De komende veertig jaar zullen goede doelen ongeveer 86 miljard euro ontvangen uit erfenissen. Dit stelt René Bekkers in zijn oratie, die hij op 25 april hield als de nieuwste filantropieprof in Nederland. Bekkers baseert zijn voorspelling op sterftecijfers van het CBS en trends in de waardeontwikkeling van nalatenschappen in de afgelopen jaren. Net als zijn collega Theo Schuyt schuwt Bekkers niet om ons een ‘gouden eeuw van de filantropie’ in het vooruitzicht te stellen, die zich nauwelijks door de crisis laat beïnvloeden…
Aan goed nieuws hebben we wel behoefte, moet de nieuwe hoogleraar gedacht hebben. De vorige week gepresenteerde cijfers van Geven In Nederland, waaraan Bekkers zelf ook meewerkt, wijst nog helemaal niet in de richting van goud. Daaruit blijkt dat filantropie wel degelijk conjunctuurgevoelig is en daaruit blijkt al helemaal niet dat de erfenissen straks tegen de plinten van de goede doelen zullen op klotsen. Geven In Nederland tast nog steeds vrijwel volledig in het duister als het om harde cijfers over nalatenschappen gaat. Er is (nog) geen onderzoek wat dit in kaart brengt. De nalatenschapscijfers van Geven In Nederland zijn in academische arrenmoede ontleend aan de CBF-cijfers van 2011. Daarin hebben ruim 200 van de 800 door CBF geregistreerde geldwervende fondsen gegevens verstrekt over inkomsten uit nalatenschappen. Dat wil zeggen: een klein deel, van een klein deel van alle fondswervende organisaties. Van kerken of ziekenhuizen bijvoorbeeld weten we niets. De conclusie van GIN: ‘De werkelijke omvang van de nalatenschappen zal hoger uitvallen.’ Voor zo’n vaststelling hoef je geen academische graad te bezitten…
Hooguit is geruststellend dat het ontbreken van kennis over nalatenschappen in de afgelopen 16 jaar Geven In Nederland-onderzoek vrijwel constant is gebleven. Hoog tijd dus voor mensen en middelen om dit gapende wetenschappelijke gat te dichten, want aan onderzoekswil ontbreekt het Bekkers c.s. niet. Omdat de overheid als financier is afgehaakt, zullen de wetenschappers zelf moeten gaan fondsenwerven. Er moeten toch wel erflaters te vinden zijn die investeren in onderzoek naar filantropie minstens zo belangrijk vinden (vonden) als nalaten aan aaibaarder doelen. Of vermogensfondsen, al is dat een beetje flauwe suggestie: uitgerekend over dit type fondsen beschikt GIN ook al sinds jaar en dag nauwelijks betrouwbare gegevens…
Een gouden eeuw van de filantropie zullen we juichend binnenhalen. Voorlopig is er eerst veel kopergeld voor onderzoek nodig om die boterzachte voorspelling tot een harde wetenschappelijke aanname te promoveren.
Nalaten