ogen van de regering potentiële dekmantels voor ‘buitenlandse agenten’. Zo besloot onlangs de Dynasty Foundation, gesticht door telecommiljardair en filantroop Dmitry Zimin (foto), haar activiteiten te staken na een maandenlang kat-en-muisspel met de overheid over haar status als ‘buitenlandse agent’ en een boete van drieduizend euro vanwege het feit dat de foundation had nagelaten zich vrijwillig als zodanig te laten registreren.
Dynasty Foundation gaf het afgelopen decennium zo’n vijf miljoen euro om jonge Russische onderzoekers te ondersteunen. De officiële reden voor het feit dat Dynastie werd aan gemerkt als ‘buitenlandse agent’ was de steun aan de Liberale Missie, een organisatie die lezingen organiseert over ‘moderne politiek’. Stichter Zimin, die, naar verluidt, inmiddels Rusland is ontvlucht, gebruikte zijn buitenlandse bankrekeningen om de Missie te ondersteunen.
nl
