Ontwikkelingssector in (klimaat)beweging.

Ontwikkelingssector in (klimaat)beweging.
Ontwikkelingssector in (klimaat)beweging.
25 mei 2022
Opinie | | De Dikke Blauwe

Laat ik gelijk met de deur in huis vallen: dit is een oproep aan alle humanitaire hulp- en ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties om hun leden, donateurs en andere supporters aan te moedigen om mee te doen aan de klimaatmars van 19 juni in Rotterdam. Je vraagt je misschien af of zo’n demonstratie nu echt zo urgent en belangrijk is, met de oorlog in Oekraïne en de acute hongersnood in Oost-Afrika en Zuid-Azië? Wij vinden alleszins van wel. Zonder af te doen aan de broodnodige aandacht en hulp voor de Oekraïense bevolking, de hongersnood elders in de wereld en andere crises: klimaatverandering is een ‘structurele crisis’ waarvoor de aandacht niet mag verslappen. Sterker, er moet veel meer en veel beter gerichte inzet komen om de klimaatverandering te dempen en de gevolgen te beperken.

Waar wij als Partos voor staan en gaan is Klimaatrechtvaardigheid (in het engels 'Climate Justice'). Dit begrip stoelt op twee pijlers. Op de eerste plaats gaat het om preventie (mitigatie in vaktermen) en aanpassing (adaptatie), waar nodig aangevuld met noodhulp. Dit is de pijler waar we hetzelfde voorstaan als natuur- en milieuorganisaties. De pijler die we als ontwikkelingsorganisaties toevoegen is rechtvaardigheid. De onrechtvaardigheid zit hem in het bewezen feit dat de meest kwetsbare groepen de hardste klappen krijgen als gevolg van klimaatverandering, terwijl zij niet de belangrijkste veroorzaker zijn van klimaatverandering. Het principe van de vervuiler betaalt zou veel meer dan nu het geval is toegepast moeten worden.

Het ‘de vervuiler betaalt’ dekt nog niet het hele rechtvaardigheidsverhaal. Wat we op dit moment zien is dat de overheidsmiddelen overwegend naar de ‘beter bemiddelden’ gaan. Dit is in Nederland het geval. Denk bijvoorbeeld aan subsidies voor zonnepanelen. Iemand met een laag inkomen, die als gevolg daarvan ook nog in een slecht geïsoleerd huis woont, heeft gewoonweg het geld niet om de zonnepanelen aan te schaffen, en loopt dus ook de subsidie mis. Terwijl mensen met een midden- of hoger inkomen, die zich meer kunnen veroorloven, wel de subsidie opstrijken. Hetzelfde geldt voor de klimaatgeldmiddelen voor ontwikkelingslanden: daar is bijvoorbeeld veel te weinig aandacht voor kleinschalige (fijnmazige) elektriciteitsvoorziening op het platteland.

Onder de banner van Climate Justice steunen we de klimaatmars van juni. Daar blijft het natuurlijk niet bij. We willen met onze leden ook uitzoeken hoe we onze 4,8 miljoen grote achterban kunnen mobiliseren, niet alleen in geefgedrag, maar ook in stemgedrag en vooral leefgedrag waar de wereld beter en eerlijker van wordt. Vanuit onze lobbyactiviteiten willen we bewerkstelligen dat Nederland zijn beleid in lijn brengt met klimaatrechtvaardigheid en ook financieel zijn fair share levert. En, al is er veel kennis, we weten nog heel veel niet en innovatie is geboden. Het komende halfjaar willen we uitzoeken hoe we vanuit ons leer- en innovatieprogramma kunnen bijdragen aan geïntegreerde en benaderingen voor mitigatie en adaptatie. Denk bijvoorbeeld aan financiële en andersoortige steun voor energiezuinige landbouwvormen, waarbij de gewassen werken als buffer tegen erosie en tegelijkertijd voedsel en inkomsten verschaffen. Tot slot, verwijzend naar de oproep om deel te nemen aan de klimaatmars, ook intern moeten ons werk klimaatneutraal maken: Let’s Walk the Talk!



*Auteur Bart Romijn is directeur van Partos, en bezet in die hoedanigheid al jaren een prominente plaats op de DDB100, de ranglijst van influentials in de filantropiesector. Deze branchevereniging voor ontwikkelingssamenwerking verenigt meer dan 100 Nederlandse ontwikkelingsorganisaties. Hiermee vormt zij het grootste samenwerkingsverband van ontwikkelingsorganisaties in Nederland.
Deze column verscheen eerder op de website van koepel Partos.