Niet om op te gokken

Er tekent zich een kamermeerderheid af tegen de plannen van minister Teeven om de kansspelmarkt verder te liberaliseren en internetgokbedrijven toe te laten. Dat lijkt goed nieuws voor de goede doelen die nu beneficiant zijn van de goede doelenloterijen, die honderden miljoenen euro's per jaar uitkeren. Op dit moment gaat bij de huidige vergunninghoudende goede doelenloterijen van elke euro de helft naar de maatschappij. Bij internetloterijen is dat slechts zeven cent per euro. Toch is verdere liberalisering op termijn niet tegen te houden. De druk vanuit Brussel om op basis van economische gelijkheid binnen de Europese markt het protectionistische beleid los te laten wordt groter en groter. Europese kansspelaanbieders procederen zich al jaren een slag in de rondte tegen de Nederlandse staat om toegang te krijgen tot onze gokmarkt. Het restrictieve beleid van de Nederlandse overheid zal vroeg of laat vallen. Het lijkt daarom verstandig om onze volksvertegenwoordigers - die het nu eigenlijk alleen maar hebben over de gevaren van gokverslaving - argumenten te geven om in de toekomst alleen in te stemmen met verdere liberalisering, als óók een goede regeling voor afdracht aan goede en maatschappelijke doelen is geborgd. De goede doelenloterijen hebben uit welbegrepen eigenbelang al een sterke lobby ingezet via haar Goede Doelen Platform, maar het zou zeker geen kwaad kunnen als ook de SBF binnen de geest van het met de overheid gesloten convenant namens alle goede en maatschappelijke doelen in Nederland - dus ook van degenen die nu (nog) geen beneficiant zijn van een loterij - haar invloed doet gelden.