Het was een eentonig verhaal, maar het wordt steeds meerstemmiger. Ons herhaalde pleidooi om de strijkstok te breken door een serieuze discussie over impact(meting) krijgt niet geheel onverwacht zware wetenschappelijke bijval van Kellie Liket. Zij promoveert morgen op het veelzeggende proefschrift ‘Waarom ‘goed’ doen, niet goed genoeg is. Essays over maatschappelijke impactmeting’.
Liket pakt niet alleen de goede doelen zelf aan, maar ook de gevers. Beide houden elkaar in een ijzeren greep van schijnzekerheid. Nederlanders geven jaarlijks miljarden aan goede doelen zonder dat zij weten of hun geld enig effect heeft. Daarnaast geven filantropische organisaties zelden geld uit aan deugdelijk onderzoek naar de vraag of hun hulprogramma's goed besteed zijn. Fijne wedstrijd.
Dit is wat er moet gebeuren.
De grote goede doelen, verenigd in VFI, moeten het voortouw nemen om zwaar en langdurig te investeren in een Impact-Deltaplan. Het gaat hierbij om bewustwording onder goede doelen zelf, voorlichting aan het publiek, ontwikkeling van bruikbare en geijkte meetmethoden en de koppeling van impactgegevens aan rapportages en publicaties.
Het is niet meer van deze tijd om te roepen dat ‘geven vooral emotie’ is: die gevoelskaart wordt al te lang getrokken en is duidelijk geen panacee. Het gaat erom effectiviteit te koppelen aan die emotie.
Één leven helpen redden barst van emotie. Met precies dezelfde gift dertig levens redden doet niets af aan de emotie, maar betekent wel het verschil tussen leven en dood van 29 andere mensen.
Goede doelen: stop met elkaar uit de markt te duwen door hosannaverhalen en durf samen te investeren in filantropie 2.0 waarin goed doen op zichzelf niet meer goed genoeg is. Vooral niet met het geld van anderen.
Het hart zat al op de goede plaats, nu het hoofd nog.
Lees onze analyse: Impact(meting): stiefkind of paradox-oplosser
(Social) Impact