De nieuwste editie van de jaargids De Dikke Blauwe4 wordt gekenmerkt door een aantal persoonlijke portretten. Niet alleen van bestuurders in de sector, maar ook van major donors. Wat drijft hen? De Dikke Blauwe had een indringend interview met Caroline Dusée: een rebel, maar dan wel ‘with a cause’. Daarnaast treft u in DDB4 portretten aan van onder meer Rob Defares, Frederik van Beuningen, Chris Oomen, Sylvia Tóth, Hans Melchers en David Rockefeller. Goed doen is het nieuwe rijk zijn.
Het verhaal van Caroline Dusée is bijzonder. Ze groeide op in Vierhouten, een gehucht op de Veluwe op een landgoed. Omringd door bedienden. Haar vader was antropoloog en conservator van het Volkenkundig museum in Leiden. Haar moeder een telg uit het gefortuneerde Van Beuningen-geslacht. Ze was negen toen haar vader overleed in een auto-ongeluk. Toen ze net op kamers in Amsterdam woonde voor haar studie antropologie sloeg de bliksem op dezelfde plek in. Negen jaar na de dood van haar vader kwam ook Victor om in een auto-ongeluk. Caroline was achttien toen de grond onder voeten dreigde te worden weggeslagen, maar hervond haar evenwicht. Een gevoel van vastbeslotenheid en een concreet plan groeide al snel: een stichting oprichten voor Victor. Een levend monument voor zijn oerrechtvaardigheidsgevoel, zijn streven naar gelijkheid. Ze stapte de wereld van filantropie in. En keek verwonderd om zich heen. Ze zag veel mooie dingen, maar ook de camouflage van veel vermogenden waarvoor ze zo’n fijn afgestelde radar ontwikkelde.
‘Spreek in Nederland nooit over een bedrag’
‘Kijk mij eens iets goed doen’, zie je vaak niet bij de echte major donors: mensen die een groot deel van hun tijd of vermogen besteden aan goed doen. Dat gebeurt in Nederland nog vaak in stilte. In De Dikke Blauwe4 verbreekt een aantal van deze major donors deze stilte. Sylvia Tóth behoeft wat dat betreft geen introductie. Ze richtte in 1996 de Sylvia Tóth Charity Stichting op, waarmee in mei 2000 het Sylvia Tóth Centrum werd opgericht voor kinderen met een complexe neurologische aandoening. Ze stak er veel geld in, maar ze zegt niet hoeveel. Wat dat betreft bevestigt ze de regel van het zwijgen. ‘Spreek in Nederland nooit over een bedrag. Het is hier niet chic om erover te praten. Ik woon sinds 1985 een deel van het jaar in New York en in Amerika heeft ieder ziekenhuis vleugels die zijn vernoemd naar de geldschieters. Mensen met geld hebben daar ook allemaal fondsen op naam. Voor mij was het idee van een centrum met mijn naam dus volkomen normaal. Pas bij de opening hoorde ik van Nederlandse journalisten dat het best een beetje raar was. Wat ik deed, bleek erg on-Nederlands.’
‘Niet meer dan normaal’
Rob Defares, door Quote (vijftiende plaats) liefkozend ‘beursbengel’ genoemd, richtte IMC Weekendschool op. Dat heeft inmiddels tien vestigingen in zeven grote steden. Defares vindt het vanzelfsprekend dat een bedrijf investeert in de samenleving. ‘Je gaat toch ook in de ouderraad op de school van je kinderen? Het is niet meer dan normaal dat je je verantwoordelijkheid neemt’, vindt Defares. Maar zijn verantwoordelijkheid bestaat wel uit een bijdrage van 150.000 euro per vestiging per jaar. En de werknemers van IMC zijn bovendien verplicht minimaal drie zondagen per jaar voor de Weekendschool te werken. ‘Dat is verplicht vrijwillig. Wie hier solliciteert, krijgt te horen dat we deze inzet verwachten’, aldus Defares.
‘Wat ik doe is niet bijzonder’
Ook Chris Oomen, topman van zorgverzekeraar DSW en oprichter van optiehandelaar Optiver, doet luchtig over zijn goed doen. ‘Als mensen rijk worden, willen ze dat laten zien door een duurdere wagen te kopen of een groter huis. Dat heb ik nooit gedaan. Ik had ervoor kunnen kiezen twintig jaar geleden met pensioen te gaan en op mijn geld te gaan zitten. Maar dat geeft totaal geen meerwaarde. Dan kun je het beter goed besteden. Ik stort het hele jaar door aan goede doelen.’
Andere rijken inspireren is niet zijn doel en Oomen loopt ook niet te koop met zijn filantropische activiteiten. ‘Veel rijke mensen geven veel van hun geld weg. Wat ik doe, is ook niet bijzonder. Ik zie mezelf niet als voorbeeld voor andere rijken.’
Wilt u het volledige en bijzondere interview met Caroline Dusée lezen, of de andere persoonlijke portretten? Blader dan snel naar pagina 118 van De Dikke Blauwe4. Nog niet in huis? Bestel ‘m dan hier.
De Dikke Blauwe