AMSTERDAM (22 september) - Het plotselinge vertrek vorige week van Joop Daalmeijer als voorzitter van goede doelenkoepel VFI, heeft geleid tot allerlei speculaties. Voor de insiders is het opstappen van Daalmeijer echter geen al te grote verrassing.
Het vinden van een onafhankelijke bestuursvoorzitter heeft VFI, de koepel van voornamelijk grote goede doelen in Nederland, in het verleden al heel wat hoofdbrekens gekost. Nadat Paul Beerkens, de laatste VFI-voorzitter van een bij deze koepel aangesloten organisatie (Nierstichting), was vertrokken is lange tijd gezocht naar een onafhankelijke praeses met voldoende bestuurlijke zwaarte. Daarmee zette de VFI een nieuwe koers in in de richting van een organisatie waarbij de directie en uitvoerende organisatie voor meer slagkracht in een dynamisch filantropisch veld zwaarder konden worden opgetuigd, terwijl het bestuur in een meer toezichthoudende rol op grotere afstand zou komen te staan.
Pas in juni 2008 werd senator Tof Thissen benoemd als opvolger van interim-voorzitter René Grotenhuis. Die leek zich echter danig verkeken te hebben op het tijdsbeslag van de functie en op de complexiteit van het bestuurswerk. Thissen trok de stekker er schielijk uit, waarna René Grotenhuis het gat weer even opvulde. Tot september 2009, toen Joop Daalmeijer bereid werd gevonden het voorzitterschap op zich te nemen.
Beloftevolle entree
Met Daalmeijer - tot voor kort o.a. directeur van omroeporganisatie NTR - leek de VFI een bevlogen voorzitter met een groot netwerk gevonden te hebben. Daalmeijer presenteerde zich vanaf de eerste Nieuwjaarsreceptie in 2009 als een krachtdadig bestuurder van de grote bewegingen. Zo verbaasde hij zich als relatieve buitenstaander over de 'Keurmerkenstrijd', waaraan hij in het belang van iedereen snel een einde wilde maken. Na zijn beloftevolle entree in de sector werd buiten de VFI echter niet veel meer van de nieuwe praeses vernomen. Als voorzitter van de grootste koepel van goede doelen in Nederland was Daalmeijer in elk geval nauwelijks zichtbaar of hoorbaar in de media of het publieke debat, een kwaliteit die op voorhand wel aan het journalistieke dier Daalmeijer was toegedicht.
Hard in aanvaring
Daalmeijers rol als voorzitter van de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie was ook van korte duur door de benoeming onlangs van Steven van Eijck als leidsman van dit tot een stichting omgevormde overlegplatform. Als voorzitter van VFI kwamen Daalmeijer en zijn bestuur echter hard in aanvaring met een klein, maar invloedrijk deel van hun achterban. Dertien VFI-leden (voornamelijk gezondheidsfondsen) wilden voorkomen dat hun koepel het nieuwe convenant met de overheid zou tekenen. De leden verklaarden in een brandbrief aan het VFI-bestuur dat een akkoord met een overheid die hun eigen achterban zo hard zal treffen door de bezuinigingen niet verkoopbaar was. Daalmeijer en zijn bestuur besloten het verzoek naast zich neer te leggen en in een pittige ALV bleek voor het convenant binnen de VFI toch voldoende draagvlak te bestaan. Ook een gevreesde motie van wantrouwen tegen het bestuur bleef uit. Wel zegde het bestuur toe om een risicoanalyse uit te laten voeren naar de voors en tegens van het convenant.
Diepe sporen
Daarmee leek de zaak enigszins gesust, maar het conflict heeft klaarblijkelijk toch diepe sporen nagelaten. Niet alleen bij de VFI-leden die zich tegen het convenant hadden gekeerd, maar ook bij het bestuur en haar voorzitter die zich vanaf het begin pal achter het convenant hadden geschaard. Het moet daarom voor Daalmeijer, die vorige maand een punt achter zijn lange carrière als NTR-directeur zette, een natuurlijk moment zijn geweest om zijn bestuurlijke knopen te tellen. Een optelsom die tot de inmiddels bekende beslissing heeft geleid. Dat daarin tijdgebrek de belangrijkste ingrediënt is - zoals het persbericht van de VFI stelt - kan natuurlijk slechts een schaduw van de gecompliceerde werkelijkheid zijn. Daalmeijers beslissing viel immers op een moment dat hij juist méér tijd zou krijgen in zijn notoir overbezette agenda als NTR-baas. Veel waarschijnlijker is dat ook Daalmeijer zich uiteindelijk heeft verkeken op de arbeidsintensiteit en complexiteit van het bestuurswerk in de filantropie en dat het perspectief op concrete bestuurlijke resultaten, waaraan hij zich in zijn gehele carrière heeft gecommitteerd, door hem als onvoldoende werd beoordeeld. Ook op het niveau waar Daalmeijer zich bestuurlijk het meest zou thuisvoelen: op de grote, filantropiebrede dossiers in de publiek-private dialoog. Een weg die door de benoeming van Steven van Eijck als voorzitter van de SBF geen optie (meer) is.
De Graeff
De snelle ontwikkelingen rondom de SBF, met haar eigen onafhankelijke voorzitter, maken sowieso de vraag weer actueel of VFI's nieuwe voorzitter wel weer een onafhankelijke, dus externe moet zijn. Daarbij: ingevoerd zijn in de dossiers, de politieke gevoeligheden kennen... een voorzitter uit eigen kring is misschien zo gek nog niet. Interim-voorzitter Jan Jaap de Graeff wil er dit over kwijt: "In elk geval zullen wij nu zeker de tijd nemen om heel goed hierover na te denken en niet holderdebolder weer op zoek te gaan naar een vervanger. Daarbij moeten we alle opties open houden. Ja, dus ook een voorzitter uit eigen kring. Voor zowel het ene als andere model is veel te zeggen. Dat kan een principiële keuze voor een type bestuursmodel zijn, maar ik zeg ook: als er een goede voorzitter op je pad komt, kan pragmatisme zomaar ook een belangrijke leidraad zijn."
Topsportfunctie
Pensionering is een moment van reflectie op het kostbaarste goed van een mens: de tijd om te leven. Een "gebrek aan tijd" betekent daarom in het geval van Daalmeijer: andere prioriteiten. Een legitieme afweging waaraan de abruptheid ervan au fond geen afbreuk doet. Met het vertrek van Daalmeijer staat VFI in elk geval opnieuw voor de moeilijke opgave om een geschikte voorzitter te vinden. Met de track-record uit het verleden zal dat geen lichte opgave zijn. VFI lijkt daarin bijna op de voetbalclub Ajax: een organisatie die van iedereen is, waarover iedereen wat te zeggen wil hebben en die van bestuurders het uiterste vergt. Inderdaad: een topsportfunctie.
NB: Joop Daalmeijer zelf was tijdens het ter perse gaan van deze FM Weekly niet bereikbaar voor commentaar of reflectie. Ik vermoed dat hij... geen tijd had.
Koepels
Nieuwsanalyse: De bestuurlijke knopen van Joop Daalmeijer
22 september 2011
Nieuws | Edwin Venema | Koepels