Plenaire sessie: interview Disbudak en Karpes

3 juli 2008
Nieuws | | De Dikke Blauwe

Met wat inventiviteit kun je bergen verzetten. Dat blijkt uit de plenaire ochtendsessie tijdens het Civil Society Congres 2008, met Aysel Disbudak en Dennis Karpes. Twee succesvolle initiatiefnemers die een hoge mate van transparantie voorstaan.


Disbudak is oprichter van Unal Zorg, een instelling voor zorg aan verstandelijk gehandicapte jongeren en hun omgeving. Aanleiding was een rechtszaak tegen de instelling waar haar gehandicapte broer was ondergebracht. Unal Zorg is inmiddels erkend als AWBZ-instelling en ontving de Agis Zorgverbeteringsprijs voor de wijze waarop de doelgroep wordt ondersteund om zoveel mogelijk zichzelf te redden. Verzekerden van Agis kunnen bij Unal terecht, dat werkt volgens Disbudak beter dan het persoonsgebonden budget. "Het PGB is nadelig voor de cliënt, omdat deze niet meer zelf de regie in handen heeft, en voor ons omdat we met veel oninbare vorderingen blijven zitten."

 


Unieke zorg

Disbudak ziet zichzelf als een gedreven persoon die zag dat veel Turkse en Marokkaanse gezinnen in dezelfde positie zaten. "Ieder individu is uniek, dus iedereen heeft recht op unieke zorg. Er wordt wel eens gevraagd of wij geen drempel vormen voor integratie, dan zeg ik dat wij de mondigheid van onze doelgroep vergroten en dat we een zeer divers personeelsbestand hebben. Misschien dat de inspectie een integratieprobleem ziet, ze houden ons extra in de gaten, hoewel bij ons de behandelplannen volledig transparant zijn, net als de financiële cijfers."

 


Dennis Karpes noemt zich ‘maatschappelijk ondernemer'. Na zijn studie aan de Heao was hij marketeer tot hij in 2002 Dance4Life oprichtte, een organisatie die via dansevenementen jongeren wil interesseren voor hiv en aids. Hij kreeg van vrienden een startlening van 25 duizend euro en werd benoemd tot ‘young global leader' door het World Economic Forum, een netwerk van topmensen uit bedrijfsleven en politiek. Jongeren die de strijd tegen aids steunen, worden eens in de twee jaar beloond met een dansevenement dat gelijktijdig in 21 landen wordt gehouden. Ze kunnen op grote beeldschermen zien wat er in de andere landen gebeurt. Om het einddoel te halen, een miljoen deelnemers in 2014, is zestig miljoen euro nodig, waarvan nu tien procent binnen is. Karpes: "Jongeren zijn speels en creatief. Als ze zich betrokken voelen, zoeken ze zelf een manier om daar uiting aan te geven. In de westerse wereld halen ze vaak geld op en elders doen ze dat bijvoorbeeld door kunstwerken te maken."

 


Bestrijden ellende

Beide sprekers maken duidelijk dat goede doelen heel ver kunnen komen door inventief te zijn en door het publiek op de juiste manier te binden. Vaak is je reden van bestaan negatief (het bestrijden van ellende), je wilt professioneel opereren en je moet voortdurend rationeel verantwoorde beslissingen nemen over geld en publiciteit. Je zou bijna vergeten dat de doelgroep gewoon op zoek is naar ‘een goed gevoel'. Wat in het interview echter niet naar voren komt is welke stappen je concreet zet: hoe beoordeel je de mogelijkheden voor fondsenwerving, hoe onderneem je actie en op welk moment?

 


Rob Visser