De regering Bush staat niet direct bekend om haar warme hart. Dat bleek afgelopen week weer eens toen het Center for Global Prosperity de resultaten van een onderzoek naar door Amerika verleende ontwikkelingshulp bekend maakte. Wat blijkt: particulieren geven een veelvoud van het budget dat de regering Bush beschikbaar stelt voor ontwikkelingshulp. Er zitten echter wel wat addertjes onder het gras.
De cijfers liegen er niet om. In totaal sturen de Amerikaanse burgers 71,2 miljard dollar naar minder bedeelde landen. Dat is meer dan welk land dan ook, hoewel omgerekend per hoofd van de bevolking de Amerikaanse gulheid heel wat minder indrukwekkend is.
Opvallend is dat de ontwikkelingshulp gefinancierd uit private bronnen het door de federale overheid beschikbaar gestelde budget verre overstijgt. De regering Bush trok in 2004, het meest recente jaar waarover data beschikbaar is, 19,7 miljard dollar uit. Ongeveer een derde dus van de private ontwikkelingsgiften.
Overigens moeten ook deze private giften met een korreltje zout worden genomen. Van de 70 miljard blijkt slechts 24 miljard dollar als echte ontwikkelingshulp aan te merken. Dit is het bedrag dat bedrijven, vermogensfondsen, goede doelen en andere non-profits ter beschikking stellen. De resterende 36 miljard dollar bestaat uit geld dat door Amerikanen naar vrienden en bekenden in het buitenland wordt gestuurd, aldus het Center for Global Prosperity.
Het gehele rapport “Index on Global Philanthropy” is te lezen op http://www.hudson.org