Elk goed doel dat prijs stelt op het CBF-Keurmerk ondertekent een overeenkomst met het CBF. In het reglement waarmee het goede doel zich akkoord verklaart neemt artikel 4, waarin de keurmerkcriteria zijn vastgelegd, een centrale plaats in. Aan deze criteria worden de keurmerkfondsen getoetst. In artikel 4 zijn naar aanleiding van het advies van de vervlechtingscommissie Pont II de nodige veranderingen opgetreden door aanvullingen. CBF-directeur Adri Kemps: "In november is het nieuwe reglement door het CBF-bestuur vastgesteld. Vervolgens hebben we alle keurmerkhouders om instemming gevraagd. Met hen hebben wij immers een overeenkomst. Iedereen ging akkoord. Wel waren er wat vragen en zijn tekstsuggesties gedaan. Ons uitgangspunt bij de totstandkoming van het gewijzigde reglement was dat wij zo weinig mogelijk statutaire veranderingen wilden."
Verlichting administratieve druk
Belangrijk nieuw feit: waar de hertoetsing voorheen om de vijf jaar plaatsvond, worden keurmerkhouders voortaan om de drie jaar getoetst. "In het verleden toetsten we eigenlijk op twee manieren," zegt Kemps. "Er was een jaarlijkse tussentijdse toets en de vijfjaarlijkse volledige hertoetsing. De tussentijdse toetsing leverde nogal wat vragen op. Het was niet altijd even duidelijk hoe het in elkaar zat. Vandaar dat we de tussentijdse toets versimpelen. We toetsen in het nieuwe regime jaarlijks het jaarverslag en de verantwoordingsverklaring. In feite betekent dit dus een verlichting van de administratieve lastendruk."
Fondsen die dit najaar aan de beurt zijn voor hun hertoetsing, hebben in december vorig jaar bericht gehad over de nieuwe toetsingssystematiek en het gewijzigde reglement. Kemps: "Andere fondsen komen in de opvolgende jaren aan de beurt voor een hertoetsing. Nieuwe aanmelders moeten direct aan de nieuwe criteria voldoen."
Vaker hertoetsen, betekent dat ook: hogere kosten? Kemps: "Ja, dat klopt. De vervlechting betekent extra kosten voor het CBF. De tarieven zijn 5% extra gestegen. De hertoetsing vindt eerder plaats waardoor die kosten relatief stijgen. "
Verantwoordingsverklaring
De belangrijkste verandering in de gehanteerde criteria is dat drie belangrijke principes uit de code Wijffels zijn ‘gesynchroniseerd' met het reglement CBF-Keur. Het gaat daarbij om de organisatie van intern toezicht, effectiviteit van de organisatie en de omgang met belanghebbenden. Alle (potentiële) keurmerkhouders moeten het volgende algemeen geldende principe in acht nemen: Binnen de instelling dient de functie ‘toezicht houden' (vaststellen of goedkeuren van plannen, en het kritisch volgen van de organisatie en haar resultaten) duidelijk te zijn gescheiden van het ‘besturen' dan wel van de ‘uitvoering'.
Opvallend is dat bij het handhaven van de naleving van dit principe is gekozen voor een relatief ‘softe' benadering. Er zijn geen glasheldere kwantitatieve of kwalitatieve criteria vastgelegd. Wat wel van de keurmerkhouders wordt verwacht, is dat zij een verantwoordingsverklaring opstellen, waarvan een samenvatting ook in het jaarverslag dient te worden opgenomen.
Wat dient er in die verantwoordingsverklaring allemaal te staan over het eerste principe van functiescheiding? Kemps legt uit. "In de verantwoordingsverklaring moet de fondsen helder beschrijven hoe zij uitvoering geven aan drie belangrijke punten. Hoe intern toezicht op bestuurlijke en uitvoerende taken is georganiseerd, en hoe dit in het afgelopen jaar praktijk handen en voeten heeft gekregen. Hoe er gewerkt wordt aan een optimale samenstelling van het bestuur en een eventueel toezichthoudend orgaan. En hoe het functioneren van directie, bestuurders en eventuele toezichthouders wordt geëvalueerd."
Softe sancties?
De verantwoording van deze drie principes is de belangrijkste toevoeging die in een ietwat andere vorm is overgenomen uit de code Wijffels, waaraan de VFI-fondsen al voldoen, maar waar zij nog niet op werden getoetst. Kemps legt uit waarom wordt gewerkt met een verantwoordingsverklaring, zonder pasklaar model. "Als CBF willen we recht doen aan de diversiteit van de sector. We zeggen daarom niet: er moet een Raad van Toezicht, een bestuur, en een management team zijn. Waar het om gaat is dat functies, verantwoordelijkheden en toezicht goed benoemd zijn. De fondsen wordt gevraagd zelf aan te geven hoe het interne toezicht is georganiseerd. Voor de middelgrote en kleinere instellingen is dit veelal nieuw. We gaan de komende tijd nadrukkelijk de dialoog aan met de keurmerkhouders."
Waar het criterium vrij vaag is - er wordt immers niet precies aangegeven hoe de verantwoordingsverklaring eruit moet zien - zal het lastig zijn sancties uit te delen. Kemps: "Klopt, wat dat betreft is dit onderdeel van het reglement vrij soft. We kiezen echt voor de ‘pas toe en leg uit' geest van Wijffels door een verantwoordingsverklaring te eisen in het kader van ‘pas toe en leg vast'. Aan de andere kant: als een fonds er keer op keer, ook na herhaaldelijk overleg, niet in slaagt om aan te geven hoe wordt voldaan aan de drie eerder genoemde aspecten staat wel degelijk de ultieme sanctie open, het intrekken van het CBF-Keurmerk."
Vandaag organiseren VFI en CBF een informatiebijeenkomst over het nieuwe reglement. Volgende week deel II in deze serie over het nieuwe reglement CBF-keurmerk: reacties uit de sector.